Anthriscus cerefolium
ANTHRISCUS CEREFOLIUM (Linne) Hoffmann – KERVEL, ECHTE.
Familie: Apiaceae, Umbelliferae.
Stoomdestillatie uit de zaden en/of vruchten. De olie is lichtgeel met een zoete anijsachtige geur. Olieopbrengst 0,3% in de plant; 1% in het zaad.
Verse bladeren gebruikt als keukenkruid en in de voedingsmiddelenindustrie. Gedroogd verliezen ze bijna alle smaak.
Kervel komt waarschijnlijk uit Zuid Europa of de Kaukasus en het westen van Azië. In het oude Rome heette kervel cherifolium. Deze naam komt van het Grieks chairephyllon en betekent “zich ergens over verheugen”, waarschijnlijk vanwege de voortreffelijke geur. De Romeinen hebben waarschijnlijk gezorgd voor de verspreiding naar het westen.
Niet verwarren met de Roomse kervel, de Myrrhis odorata en verder hebben we ook nog een zeer giftige plant, de Dolle kervel, oftewel de Gevlekte Scheerling geheten, de Conium maculatum.
Het is een nogal teer eenjarig kruid tot 30 cm. Als de plant gekneusd wordt is hij zeer aromatisch. Hij heeft vertakte, holle stengels, heldergroene, diep ingesneden, varenachtige bladeren, drievoudig geveerd eerst groen van kleur, bij het volwassen worden rozerood en witte bloemschermen. Hij bloeit van juni tot augustus. De bladeren zijn glad of gekroesd, de stengels fijn geribbeld en een beetje harig. De wortel is wit en ruikt naar anijszaad. In Midden- en West Europa is kervel geliefd in de keuken voor het garneren van visgerechten, soepen en salades. Maakt in Frankrijk deel uit van de fine herbes. Het blad bevat vitamine C, caroteen, ijzer, magnesium. Als thee is kervel goed om de zenuwen en het bloed te versterken, aldus de volksgeneeskunde en verder: goed tegen een slecht geheugen en depressies; verlicht het spijsverteringskanaal. Het sap van het verse kruid is zeer effectief bij huidkwalen zoals: eczeem, abcessen en slecht genezende wonden. De thee van het blad vernietigd gifstoffen en werkt zuiverend op het lichaam. In gezichtsmaskers kan kervel de huid reinigen en soepel houden en maken.
In het graf van de pharaoToetankamon vond men een mand met kervelzaden. In Zuidoost Europa sinds honderden jaren gecultiveerd. In het oude Griekenland, noch in het huidige Griekenland wordt kervel gebruikt. Wel in het oude Rome. Plinius en Columella schrijven reeds over het verbouwen van kervel en Apicius beveelt kervel in zijn kookboek aan, samen met kip. Dioscorides schreef het voor als diuretisch en krampopheffend de darmen betreffende. Ten Noorden van de Alpen werd het kruid in de vroege Middeleeuwen bekend en gegeten in de kloosters tijdens de vastenperiode. Ook bekend bij Hildegard von Bingen.
Reeds in de volksgeneeskunde in de Middeleeuwen voorgeschreven om de lever vrij te maken en om urine en stenen af te drijven, lichaamssappen te doen stromen, de bloedsomloop te bevorderen en te reinigen bij geelzucht, bleekheid, gezwollenheid, enz. Na een val of zware kneuzing, moest kervel ook ingenomen worden: “ Om het gestolde bloed weer vloeibaar te maken” !! In de volksgeneeskunde ook gebruikt als een voorjaarstonicum. Inwendig kan het sap gebruikt worden bij reuma, geelzucht, bij hoge bloeddruk en uitwendig bij eczeem, ontstekingen, bindweefselontsteking, abscessen en aambeien.
Overgebleven eigenschappen van het kruid zijn ook heden ten dagen: stimulerende werking, diuretisch, inwendig gebruik bij: circulatiestoornissen, leveraandoeningen, geelzucht, chronische catarre, verstopping van de lymfevaten, aandoeningen van de urinewegen, darmverstoppingen en uitwendig bij huidaandoeningen, oogontstekingen en aambeien.
In de keuken wordt kervel altijd vers geplukt en gebruikt. Bij drogen verliest hij alle eigenschappen en bij koken alle geur. De smaak doet een beetje aan anijs denken, is fris, een beetje zoet en zacht. Lekker in kruidenboter, in smeersels, eiergerechten, dipsauzen, met vis en schaaldieren. Een goede combinatie is met dragon.
Op grote schaal gekweekt in de USA en Zuid Europa.
In de tuin geplant moet kervel andere planten beschermen tegen mieren, bladluizen en slakken. Naast rammenas geplant zou kervel die een scherp aroma bezorgen.
Anthriscus sylvestris, fluitenkruid wordt niet in de keuken gebruikt, maar levert een gele, natuurlijke kleurstof. Fluitenkruid is licht giftig en kan huidirritaties veroorzaken.
Werkzame stoffen:
De plant heeft slechts weinig etherische olie, 0.3% in de plant en 1% in het zaad.
De etherische olie bestaat voornamelijk uit methylchavicol en anethol. Van deze stoffen wordt aangenomen dat ze kankerverwekkend zijn. Vlak voor de bloei is het gehalte isoanethol zeer hoog. Verder estragol, coumarine, flavonoïden, vitaminen, mineralen en bitterstoffen. Kervel heeft een slijmoplossende werking.
Ook vitamine C, bitterstof en hetzelfde flavonoïde als in peterselie.
Verder: 1-allyl-2,4-dimethoxybenzeen – palmitinezuur – petroselinezuur – linolzuur.
Specifiek werkzaam:
abces – antiseptisch – artritis – digestief – eczeem – expectorant – galstenen – hoofdpijn – huidverzorging, onreine huid – jicht – koorts – spijsverteringsproblemen – slapen/slaapstoornissen/slapeloosheid – stimulerend, algemeen – stomachisch – urinedrijvend – verkoudheid – wonden – zwellingverminderend – zweetdrijvend – geheugenproblemen.
De etherische olie en de bitterstoffen hebben een gunstige werking op de nierfunctie en de spijsvertering. Deze stoffen zijn een ondersteuning bij ontgifting en ontslakken en bloedreinigingskuren.
Contra indicatie:
Door het hoge percentage methylchavicol en anethol waarschijnlijk kankerverwekkend, dus wordt het aanbevolen deze olie niet of nauwelijks te gebruiken, in ieder geval niet therapeutisch.
Veiligheid: MSDS
Xi-Xn: irritant voor ogen en huid, mogelijk dermatitis veroorzakend. Mogelijk carcinogeen.
Toepassingen:
*bij eczeem
*spijsverteringsproblemen.
Bronnen: neerlandstuin.nl
Plantaardigheden.nl/plant
Wikipedia: nl., de., engels
tuinadvies.be/kruiden
marechal.be/Detailskruiden
uni-graz.at/katzer/germ
Previous page: Piper longum
Next page: Piper nigrum