Pinus sylvestris
PINUS SYLVESTRIS L. – DEN/SCHOTSE DEN/GROVE DEN/PIJNBOOM
Synoniem: Pinus rubra Mill., non Michx.
Pinus mughus Jacq., non Mill.
Pinus Montana Hoffm., non Mill.
Pinus resinosa Savi, non Aiton
Pinus tartarica Mill.
Pinus fominii Kondratjuk.
Familie: abietaceae, pinaceae, naaldboomfamilie. Gebruikt deel: verse naalden, twijgjes en takken, stoomdestillatie, geeft een etherische olie.
Gom-terpentijn wordt geproduceerd door stoomdestillatie uit de oleoresin, zie terpentijn. Door rectificatie van de ruwe terpentijnolie produceert men ook een etherische olie.
Dennenolie is kleurloos of lichtgeel, de geur terpentijnachtig, balsamiek. Opbrengst 0,5%, voor 1 kg olie zijn 500 – 1000 kg verse naalden nodig. De olie is kleurloos met een frisse, harsachtige geur. Top- en middennoot in de parfumindustrie. Terpentijnolie wordt gebruikt in schoonmaakmiddelen en huishoudproducten. Droge destillatie van naalden, twijgen en dennenappels geeft de beste olie voor parfums, slijmoplossende middelen, inhalers en tegen verkoudheid. Het hout geeft tweede kwaliteit olie voor gebruik in zeep, badproducten, luchtverfrisser en tegen spierpijn. De boom wordt ook getapt voor resin.
De grove den of pijnboom komt in veel variëteiten over de hele wereld voor. Geïntroduceerd in Noord Amerika vanuit Europa.
Hij werd vroeger ook wel mastboom genoemd om zijn toepassing in de scheepsbouw. Ook wordt hij vliegden genoemd, omdat zijn zaad door de wind wordt verspreid en een heideveld in de loop der tijd in een dennenbos kan veranderen.
In voorhistorische tijden was hij al inheems in Nederland. Na uitgestorven te zijn werd hij weer ingevoerd en aangeplant door Graaf Hendrik van Wassenaar in 1515.
Het is een tot 40 meter hoge, groenblijvende boom, met rood bruine schors een platte kruin en lange donkergroene naalden en puntige kegels. Hij kan 700 jaar oud worden.
De boom heeft een krachtige penwortel met stevige zijwortels die breed verspreid zijn waardoor hij bestand is tegen stormen. De schors is ruw met schubben en als de boom ouder is, dik, korstachtig en bruin. Bovenaan is de schors dunner, schilferig en roodachtig geel.
Als hij jong is heeft hij een kegelvorm, die naarmate hij ouder wordt verandert in een afgeplatte schermvormige platte kroon. De lange gedraaide naalden groeien in paren. De bast heeft diepe groeven. De mannelijke bloeivorm (katjes) en de vrouwelijke komen op in het voorjaar. De boom is eenhuizig, mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant. De mannelijke bloemen staan dicht opeen aan de bases van de nieuwe lange loten. De vorm is cilindrisch en ze zijn 5-8 mm lang. Geel van kleur met veel stuifmeel. De vrouwelijke bloeikegels staan rechtop aan de top van het schot van het vorige jaar, 5 mm lang en donkerrood of violet. Als ze bevrucht zijn buigen ze naar beneden. Pas een jaar na de bestuiving vindt de bevruchting plaats. Dan begint het vruchtbeginsel te groeien om later tot kegel te rijpen. De vrucht is de grijsgroene kegel met schubben, zonder stekels. Als ze zich openen komen er de gevleugelde zaden uit. Hij is een overlever en groeit op voedselarme gronden en moeilijke omstandigheden zoals koude en zware stormen. Hij is een zogenaamde “lichtboom”, dat wil zeggen dat hij zoveel licht doorlaat dat er op de bodem ook nog plantengroei mogelijk is. Dit gaat niet op voor de zogenaamde cultuurbossen, waar ze zeer dicht op elkaar staan. Solitair op de heide ontwikkelt hij dikwijls grillige vormen onder invloed van de wind. In bossen maakt hij rechte stammen. Een boom uit de mythologie, de dennen of appels waren in vroegere tijden symbolen van de vruchtbaarheid.
Hij werd vroeger, in de 19e eeuw, benut ter ontginning van heidevelden. Het hout, gebruikt als stuthout in de mijnen, kozijnen, vloeren, deuren, meubels, in de waterbouw, paalhout, damwerk, brugwerk. Het hout is erg harsrijk en werd vroeger gebruikt voor houtskool en houtteer, waar touw mee werd behandeld. Er zijn resten gevonden van een kano (7500 v. Chr.) in Drenthe gemaakt van de stam ven een grove den.
Door destructieve destillatie of droge destillatie van de wortels wordt teer gewonnen, onzuivere terpentijn, viskeus, bruin-zwart van kleur. Deze teer wordt medicinaal gebruikt, vooral in de veeartsenij, vanwege de antiseptische, stimulerende, diuretische en diaphoretische eigenschappen. Teer water wordt aan paarden met chronische hoest gegeven en wordt inwendig en uitwendig gebruikt als huidstimulant en bij eczeem, schurft, enz.
Pinus sylvestris groeit in heel Europa, Schotland en Noorwegen en de voormalige Sovjet landen, naar het zuiden in het Middellandse Zeegebied, tot een hoogte van 2400 meter. In Amerika is hij veel aangeplant in het Noordoosten, de Centrale Staten, en het Noordwesten van de Pacific. Ook in Zuid Canada. In Amerika wordt de boom aangeplant om erosie tegen te gaan, als kerstboom, voor hout (grenen), pulp, als ornamentale boom en voor terpentijn en colofonium. Belangrijk als bron voor constructiehout en industriehout en terpentijn. Dit is ook zo in Europa, waar men veel plantages heeft aangeplant, de grootste in Frankrijk. In de bosbouw is de omzetsnelheid van de bomen 80-140 jaar.
Hij is de meest voorkomende dennenboom in de wereld. Aanvankelijk bestemd voor de temperaturen en klimatologische omstandigheden van het vasteland van Europa past hij zich aan allerlei klimatologische omstandigheden aan en groeit in gebieden met een regenval van 1780 mm per jaar tot gebieden met 200 mm. per jaar. Hij groeit in Oost Siberië met een gemeten temperatuur van -64°C en in gebieden met permafrost en kan aan de andere kant hoge temperaturen weerstaan in het mediterrane gebied.
Onderzoekers hebben vastgesteld dat de Grove den na de ramp in Tschernobyl zijn genoom (een complete set van chromosomen) heeft veranderd door een DNA modificatie en zich zo voor radioactieve straling heeft beschermd. (New scientist 2411:10(6.9.2003).
De belangrijkste destillatie centra zijn Oostenrijk, Frankrijk en het tegenwoordige GOS. Het geslacht Pinus heeft meer dan 100 soorten conifeerachtige bomen die allen een hars produceren waaruit terpentijnolie kan worden gewonnen. De grove den is de meest voorkomende, de geschiktste en therapeutisch de veiligste. Ook belangrijk zijn de Pinus pinaster, P. palustris en de Pinus mugo. Een andere soort is Pinus pinea, de Tafelden of Parasolden, met een hoogte van 25 meter, oranjebruine bast, lange grijsgroene naalden, gele mannelijke bloemen en groene vrouwelijke bloemen, met zware eivormige kegels. Deze zijn na drie jaar rijp. Belangrijk zijn de pijnpitten die in de kegels zitten. Ze worden vers, geroosterd of gezouten gegeten en veel in pestosauzen gebruikt.
De beste kwaliteit olie van de grove den is die uit de naalden, terwijl alles bruikbaar is, zoals de jonge twijgen en kegels. De rechte, niet-vertakte cilindrische stam van de den is eeuwenlang als favoriete houtsoort voor de masten van zeilschepen gebruikt. Door overkap is hij uit veel gebieden verdwenen. Op de Veluwe staan een aantal mooie exemplaren, die de zandverstuivingen en harde wind hebben getrotseerd.
Bij de Oude Grieken stond de boom in hoog aanzien als symbool van de vruchtbaarheid, onsterfelijkheid en eeuwigheid. Het was de heilige boom van de God Cybele. Haar minnaar Attis werd haar ontrouw. In de Cybele-cultus van de Frygische boeren werd een pijnboom gekapt (fallus – castratie) en plechtig naar de tempel gedragen. Na een dag rouwen werd de wederopstanding van Attis gevierd. Ook was de pijnboom het symbool van Ares, de oorlogsgod.
Bij de Germanen was de boom het symbool voor een lang leven, voor wilskracht en wederopstanding. De oude Egyptenaren aten de pitten die zij aan het brood toevoegden, terwijl de Amerikaanse Indianen de jonge toppen aten of in een drankje verwerkte, om scheurbuik te voorkomen. Ook voor ritueel gebruik brandden zij de takjes met ceder en jeneverbes om de Geest te louteren. Net als de Zwitsers vulden zij hun matrassen met gedroogde naalden, de Zwitsers gebruikten het tegen reuma, de Indianen om vlooien en luizen te weren. In Duitsland en Zuid Limburg werd de pijnboom jaren gebruikt als Meiboom, gekapt, geschild, naast de kerk geplaatst en volgehangen met worsten en hammen.
De desinfecterende werking op de luchtwegen is al duizenden jaren bekend. Uit Egyptische papyrussen weten we dat ten tijde van de farao’s, extracten van de grove den werden voorgeschreven in de vorm van harsen en terpentijnharsen. Hippocrates schreef middelen van deze boom voor bij pneumonie en Arabische artsen maakten van de boom een middel tegen de zogenaamde longzweren, waarschijnlijk tuberculeuze cavernes.
Galenus en Dioscorides bevalen de kegels aan om te koken met malrove en honing voor hoest en om de borst en longen te reinigen. Later werd het traditioneel om jonge geweekte scheuten aan het badwater toe te voegen ter verlichting van reumatische pijnen en nerveuze uitputting.
Volgens de Oosterse geneeskunst is dennenolie warm en droog en versterkt de Qi-energie. Het is een van de beste oliën voor de longen, slijmoplossend, balsemachtig en ontsmettend. In combinatie met tijm, eucalyptus en teatree goed bij verkoudheden en griep.
De etherische olie wordt gewonnen door destillatie van de takken en naalden en appels. Een inferieure kwaliteit kan worden gemaakt van het hout. Het is een kleurloze olie met een sterke geur die aan balsem doet denken. De olie is sterk antiseptisch en verhindert de verspreiding van besmettelijke ziekten. Helpt goed bij aandoeningen van de urine- en luchtwegen. Het is een mild diureticum en daarom uitstekend te gebruiken bij lymfedrainage. Stimuleert de bijnierschors en geslachtsklieren, verzacht bij verkoudheden en geeft bij verdampen een aangename geur in de kamer. Wordt gebruikt als geurstof in cosmetica, speciaal badproducten, wasmiddelen en parfums. Uit de natuurlijke harsafscheiding van de stam wordt terpentijn etherische olie gewonnen. Den verdiept de ademhaling. De olie stimuleert de bloedsomloop en de nieren en vermindert het urinezuur in het bloed en kan hierdoor artritis en reumatische pijnen verlichten.
De knoppen worden gebruikt vlak voor ze open gaan. Ze worden geplukt in het voorjaar en in de schaduw gedroogd. De appels worden geplukt als ze nog groen en zacht zijn en de naalden kunnen het hele jaar door geplukt worden.
Recentelijk Japans onderzoek naar een bestanddeel van de Siberische den hebben uitgewezen dat dit onderdeel aids-remmende eigenschappen bezit.
Let goed op de juiste botanische naam, want er zijn veel soorten en tenminste één dwergpijnboom Pinus pumilio is als een gevaarlijke giftige olie geclassificeerd.
Werkzame bestanddelen: naalden, stoomdestillatie, oogst wild, Frankrijk:
Monoterpenen: (+)-a-pineen 30%-40%, a- en b-phellandreen, dipenteen, a-thujeen, sabineen, (-)-beta-pineen 10-25%, limoneen 5-20%, l-limoneen, d-limoneen, cis-b-ocimeen, ocimeen, campheen, terpinoleen, d-3-careen 15-20%, b-farneseen, delta-3-careen. Sesquiterpenen: longifoleen, cadineen, d-cadineen, g-cadineen, a-amorpheen, b-caryophyleen, g-muuroleen, a-muuroleen, a-humuleen, humuleen, a-ylangeen, a- en b-copaen, chamazuleen, b-elemeen, d-elemeen, b-guaieen, b-selineen,calacoreen, chamazuleen, calameneen, longifoleen, a-en b-phellandreen
Monoterpenolen: borneol 2%, a-terpineol, pinitol, terpinen4-ol, terpineol.
Sesquiterpenolen: a-cadinol, d-cadinol, T-cadinol, muurolol, fenchol,
Terpenische esters: bornyl-acetaat 1-4% en tot 10%.
Verder: cineol, citral, b-myrceen 4.9%, cymol, a-calacoreen, a-fencheen, anjsaldehyde, chlorogeenzuur, crypton, fenchon, anethol, estragol, camphor, phenol, cuminaldehyde, eugenolmethylether, ferulinezuur, hexan-1-ol, coumarinezuur, protocatechuinezuur, salicylzuurmethylester, ascorbinezuur, benzoinezuur, aromatische terpenine, borneol -acetaat, bornylacetaat, citral, citronellal, furfural, myrceen,palmitinezuur, valeriaanzuur, vanillinezuur, violaxanthine.
Werkzame bestanddelen in de hele plant:
In de bladeren/naalden:
(-)-a-pineen – (-)-b-pineen – (-)-campheen – (+)-a-pineen – (+)-campheen – (+)-catechin – (+)-gallocatechin – a-cadinol – b-ylangeen – capronaldehyde – crypton – cuminaldehyde – homoprotocatechuic acid – isocaproic acid – juniperic acid – Lutein-epoxide – melibiose – meso-inositol – monoterpenen – neoxanthine – pinifolic acid – pinitol – procyanidine B1 – B3 – B6 – C2 – prodelphinidine – quercetin-3-O-b-D-glucoside – quercimeritrine – rhodoxanthine – roseoside – sabineen – sabinic acid – scoparol – T-cadinol – T-muurolol – (-)-limoneen – (+)-limoneen – 1,8-cineol – a-caroteen – a-phellandreen – a-pineen – a-terpineen – anijsaldehyde – arabinose – ascorbic acid – benzoic acid – b-caroteen – b-myrceen – b-pineen – borneol – caroteen – caryophylleen – chamazuleen – cis-b-ocimeen – citral – D-limoneen – esters – fructose – galactose – gamma-caroteen – glucose – caffeic acid – capric acid – caproic acid – chlorogenoc acid – linarine – L-limoneen – luteine – pectolinarine – quercetine – raffinose – saccharose – butanoic acid – zwavel – taxifoline – xylose – valeric acid – violaxanthine – etherische olie.
In de hele plant:
(+)- catechin – 10,16-dihydroxy-hexsadecanoic acid – 1-4-cineol – 18-acetoxy-anticopalicacid – 8,9-isopimaric acid – 9,16-dihydroxyhexadecanoic acid – a-cadineen – a-cadinol – a-calacoreen – a-copaen – a-fencheen – a-fenchol – a-humuleen – a-muuroleen – a-terpneolacetaat – a-thujeen – a-ylangeen – androstenedione – b-caryophylleen – b-copaen – b-elemeen – b-farneseen – b-guaieen – b-selineen – calacoreen – calameen – car-3-ene – copaen – dehydroabietane – dehydroavietic acid – delat-3-careen – delta-cadineen – delta-cadinol – delta-elemeen – dehydro-b-sitrosterol – dihydroquercetine – D-inositol – dipenteen – epitestosteron – epsilon-muuroleen – eugenol methylether – fenchol – gamma-cadineen – gamman-muuroleen – gamma-patchouleen – ginnol – glucosamine – hexan-1-ol – humuleen – indole-3-acetic acid – isopimaric acid – L-histidine – longicycleen – longifoleen – L-pimaric acid – maltose – M-coumaric acid – melibiose – muuroleen – myo-inositol – neoabietic acid – N-nonacosane – octadecacienoic acid – octadecenoic acid – palustric acid – P-coumaric acid – P-cymeen – P-cymol – P-hydroxybenzoic acid – pimaric acid – pimarinol – pinifolic acid – pinitol – pinobanksin – pinocarveol – pinocembrin – pinosylvin – pinosylvinmonomethylether – P-methoxy-cinnamic acid – protocatechuic acid – quinic acid – sabineen – salicyl acid methylester – sequoyitol – stachyose – T-cadinol – terpinoleen – testosteron – T-muurolol – tricycleen – ylangeen – abietic acid – acetylcholine – adenine – a-phellandreen – a-pineen – a-terpineen – a-terpineol – anethol – aromatische terpentijn – b-phellandreen – b-pineen – b-sitosterol – b-terpineol – bitterstof – borneol – borneolacetaat – kamfer – campesterol – caryophylleen – choline – citronellal – D1-limoneen – (-)-epicatechine – estragol – phellandreen – fenchon – frulic acid – fructose – gamma-terpineen – tannic acid – glucose – resin – campheen – creosoot – limoneen – malonic acid – myrceen – palmitic acid – phenol – pineen – quercetine – raffinose – saccharose – shikimic acid – stigmasterol – terpentijnolie – trans-b-ocimeen – vanillic acid – vitamine C – etherische olie.
In de wortel:
D-delta-4-careen – propionaldehyde – terpineol – a-terpineen – furfural – terpineol – etherische olie.
Bron Liber Herbarum II.
Specifiek werkzaam:
Afrodisiacum – allergie – anthelmintisch – antimicrobisch – anti-ontsteking – antidiabeticum+++, hypofyse, pancreas – antineuralgisch – antireumatisch – antiscorbutisch – antiseptisch, (lever, urinewegen, luchtwegen) – antiviraal – artritis/artrose – asthenia+++ – astma++ – bactericide – balsamiek – bijnieren, stimulerend – blaasontsteking – bloedcirculatiebevorderend – bloeddrukverhogend+++ – bloedreinigend – bloedcirculatie, bevorderend – bronchitis+++, infecties – catarre – cholagoog – choloretisch – cordial, versterkend middel – cortison-like, hypofyse, bijnierschors – deodorant – diabetes – diarree – diuretisch – expectorant – fungicide – gewrichtsreuma – griep – herbicide, onkruidverdelgingsmiddel – hoesten – hormoon-like – huidziekten – hypertensor+++ – immuunsysteem, stimulerend – infectieziekten – insecticide – jicht – keelontsteking – luchtwegaandoeningen – luizen – nervinum – neurotonicum – ontstekingen – restorativum – reuma – reumatische pijn – rubefaciënt – schimmelwerend – sinusitis+++ – slechte bloedsomloop – snij wonden – spierpijn – stimulans, (bijnierschors, bijnieren, bloedsomloop, zenuwen) – stress – tonisch, algemeen – uitputting, lichamelijk en nerveuze – urinebuisontsteking – uteruscongestie – verkoudheid – vermoeidheid – wormdrijvend – zenuwpijn – zweren, open- – zweten – zweetvoeten.
Een belangrijke toepassing is de behandeling van borstinfecties. De olie is slijmoplossend en een krachtig antisepticum voor de longen.
Verdampen: doodt alle ziektekiemen in de lucht. Stimuleert het immuunsysteem. Vergemakkelijkt de ademhaling en maakt de longen schoon.
Aanbrengen 10% in een basisolie op het niergebied. Den ondersteunt de bijnieren die adrenaline produceren en lichaamseigen corticosteroïden. Zet positieve ionen om in negatieve, zuivert en desinfecteert de lucht.
Inwendig:
bij reuma, longaandoeningen, galstenen, infecties algemeen, hoesten, ziekten van de ademhalings- en urinewegen, griep en verkoudheid en om vocht af te drijven: 3 maal daags 2 druppels na de maaltijd, zie verder pinus cembra. Mengen met honing en oplossen in warme melk en/of kruidenthee.
Combinaties:
ceder, salie, rozemarijn, niaouli, hysop, eucalyptus, cipres, cajeput.
citroen, jeneverbes, lavendel, marjolein, niaouli, rozemarijn, salie, tea tree.
Geestelijk:
Zowel op het fysieke als op het subtiele niveau is de grove den reinigend en stimulerend, bevordert gevoelens van welzijn en maakt de gebruiker energieker.
De olie verfrist de omgeving van negatieve en onvriendelijke gedachten.
De olie is psychologisch versterkend. Hij geeft optimisme en herstelt het zelfvertrouwen, verdrijft melancholie en bestrijdt pessimisme. Dennenolie helpt zowel een negatief zelfbeeld als spijtgevoelens te verdrijven en onterechte schuldgevoelens te vervangen door vergeving. Kan troostend werken in tijden van verdriet, eenzaamheid, stress, geeft kracht. Verdampen op de werkplek zal de concentratie verbeteren. Voor het reinigen van ruimten voor meditatie of anderszins. Samen met jeneverbes in een zuiverende spray tegen negativiteit, drukke menigten, na een moeilijke vergadering, enz.
Contra indicatie:
huidirriterend, in concentraties, daarom verdunnen of in een basisolie gebruiken. Niet toxisch.
Niet gebruiken bij hoge bloeddruk en een gevoelige huid. Opletten bij ouderen en kinderen, zwangerschap. Verse olie gebruiken. Geoxideerde olie geeft kans op overgevoeligheid.
Veiligheid:
Xn: schadelijk
N: milieugevaarlijk.
R10: ontvlambaar
R43: kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid
R51/53: vergiftig voor in het water levende organismen, schadelijk op de lange duur voor het aquatische milieu
R65: schadelijk: kan longschade veroorzaken na verslikken
S24: aanraking met de huid vermijden
S35: deze stof en de verpakking op veilige wijze afvoeren
S37: draag geschikte handschoenen
S62: bij inslikken niet het braken opwekken: arts waarschuwen, etiket/verpakking tonen
Toepassingen:
*bij verstopte neus en verkoudheid: 1-3 dr. den mengen in een schaaltje heet water en 2-3 keer dampen per dag.
*bij bronchitis, astma: 2 dr. den of 2 dr. pijnboom oplossen in een schaaltje met heet water en 2-3 keer per dag dampen. Of: 3 den, 3 ravensara, 3 pepermunt verdampen en inhaleren.
*bij hoest bij kinderen: verdamp 3 dr. arveden en 1 dr. tijm in de kinderkamer.
*verdampen: 10 dr. den in de aromalamp zorgen voor een frisse, gezonde atmosfeer en werken verlichtend bij griep, verkoudheid, bronchitis en astma. Verdrijft bovendien nare luchtjes. Den in de aromalamp zet positieve ionen om in negatieve ionen, zodat hoofdpijn en een gevoel van onbehagen bij bijv. airconditioning worden verlicht. Goed bij depressies.
Bij borstinfecties meerdere stoombaden per dag.
Bron: Julia Lawless Encyclopedie van de etherische oliën
Michel Vanhoven, Geert Devlieghere: Etherische oliën.
Sorting Pinus names: Multilingual Multiscript Plant name Database.
Stem der Bomen Brigit Kahlert. De grove den.
The Gymnosperm Database Pinus Linneaus 1754.
E. Zimmermann. Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe.
Liber Herbarum II Erik Gotfredsen.Pinus sylvestris L.
Wikipedia nl., eng., de. Pinus sylvestris L. – Waldkiefer.
Botanical. Com. A Modern Herbal by Mrs. M. Grieve.
Pinus sylvestris L. Scotch Pine by Daroll D. Skilling.
Pini aetheroleum – Kiefernadelöl. Thomas Schöpke.
Foto:
fws.gov
agr.unideb.hu
mirrorin.com
bomengids.nl
biologie.uni-freiburg.de
ist-aicardi.it
be.msnusers.com
dkimages.com
istockphoto.com
iecat.net
la-palma-tourismus.com
departments.bloomu.edu
naturedirect2u.com
tomszak.plw.botanical-online.com
Previous page: Leptospermum scoparium
Next page: Dianthus caryophyllus