Boronia megastigma
BORONIA MEGASTIGMA Nees ex Bartl. – BORONIA
Familie: rutaceae. Etherische olie door oplosextractie van de bloemen die met de hand van de struik verwijderd worden. De naam komt van een 18e eeuwse Italiaanse botanist Fransesco Borone.
Een concrète en een absolue door enfleurage of extractie door petroleum-ether uit de bloemen. De concrète is donkergroen met een warme houtige geur. De absolue is groenig met een frisse fruitige geur. Jarenlang geoogst in het wild voor de bloemenindustrie vooral in het oosten van Australië.
Het is een ruige groenblijvende struik tot 2 meter hoog met geelbruine bloemen, vooral als sierstruik gekweekt. De struik heeft kleine harige takjes en groene kleine bladeren. Hij bloeit van de late winter tot de vroege lente met geurende kleine 1 cm grote bloempjes die donker roodbruin tot geel groen van buiten zijn en van binnen lichtgeel tot geelgroen. Er zijn enige honderden species van Boronia voornamelijk in zuidwest Australië, (322 zijn er naamgegeven). De B. megastigma heeft een geweldige geur en is geliefd als snijbloem in Australië. Ook is er veel export, zie verderop. De bloemen worden verzameld en geëxtraheerd met petroleum ether, geconcentreerd in een was (concrète) en dan wordt de concrète gerectificeerd met alcohol en geconcentreerd tot een absolue, een donkergroene viskeuze vloeistof met een fruitachtige, theeachtige licht kruidige geur. Vroeger werden ze in het wild geoogst, in drums gedaan met petroleum ether en de drums gingen naar Perth voor verdere destillatie. Nu zijn er plantages met goed geoutilleerde uitrustingen voor destillatie in Tasmanië.
Is inheems in zuidwestelijk Australië en groeit daar in het wild in moerasland evenals in het zuidwesten. Is verwant aan de citrusboom. Hij wordt gebruikt in de parfumindustrie, speciaal voor bloemengeuren
Wordt nu ook veel als tuin decoratieve plant gehouden. De olieproductie vindt plaats in Tasmanië en Nieuw Zeeland, in de plaats Nelson begonnen in 1984. De firma in Nelson gebruikte zaad van wilde planten en klonen. Het zaad is zeer moeilijk tot kiemen te brengen aangezien het zaad in een olieachtig omhulsel zit, waardoor het zelfs enige jaren in de grond kan zitten zonder te groeien. Ook is het zaad enorm diverse wat consequenties heeft voor de vorm van de plant, de kleur, bloeitijd, oogstproblematiek, olieopbrengst, chemische compositie, enz. De klonen moeten zorgvuldig worden onderzocht op al hun kwaliteiten. De teelt is arbeidsintensief. Veel schade kan veroorzaakt worden door psyllid, een insect dat schimmel kan veroorzaken. In verband met olie productie moeten de chemische bestrijdingsmiddelen zorgvuldig gekozen worden. In Nieuw Zeeland wordt met de hand geoogst, met een soort kam, die voorzichtig door de struik wordt gehaald om de volwassen bloemen in september/oktober voorzichtig te strippen en in emmers te verzamelen. Alleen de bloemen mogen worden verzameld, want bladeren en stengels hebben een andere chemische componenten samenstelling dan de bloemen. Het beste is om zeer vroeg in de ochtend te oogsten, aangezien de bloemen bij opwarming plakkerig worden, waardoor ze moeilijk uit de struik zijn te verwijderen. De bloemen worden zo snel mogelijk opgeslagen in plastic zakken in een koeler bij een temperatuur van 5°C. Op deze manier kunnen ze 12 dagen worden opgeslagen zonder kwaliteitsverlies. Extractie vindt plaats met hexaan op voedingskwaliteit, in vaten van glas of roestvrij staal. De hexaan oplossing verwijderd de olie en was. Het concrete is dan een bruin-groene vloeistof met een sterke houtachtige geur. De concrete kan worden gewassen in olie (= absolue) en was delen, maar de handel in Nieuw Zeeland vindt plaats in de concrete. De Boronia is prijzig en wordt gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie, vooral in fruitproducten en een beetje in de parfumindustrie. Tasmanië koopt de producten van de firma Nelson.
De Boronia megastigma wordt geteeld voor de olie, de Boronia heterophylla als snijbloem, aan de oost- en westkust in Australië, Nieuw Zeeland, Californië, Israël, Zuid-Afrika en Europa. Veel telers hebben de Boronia ervaren als een wispelturige plant, onderhevig aan wortelrot en roest en zeer arbeidsintensief qua teelt, waardoor het vooral in het begin economisch slecht ging met de teelt en er veel verlies werd geleden. De snijbloemen worden geëxporteerd naar Japan, Singapore, Hongkong, Taiwan, Europa en Canada. De USA heeft een importverbod op Rutaceae species. Er is veel onderzoek van de Universiteit van West Austalië om de bloeitijd van de B. heterophylla te verlengen en om andere kleuren te telen.
Werd oorspronkelijk geoogst vanuit de bush, maar door de grote vraag en om de kwaliteit te verbeteren is de plant gecultiveerd. Olie wordt gedestilleerd met hexaan met een opbrengst van 0.4-0.8% concrète. Deze wordt gewassen met alcohol om 60% absolue te oogsten (Guenther 1949; Penfold en Willis 1954), met een waarde van 4000 – 12.000 US. $ per kilo afhankelijk van kwaliteit en zuiverheid. Het wordt gebruikt in parfums, cosmetica en in de voedingsmiddelenindustrie.
Boronia’s hebben behoefte aan een koele periode, zoals winterse nachten beneden de 10°C, om bloemen te vormen. Warme perioden in die tijd kunnen leiden tot bloem verlies op een zeker moment in de bloem ontwikkeling. Cultivatie van de Boronia is succesvol van hete droge condities van Coorow, tot de koele omstandigheden van Tasmanië, tot de zuidelijke eilanden van Nieuw Zeeland. De teeltplaats moet vorstvrij zijn, maar veel soorten zijn vorst tolerant. Harde winden beschadigen de scheuten en verzwakken de wortelsystemen, dus bescherming tegen wind is noodzakelijk. In de natuur groeien ze op natte standplaatsen, gecultiveerd houden ze van goed gedraineerde, licht zure grond. Ze houden niet van fosfor in de grond. De grond moet getest worden op Phytophthora, Meloidogyne en Pratylenchus en deze zullen moeten worden bestreden. Planten worden in rijen geteeld van noord naar zuid, geïrrigeerd, onkruid vrij gehouden. In Westelijk Australië is de plantdichtheid voor de Boronia heterophylla 7000-10000 planten per hectare en in Tasmanië voor de B. megastigma 19.500 planten per hectare. Irrigatie of regenval is noodzakelijk aangezien bijvoorbeeld de B. Heterophylla een oppervlakkig wortelsysteem heeft in de top 30 cm grond. Die moet daarom nat gehouden worden. De wortels zijn gevoelig voor rot en schimmels en daarom moet de grond goed gedraineerd worden.
Enige soorten:
De Boronia heterophylla is speciaal voor snijbloemen en bloeit slechts 2 weken in eind september begin oktober. Als de bloemen niet worden geoogst, dan verwelken ze aan de struik. Maakt lange stengels met roze bloemen. De rechte struikjes van 2-3 meter zijn verschillende jaren productief. De leefbaarheid na het oogsten is goed en er is veel vraag naar voor de export. De kleuren zijn momenteel: wit, licht roze, midden roze en donker roze. Houdt van half schaduw. Kan in de volle zon groeien, maar dan moeten de wortels nat gehouden en beschermd worden.
De Boronia megastigma als snijbloem komt voor in natte gebieden in West-Australië. Het is een rechte, dichte struik van 1-3 meter hoog. De individuele plant bloeit van eind juli tot oktober. Werd als snijbloem geteeld in Victoria, maar roest (Puccinia boroniae) maakte hier drastisch een einde aan.De bloemen geuren. Na het oogsten is de levensduur maar kort en Azië houdt niet van het parfum van de bloemen.
Boronia muelleri, op de zuidelijke kust van New South Wales en Victoria. De bloemen zijn 1,5 cm van wit tot licht rose. Bloeit van augustus tot november met een beperkte productie.
Boronia pinnata is een kleine struik in NSW. Hij draagt trossen roze bloemen van augustus tot november. Geoogst in het wild en geliefd bij bloemisten. De vaas leeftijd is 5 – 8 dagen. Moeilijk te telen en te vermeerderen.
Boronia serrata. Is een kleine struik van 1,5 meter hoog in NSW. En geeft overvloedig roze-rode bloemen. Individuele planten bloeien 4-8 weken, in natuurlijke habitats van juli tot november. De bloemen zijn vorstgevoelig en windgevoelig. Irrigatie is belangrijk.
Boronia purdieana: is een kleine struik in West Australië. Groeit op de zandvlaktes aan de kust ten noorden van Perth en kan onder hetere omstandigheden groeien dan de B. heterophylla. Houdt van goed gedraineerde gronden. Hij geeft een overvloed aan geparfumeerde, groengele bloemen van juli tot augustus. Deze vroegbloeier heeft korte stengels 30-40 cm, maar geliefd als snijbloem. Cultivatie in nog beperkt en de wilde oogst (49.000 stengels) is ongeveer het 5 –6 voudige van de gecultiveerde oogst.
Werkzame bestanddelen:
Boronia bevat meer dan 150 bestanddelen. Beta-ionoon is de belangrijkste en voor de parfum industrie dodecylacetaat. De monoterpenen hydrocarbons, a-pineen, b-pineen en limoneen doen afbreuk aan het aroma. Verder heptadeceen en dodecanol,
ionoon, eugenol, ethanol, triacontaan, ethylalcohol en fenolen, a-pineen, b-pineen, limoneen, mierenzuur, palmitinezuur, caprylzuur.
De bestanddelen verantwoordelijk voor de geur zijn: o.a.:
Beta-ionoon – alpha-ionoon – beta-ionol – dihydro-beta-ionoon – dihydrobet-ionol – 3-hydroxy(E)-beta-ionoon – (E)megastigm-7-en-3,9-dione – (E)-3alpha-hydroxymegastigm-7-en-9-one – (Z)-3alpha-hydroxymegastigm-7-en-9-one – (E)-3beta-hydroxymeastigm-7-en-9-one – (E)-9-hydroxymegastigm-7-en-3-one – cyclic-beta-ionoon – theaspiraan B – theaspiraan A –(Z)-retro-alpha-ionoon
Ook belangrijk voor de geur zijn de methyl jasmonaat en aanverwante componenten:
(Z)-methyljasmonaat – (Z)-methylepi-jasmonaat – (anti)-delta-jasmonic acid lactoon – (syn)-delta-jasmonic acid lactoon.
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de gele bloemen species geen b-pineen produceren en minder limoneen. Wel produceren ze meer b-ionoon en dodecylacetaat dan de rood bruine species.
Specifiek gebruik:
Parfumindustrie, aromatisch, maar bijna niet in de aromatherapie vanwege de prijs (kost ongeveer 12000 dollar de kg.) cosmetica en de voedingsmiddelenindustrie.
Combinaties:
bergamot, costus, helichrysum, mimosa, sandelhout, scharlei, viooltje, en andere bloemengeuren en andere synthetische en natuurlijke aroma’s.
Bron: Association of Societies for Growing Australian Plants
Crop and food research by Noel Porter. Boronia megastigma
Leffingwell & Associates. Boronia A review by John Leffingwell, Ph. D.
The rural industries: Julia A. Plummer: Boronia. 1996
Annals of Botany Company 76: 457-463, 1995. Flower and volatile oil ontogeny in Boronia megastigma. B.M.Russel, J.A.Considine, Z.E.Spadek.
Foto’s: farrer.csu.edu.au
bojensen.net
punmiris.com
aromatherapy-oil.co.uk
Previous page: Liquidambar orientalis
Next page: Plantenstoffen