Cinnamomum zeylanicum
CINNAMOMUM ZEYLANICUM Blume – KANEEL/PIJPKANEEL.
Synoniem: Cinnamomum verum J. S. Presl.
Cinnamomum zeylanicum Nees
Laurus cinnamomum L.
Familie: lauraceae. Gebruikt deel: 1. bladeren en twijgen. 2. Binnenste bast. 3. olie uit de wortel. Opbrengst 1-3%. Bestaat vooral uit kamfer, tot 60% en wordt niet commercieel geproduceerd; is ook niet in de handel.
Waterdestillatie uit: 1. de bladeren en de twijgen. Dit is een geel tot bruinachtige vloeistof met een warm-pikante geur. Er is ook een CO2 extract.
2. De binnenste bast, dit is een licht- tot donkergele vloeistof met een zoet pikante geur, die erg duurzaam is.
Gehalte aan etherische olie bladeren en twijgen: 1 -1,25%, voor 1 kg essence 80 kg plantmateriaal. De kleur is geel tot bruin, de geur: zoet, warm, kruidig. Lijkt op kruidnagel. Basis- of middennoot.
Gehalte aan etherische schorsolie: 0,5-4%, 100-200 kg bast voor 1 liter olie. De kleur is licht- tot donkergeel, de geur krachtig, warm, kruidig, zoet. Basis- of middennoot.
Een andere methode geeft aan: de bast kloppen, macereren in zeewater en daarna een snelle destillatie van het geheel.
De naam komt uit het Grieks kinnámõmon, van de Phoeniciërs en het aanverwante Hebreeuws: quinnâmôn, en is in het Maleisische en Indonesisch kayu manis: zoet hout.
Het is een boom van de Lauraceae familie en vertoont veel overeenkomsten met de laurier. Er zijn zo’n 275 verschillende soorten kaneelbomen, waarvan er ongeveer 5 worden gebruikt voor de winning van kaneel. Ceylon kaneel is Cinnamomum zeylanicum of C. verum. Padang cassia is Cinnamomum burmanii, die voornamelijk op Sumatra wordt verbouwd en Kassia is Cinnamomum aromaticum.
De grootste exporteur is Sri Lanka, verder Madagaskar, de Seychellen en Maleisië.
De cassia, de sterkere kaneel wordt in Amerika en China gebruikt. In Europa tot de 16e eeuw. Daarna werd hier de Cinnamomum zeylanicum/ verum meer populair. In de tropen wordt hij kurundu genoemd. De meest gebruikte botanische naam is Cassia. Dit is verwarrend want hij heeft niets gemeen met de Cassia fistula. Dat is een Indiase boom die tot een andere familie behoort en grote, gele bloemen heeft.
De Cinnamomum is een groenblijvende boom die een hoogte van wel 15 meter kan bereiken, tenminste in de vrije natuur, onder goede omstandigheden.
Gecultiveerd wordt hij laag gehouden, in de vorm van een heester, niet hoger dan een meter of drie. De kwaliteit van de kaneel is behalve van de grond, zon, veel regen en een hoogte tot 300 meter ook afhankelijk van de behandeling en verzorging van de plant.
Op de plantages houdt men de bomen erg kort om de tot 2 meter lange scheuten gemakkelijk af te kunnen knippen. Men laat de boom twee jaar groeien en dan wordt hij gesnoeid. Het volgende jaar schieten de twijgen vanuit de wortels omhoog en deze twijgen worden van hun schors ontdaan en gedroogd. Alleen de binnenste bast van 0.5 mm wordt gebruikt door het buitenste hout te verwijderen. Zo krijgt men strips van een meter die door het drogen opkrullen tot rolletjes (quills) en ieder gedroogd rolletje bevat strips van verschillende scheuten, die samengepakt worden. De quills worden afgesneden op 5-10 cm. voor de verkoop. Kaneel is dus het binnenste van de Cinnamomumbast. Kaneel is afgeleid van het Latijnse canna, dat riet betekent en verwijst naar de vorm van de opgerolde schors en canella betekent rolletje. De bladeren worden gedestilleerd, de schors wordt 24 uur gefermenteerd, onder rieten matten. De buitenste schors wordt dan weggeschraapt, zodat het kernschors droogt. Verschillende stukken schors worden in elkaar gestopt en zo wordt het kaneelstokje gevormd. Kaneel wordt in stukken en in poedervorm gebruikt om gerechten en likeur te aromatiseren. De beste kwaliteit kaneel wordt aangeduid met de cijfers 00000. Hoe minder nullen des te slechter is de kwaliteit. In parfum wordt de etherische olie gebruikt om een intense warme geur te geven. (Cinnabar 1975 van Estée Lauder, Guerlain 1906, Poison van Christian Dior, e.a.). Deze parfums vallen onder de amberkruidige geurfamilies.
Door terug te snoeien en de boom te knotten onderdrukt men de eigenlijke stamvorming en krijgt dan een struik van 3 meter hoog bij 4 – 5 meter omtrek, met uitschietende twijgen die, als ze 2 jaar oud zijn en 1,5 cm dik, worden gesneden. Van tijd tot tijd worden de hele planten door stekken of zaad vernieuwd, om de wortels niet te oud te laten worden. De beste kaneel zit in de twijgen die zich in het midden van de struik bevinden. De hoofd- of voornaamste oogst is in de lente, de kleinere oogst in het najaar, na de regentijd, als de schors of bast goed loslaat. De buitenste schors wordt verwijderd en het grootste deel van de binnenschors geschild. 8 – 10 Stukken worden in elkaar geschoven, afgesneden op een bepaalde lengte, gedroogd in de schaduw, in bundels verpakt en verscheept. Dit zijn de kaneelstokjes, -rolletjes, of pijpkaneel.
Het is een groenblijvende boom met zijdeachtige pluimen met kleine onwelriekende, crèmekleurige bloemetjes en paarse bessen. Ze groeien in donzig behaarde trosjes. De vruchten zijn blauwwitte bessen.
De bladeren zijn groot, leerachtig en sterk aromatisch. In grote delen van Azië en Indonesië worden de bladeren geweekt om olie uit te winnen. Deze olie is antiseptisch en een licht laxerend middel voor kinderen.
Op het platteland is het een bekend middel tegen verkoudheid. Het wordt in stukjes gebroken en met enkele kruidnagels toegevoegd aan warme wijn. Kaneel is stimulerend en bevordert de transpiratie. Het geurige kruid is eveneens onmisbaar in notenlikeur. In China wordt kaneel gebruikt voor de bereiding van liefdesdranken. Ook wordt kaneel gebruikt om de seksuele lust op te wekken. Vier of vijf stukjes kaneel moeten enkele uren weken in een theepot vol kokend water en groene thee. Deze drank moet dan een week lang verspreid over de dag worden gedronken.
De kaneelboom wordt verbouwd in Zuid India, Sri Lanka, Java, Sumatra, Vietnam, Brazilië, Madagaskar, Zanzibar, Egypte,Indochina en Afrika. De bladeren verspreiden een sterke kruidige geur als ze beschadigd worden. Kaneel is mogelijk een der oudste geneesmiddelen uit kruiden en komt in oude Chinese teksten al 4000 jaar voor, 2800 voor Christus reeds in het kruidenboek van de Chinese Keizer Shennung. In de Oudheid werd kaneel niet gebruikt als specerij, maar om aromatische zalven, medicijnen en schoonheidstincturen te maken. Reeds in de Oudheid bloeide de handel. De Arabieren haalden de kaneelrolletjes uit India en verkochten ze voor veel geld in Europa. De plaats waar de kaneel vandaan kwam werd zeer geheim gehouden en zo ontstonden allerlei fabeltjes: Aristoteles dacht dat de “kaneelvogel” de kaneel verzamelde en er zijn nest mee maakte. Met pijl en boog moesten de nesten dan naar beneden geschoten worden. De Arabieren hielden dit vol tot de zestiende eeuw, toen de Portugezen de handel overnamen. In 1498 veroverden de Portugezen onder Vasco da Gama Ceylon, het latere Sri Lanka en hadden het monopolie op de kaneel handel. Toen ze door hadden wat voor rijkdommen Ceylon bevatte in de vorm van kaneel, legden ze de heersers van Ceylon een jaarlijkse schatting op van 125.000 kg. kaneel tegen protectie van de regering van Portugal. Ceylon verzette zich hiertegen, riep de hulp van de Hollanders in en kwamen zo van de regen in de drup.
De Hollanders “hielpen” Ceylon en die begonnen plantages voor de kaneel teelt. Zoals de Hollanders met kruidnagel en muskaat hadden gedaan richtten ze ook een kaneelmonopolie op. Overal roeide ze de kaneelboom uit, behalve op Ceylon. Iedere kaneelbewerker tussen de 18 en de 80 jaar moest jaarlijks 500 kg geschilde kaneel afleveren aan de Hollanders, die dit 200 jaar volhielden met ware terreur. Dit was de Hollandse Oostindische Compagnie. Als er meer werd geproduceerd dan de Hollandse schepen konden laden, dan werd de rest verbrand. Rond 1796 – 1802 namen de Engelsen de heerschappij over. De Hollanders slaagden er toen in om plantages op te richten in Indonesië en nu exporteert Indonesië zo’n 8000 ton kaneel per jaar. Ceylon (Sri Lanka) en de Seychellen produceren ongeveer de helft. De beste kwaliteit levert Ceylon. Die kaneel wordt ook niet gemalen, maar hoofdzakelijk als rolletjes verkocht. Deze rolletjes zijn kleiner en zachter, dun, glad en niet zo donker van kleur (licht geel, bruin), hebben een indringende zoete, warme en prettige geur en smaak, heel anders dan de cassia rolletjes, die dikker, harder en donkerder rood van kleur zijn en uit China, India, Indonesië en de Seychellen komen. De rolletjes gaan zo’n 3-4 jaar mee. De Chinese kaneel wordt hoofdzakelijk gemalen en het poeder verliest snel zijn aroma: dus weinig inkopen en snel verbruiken. Naast elkaar zijn kaneel en cassia goed te onderscheiden en eveneens microscopisch. Het poeder van beiden is moeilijker te onderscheiden. Men kan testen met iodine tinctuur waarbij de echte kaneel van goede kwaliteit bijna geen reactie laat zien, terwijl cassia een diepblauwe kleur als reactie geeft.
De Grieken kenden ook reeds kaneel en noemden hem Malabathron. Ook in het oude Egypte was kaneel reeds bekend. Ook in de bijbel komt kaneel voor. Mozes gebruikte het voor de bereiding van een zalfolie. De Arabieren maakten kaneel verder bekend en zo werd kaneel in de 15e en 16e eeuw tevens een doel van de ontdekkingsreizen.
Toen de Hollanders de kaneelhandel op Ceylon in handen hadden ging kaneel een grotere rol spelen in de Oudhollandse keuken, evenals vroeger in de kraamkamer. Voor een voorspoedige bevalling kreeg de kraamvrouw een kaneeldrankje, dat tevens de productie van zog moest bevorderen. Men schonk de visite kandeel (wijn, bier of melk met eierpunch, kaneel en kruidnagel) en serveerde kaneelbeschuitjes en kaneelwafels. Het was in die tijd een kostbaar en duur specerij. Als men het bezat getuigde dat van rijkdom. De grote koopman Anton Fugger schijnt in het bijzijn van Karel de vijfde diens schuldbekentenissen te hebben verbrand door middel van kaneelstokjes.
In de volksgeneeskunde in het oosten is kaneel duizenden jaren gebruikt bij: verkoudheid, griep, spijsverteringsproblemen, reumatische aandoeningen, menstruatieproblemen, nierproblemen en als stimulans.
Kaneel olie wordt gewonnen door waterdampdestillatie van de twijgen met bladeren en van de bast. De bastolie is toxisch en wordt daarom in de aromatherapie niet of nauwelijks gebruikt. Beide oliën worden gebruikt in neussprays, hoestsiroop en tandverzorgings-producten. Ook als smaakstof in voedingsmiddelen, alcoholische- en frisdranken.
De bladolie wordt gebruikt in zeep, cosmetica, toiletartikelen en parfums en werkt bloedstelpend, circulatiebevorderend, stimulerend op ademhaling en hart.
De bastolie is een afrodisiacum; verhoogt de afscheiding van speeksel, tranen en neusvocht; versterkt hart en geest, goed tegen depressies, bloedstelpend, kalmerend, menstruatieregelend, ontsmettend, stimulerend op hart en ademhaling, goed voor herstel na ziekte, geeft kracht.
De bladolie is geel tot bruin van kleur met een warm, kruidig aroma. Therapeutisch gezien is kaneel olie zeer waardevol en wel op een groot aantal gebieden. Ontspannend bij spierverhardingen en geestelijke verharding in het algemeen.
De olie heeft niet alleen een versterkende en verwarmende werking bij kou, lage temperaturen, maar ook bij innerlijke kilte. Helpt tegen bacteriën, virussen en schimmels. Remt ontstekingen en bevordert de doorbloeding.
In India en Sri Lanka veel gebruikt in de keuken, evenals in Perzische en Arabische regionen, Noord en Zuid Afrika. In India wordt kaneel in zijn geheel gebruikt: de bast wordt gebakken in hete olie tot ze ontrollen en dan worden andere stoffen en ingrediënten toegevoegd. In China en India worden de kaneelknoppen ook gebruikt. Dat zijn de onrijpe vruchten die worden geoogst direct na de bloesem en ze lijken een beetje op kruidnagel. Ze zijn mild, puur en zoet en moeten worden gemalen. Ze hebben minder aroma dan de bast.
De schorsolie wordt dikwijls vervalst met bladolie of cassia.
Beide oliën niet gebruiken bij kinderen en ouderen (Franchomme & Penoel 2001 p.362). De schorsolie is potentieel sensitiserend, dus matig gebruiken.. De IFRA beveelt gebruik aan beeden de 1%.
Beide oliën zaijn gemiddeld actief tegen Candida albicans, C. glabrata, Microsporum canis, Trichophyton rubris en T. mentagrophytes (Mastura et al 1999).
C innamon olie en cinnamaldehyde zijn sterk antibacterieel tegen Staphylococcus aureus, Streptococcus faecalios en Pseudomona aeruginosa (Lens-Lisbonne et al 1987)
Werkzame bestanddelen bladolie:
gecultiveerde blad/twijgen, Madagascar, stoomdestillatie: Blad/takjes/twijgen: opbrengst 1%. De olie heeft een warme kruidachtige geur.
Fenolen: eugenol 80-96%, eugenol acetaat, methyleugenol, cinnamylaldehyde 3%, benzylbenzoaat 3.50%, linalol 2%, safrol 1.97%, 1,8-cineol 0.16%, a-copaen, a-terpineol, a-humuleen, a-phellandreen 2.%, a-pineen 1.4%, a-terpineen 0.15%, b-caryophylleen 4%, b-phellandreen 0.4%, b-pineen, b-elemeen, campheen, b-selineen, caryophylleenoxide, cinnamylacetaat, cis-linaloloxide, delta-3-careen, g-cadineen, nerol, piperiton, p-cymeen, terpinen-4-ol, borneol, kamfer, cinnamylacetaat, limoneen 0.38%, metoxy cinnamaldehyde 7.06%, myrceen 0.2%, paracymeen 0.84%, trans-cinnamaldehyde 1.49%
Ter vergelijk: bladolie bestanddelen Shirley Price en Len Price p.397.
Hydrocarbons: monoterpenen: b-phellandreen. Sesquiterpenen: 8%. A-ylangeen 0.25-1% – b-caryophylleen 1.9-7.5% – humuleen – isocaryophylleen – a-copaen, sporen.
Alcohols: monoterpenolen a-terpineol 0.2-0.4% – lanalol 2-5% – Aromatisch: cinnamic alcohol 0.5-0.7% – benzylalcohol, sporen.
Esters 9%. Aromatisch: methylcinnamaat, sporen-3% – ethylcinnamaat, sporen-0.02% – benzylbenzoaat, sporen-4.1% – 2-phenylethyl benzoaat, sporen-2% – cinnamylacetaat – 3-phenyl prpylacetaat 1% – decinnamylacetaat 0.8-1.6% – trans-cinnamylacetaat 0.8-4.6% – eugenolacetaat 1-8.1%.
Phenolen: 80%. Eugenol 78-87% – isoeugenol 0.15% – phenol 0.2% – 2-vinylphenol, sporen.
Aldeyden: aromatisch: cis-cinnamaldehyde 0.2-2% – hydroxycinnamaldehyde 0.15% – benzaldehyde, sporen-0.2% – coniferaldehyde – phenyl propanal, sporen.
Ketonen: monoterpenonen: kamfer, sporen.
Oxiden: monotrpenoide 1,8-cineol.
Werkzaamheid:
Adstringent – afrodisiacum – analgetisch, tandpijn, reuma, jicht – anthelmintisch – antidepressief – antidiarree – antidoot – anti-inflammatoire, stomatitis, salpingitis, enterocolitis – antifungal – antimicrobe – anti-infectie, oropharyngitis, cystitis, acute bronchitis, rhinopharingitis – antiseptisch – antispasmodisch – antiviraal – bloedcirculatie bevorderend – bronchitis – carminatief – chronische bronchitis – digestief – emmenagoog – gewrichtspijnen – hoofdluis – huidinfecties – immuunstimulant, immunoglobine A – insectenbeten – jicht – kiemdodend – luchtweginfecties – menstruatiepijnen – neurotonisch – parasiticide – reumatische pijnen – schimmeldodend – schurft – sinusitis – spierpijn, verstijfde spieren – spasmolitisch – stimulans, hart, bloedcirculatie – stomachisch – tonisch, zeer krachtig algemeen – uitputting, geeft kracht – vermifuge – wratten.
Verdampen en baden bij griep, jicht, pijnlijke menstruatie, lichamelijke en geestelijke uitputting. Gebruik in de voedingsmiddelenindustrie, cosmetica (zeep e.d.), insecticide. Luchtzuiverend: kruidnagel- kaneel – sinaasappel verdampen. Sterk huidirritant, daarom spaarzaam gebruiken. Eugenol in de olie is zwak tumor stimulerend, bevorderend in dieronderzoek en zwak cytotoxisch.
Werkzame bestanddelen schorsolie: gecultiveerde schors, bio, Madagascar, gedestilleerd:
Bast/schorsolie: opbrengst maximaal 4%.
cinnamylaldehyde 20-75%, benzaldehyde, cumminaldehyde, pineen, cineol, b- fellandreen 7.04%, furfurol, cymeen, linalol.
Sesquiterpenen: beta-caryophylleen 1.9 -13.75%, a-ylangeen 0.25-1%. Aromatische alcoholen: cinnamique en benzyllique-acohol 0.5-7%.
Terpenische en aromatische esters: 3-phenyl-pripyl-acetaat 1%, cinnamyl-acetaat 0.8-1.6%, ethyl-acetaat 0.02%, eugenyl-acetaat 1-2.5%, benzyl-benzoaat 2.7-3.5%. Fenolen: fenol 0.02%, 2-vinyl-fenol, eugenol 70-87%, isogeunol 0.15%, chavicol.
Aromatische aldehyden: cinnamaldehyde 0.2-2%, hydroxycinamaldehyde 0.15%.
De aanwezigheid van 2-heptanon is belangrijk voor de kwaliteit van de kaneel. Safrol, kaneelzuur en esters komen in kleine hoeveelheden voor, maar zijn belangrijk voor de specifieke smaak van de kaneel.
Verschillende terpenoïden worden gevonden in de essentiële olie en deze zouden verantwoordelijk zijn voor het medicinaal effect. Belangrijk daarbij zijn eugenol en cinnamaldehyde. Cinnamaldehyde en kaneelolie dampen zijn zeer sterke anti- schimmelmiddelen. Voorlopig onderzoek bij mensen heeft aangetoond dat de olie een goed effect heeft op orale candida infecties bij HIV patiënten.
Antibacteriële effecten zijn ook aangetoond voor kaneel. De diterpenen in de olie hebben een anti allergene werking, terwijl waterextracten mogelijk maagzweren helpen bestrijden. De diterpenen hebben ook insecten bestrijdende eigenschappen.
Kaneel geeft steun aan oudere mensen, die herstellende zijn van een ziekte. Effectief bij de behandeling van luizen. Voornamelijk gebruik in de voedingsmiddelen industrie en beperkt in de parfumindustrie vanwege de huidirriterende eigenschappen.
Ter vergelijk: schors/bastolie bestanddelen van Shirley en Len Price p. 398.
Hydrocarbons: monoterpenen: pineen – b-phellandreen 1-2% – Sesquiterpenen: b-caryophylleen 1.3-3.3% – a-copaen 0.5%. Aromatisch p-cymeen.
Aldehyden: aromatisch: cis-cinnamaldehyde 60-76% – benzaldehyde, sporen-2.2% – cuminaldehyde <1% – hydoxycinnamaldehyde 0.4% – pheny propanal 0.6-1%. Andere: furfural.
Phenolen: pheno, sporen- 2-vinyl phenol 0.03% – eugenol 2-13% – iso-eugenol 0.02%.
Methylethers: methyleugenol.
Benzodioxoles: safrol.
Esters: aromatisch: benzylbenzoaat <1% – 2-phenylethyl ester, sporenm – menthylcinnamaat, sporen – eugenolacetaat – trans-cinnamylacetaat 0.3-10.6%
Alcohols: monoterpenolen: linalol 0.2-3.1% – benzylalcohol, sporen – terpinen-4-ol 0.6-1.1% – a-terpineol 0.4-1.4%. Aromatisch: 2-phenylethylalcohol 0.4% – cinnamylalcohol 0.2%.
Coumarinen <1%
Ketonen: monoterpenonen: kamfer, sporen-1.4%.
Oxiden: monoterpenode 1,8-cineol.
Specifiek werkzaam:
Ademtonicum++++ – adstringent – afrodisiacum – amoebiasis++++, entamoeba, hystolitica – analeptisch – analgetisch, reuma – anesthetisch+ – anthelmintisch – anticoagulans – anticonvulsant – antidotisch – antifungal – antiparasitisch, scabies, pediculosis – antipuriginosom – antiseptisch, sprayen voor luchtzuivering – antispasmodisch, kolieken, spasmen van enterocolitis – antiviraal+++, wratten, virale infecties – aperitief – asthenie+ – bactericide+++, dysentrie, enterocolitis, cystitis, diarree, urinweginfecties, vaginitis, leucorroe – blaasontsteking+++ – blauwe plekken – bloedcirculatieregelen+++ – bronchitis+ – cardiac, hartversterkend – carminatief – chronische etterige tandkasontsteking++++ – collibacillose+++ – darmvergiftiging bij volwassenen – depressie+ – desinfectant – diarree+++ – digestief– diuretisch – emmenagoog++ (versterkt uterus contracties) – frigiditeit – fungicide++++(candida, aspergillus, aflatoxines) – griep – hart-en vaatziekten preventie++ – heesheid – hemogliase – hemostatisch – hoestonderdrukkend – impotentie – infecties – insectenbeten/steken – koorts – larvicide – leverversterkend – longproblemen, bronchitits, pleuritis, sinus – luizen – maag – darmkrampen – menstruatie-stoornissen++ – nervinum – parasiticide++++ – refrigerant – reuma – scabiës – slapeloosheid+ – spasmolytisch – spierpijn – spijsverterings-stoornissen – stimulans, vermoeidheid, depressie, asthenia, centrale zenuwstelsel (bloedsomloop, hart, luchtwegen) – stomachisch (tegen teveel maagzuur) – stress – stimulerend – tonisch+++ – tropische koortsen+++ – tyfus++++ – verdovend+ – verkoudheid – vermifuge, oxyures, amoebiasis – verwarmend, hart, bloedsomloop, ademhaling – vetoplossend++ – winderigheid – witte vloed – wormen++++(infecties en verdrijvend) – wratten – zenuwtonicum+++ – algehele zwakte en herstel na ziekte.
Werkzame bestanddelen in de hele plant:
In het blad:
Etherische olie – myrceen – methylchavicol – mangaan – linalylacetaat – terpinoleen – terpinen-4-ol – piperiton – p-cymeen – N-octanal – nerol – methyleugenol – hydrocinnamaldehyde – g-cadineen – eugenylacetaat – delta-3-careen – cuminaldehyde – coniferaldehyde – cis-linaloloxide – cinnamylalcohol – cinnamylacetaat – caryophylleenoxide – caryophylleen – b-selineen – b-elemeen – b-caryophylleenoxide – b-caryophylleen – a-thujeen – a-humuleen – acetyleugenol – 3-phenylpropanal – 2-phenylethylpropionaat – 2-phenylethylbenzoaat – 2-phenylethanol – (z E)- a-farneseen – (z)-ocimenol – (z)-beta-ocimeen – (E)-methylcinnamaat – (e)(e)-farnesol – (e)-beta-ocimeen – linalol – chroom – koper – kobalt – cinnamic-alcohol – campheen – g-terpineen – eugenol – citronellal – camphor – borneol – b-pineen – b-phellandreen – benzylbenzoaat – benzaldehyde – a-terpineol – a-terpineen – a-pineen – a-phellandreen – alcohol – trans-linaloloxide – trans-cinnamaldehyde – zink – sesquiterpenen – phenol – nikkel –
In de wortel:
2-phenylacetaldehyde – 2-phenylethanol – acetyleugenol – alpha-humuleen – alpha-ylangeen – benzylalcohol – car-3-ene – caryophylleen – caryophylleenoxide – cinnamaldehyde – cinnamic-acid-acetaat – cinnamic-acid-ethylester – cinnamic-acid-methylester – cinnamylalcohol – cis-ocimeen – cuminaldehyde – eugenolacetaat – hexan-1-ol – hydrocinnamaldehyde – linalolacetaat – p-cymeen – phenylethylacetaat – sabineen – terpinen-4-ol – terpinoleen – trans-linalol-oxide – trans-ocimeen – 1,8-cineol – a-phellandreen – a-pineen – a-terpineen – a-terpineol – benzylbenzoaat – beta-pineen – borneol – borneolacetaat – camphor – estragol – eugenol – fenchon – furfural – gamma-terpineen – geraniol – campheen – limoneen – linalol – myrceen – phenol – safrol – etherische olie.
In de schors/stam:
(-)-epicatechin – 2-phenylethylbenzoaat – 2-vinylphenol – 3-phenylpropanal – 3-phenyl-propylacetaat – acetoeugenol – a-ylangeen – benzylalcohol – campesterol – caryophylleen – cinnamaldehyde – cinnamylacetaat – cinnamylalcohol – cinnzeylanine – cinnzeylanol – cis-ocimeen – coniferaldehyde – cumeen – cuminaldehyde – delta-3-careen – ethylcinnamaat – eugenolacetaat – furfurol – geranial – geranylacetaat – humuleen – hydrocinnamaldehyde – isocaryophylleen – iso-eugenol – kilocalories – methylcinnamaat – methyleugenol – methyl-vinyl-keton – nonylaldehyde – o-methoxycinnamaldehyde – p-coumaric-acid – p-cymeen – pelargonaldehyde – phenylethylacetaat – phenylethylalcohol – piperiton – proanthocyanidine – proanthocyanidine-A-2 – proanthocyanidin-B1 – -B5 – -C1 – rubidium – sabineen – swtigmasterol – terpinen-4-ol – terpinoleen – trans-cinnamaldehyde – trans-linaloloxide – 1,8-cineol – a-pineen – a-terpineol – ascorbinezuur – as – bariumbenzaldehyde – benzylbenzoaat – beta-caroteen – beta-pineen – beta-sitosterol – lood – boron – borneol – bornylacetaat – broom – calcium – calcium-oxalaat – eugenol – farnesol – phellandreen – fiber – fosfor – furfural – phytosterol – gamma-terpineen – gamma-terpineol – tanninen – geraniol – gummi – ijzer – jodium – koffiezuur – kalium – campheen – cainnamic-alcohol – cinnamic-acid – catechine – ketonen – chloor – koper – kobalt – chroom – koolhydraten – coumarine – limoneen – linalol – linalylacetaat – mangaan – myrceen – natrium – nikkel – oligomerische proanthocuanidine – oxaalzuur – phenol – vet – proteïne – safrol – salicylaat – slijmstoffen – strontium – zwavel – titanium – water – thiamine (B1) – riboflavine (B2 – niacine (vit.-pp) – zink – etherische olie.
In de rest van de plant:
(+)-alpha-phellandreen – 2-phenylacetaldehyde – 2-phenylethylbenzoaat – 2-vinylphenol – a-humuleen – a-ylangeen – benzylacetaat – beta-caryophylleen – beta-selineen – car-3-ene – caryophylleenoxide – cinnamaldehyde – cinnamic-acid-acetaat – cinnamic-acid-ethylester – cinnamic-acid-methylester – cinnamylacetaat – cinnamylalcohol – cuminaldehyde – eugenolacetaat – eugenol-methylether – gamma-cadineen – geranial – geranialacetaat – hexan-1-ol – hexanol – iso-eugenol – isoeugenol-methylether – methyl-n-amylketon – nerol – nonan-1-al – p-cymeen – phenylpropylacetaat – piperiton – sabineen – terpinen-4-ol – tetradecan-1-al – trans-cinnamaldehyde – trans-cinnamic-acid – trans-ocimeen – 1,8-cineol – a-phellandreen – a-pineen – a-terpineen – a-terpineol – benzaldehyde – benzylbenzoaat – beta-pineen – camphor – eugenol – farnesol – fenchon – gamma-terpineen – geraniol – campheen – coumarine – limoneen – linalol – mannitol – methylchavicol – saccharose – vanilline – etherische olie.
In de vrucht:
Vet – palmitic-acid – myristic-acid – oleic-acid –
In het Vakblad: Diabetes Care schrijft onderzoeker A. Khan van het Agriculture’s Human Nutrition Research Center in Beltsville, USA., dat een half theelepeltje kaneel dagelijks ingenomen de hoeveelheid glucose in het bloed met 20% verlaagt, gebaseerd op een onderzoek bij 60 mensen met diabetes 2. Een bestanddeel van kaneel, methylhydroxychalcone, blijkt de werking van het hormoon insuline te kunnen imiteren.
De correlatie met de etherische olie is mij niet bekend.
Combinaties:
Goed te combineren met benzoë, bergamot, cipres, citrusoliën, engelwortel, Corymbia citriodora, gember, kamille, koriander, kruidnagel, mandarijn, nootmuskaat – perubalsem, petitgrain, rozemarijn, sinaasappel, venkel, wierook, ylang ylang, zwarte peper en met oriëntaalse typen.
Inwendig:
oppassen met innemen; de olie goed oplossen want hij kan de slijmvliezen irriteren. Geen risico nemen. Informeer of er ook capsules in de handel zijn in Nederland.
Bastolie:
Indicatie: spijsverteringsstoornissen, darmkrampen, flatulentie, algehele zwakte, griep, koorts, verkoudheid, pijnlijke menstruatie: 3 maal daags 2 druppels na de maaltijd mengen met een theelepel honing.
Bladolie:
Indicatie: algehele zwakte, spijsverteringsproblemen, darmklachten, infecties aan longen en darmen, winderigheid: 3 x daags 2 druppels mengen met honing en oplossen in warme melk of kruidenthee.
Geestelijk:
tegen geestelijke verharding, versterkend, verwarmend, ook bij innerlijke kilte. Vooral een versterkende werking op het hart en de geest. Genezende werking, vooral bij herstel na zware ziekte of bij een zwakke constitutie.
Ook bij depressiviteit, verslagenheid en melancholische mensen. Licht afrodisiacum.
Versterkt de zenuwen.
Gebruiken bij ziektes en tegenslagen.
Contra indicatie:
kaneel nooit onverdund op de huid gebruiken. Matig gebruiken.
Niet gebruiken bij: baby’s, kinderen, agressief voor de slijmvliezen. Niet tijdens zwangerschap en zogen. Niet langdurig gebruiken en niet zonder therapeutisch advies. Bladolie betrekkelijk niet toxisch, mogelijk irriterend vanwege de cinnamylaldehyde; eugenol is irriterend voor de slijmvliezen. Kan bij gevoelige huid de huid rood kleuren en zelfs verbranden. Niet in cosmetica gebruiken en tijdens de zwangerschap.
De bast- of schorsolie is huidtoxisch, irriterend en veroorzaakt overgevoeligheid. De echte kaneel bevat in tegenstelling tot cassia weinig coumarine, respectievelijk 0,02 gram per kg tegen 2 gram per kg. Coumarine kan hoofdpijn, leverschade, leverontstekingen en zelf kanker veroorzaken. (dierproeven).
Veiligheid: MSDS. Bladeren en twijgen.
Cas no.: 8007-80-5. Vlampunt 87 graden C. Soortelijk gewicht bij 20 graden C.: 1.0407.
Xi: irritant voor ogen en huid. Algemeen toxisch. Verwerken met beschermende kleding.
Bij ingestie melk of water drinken, arts waarschuwen, etiket/verpakking tonen. Ogen 15 minuten spoelen met overvloedig water; huid wassen met ruim water. Stabiele vloeistof, schokbestendig, geen brandgevaar, niet explosief.
Toepassingen:
*bij blauwe plekken en insectenbeten: doe 2 druppels kaneel op een vochtig watje en dep hiermee de pijnlijke plek.
*verdampen: in de kinderkamer voor een aangename sfeer, of voor het slapengaan 5 druppels kaneel en 10 druppels mandarijn.
*verdampen: 10 druppels kaneel in de aromalamp geven een gevoel van welbehagen en activeren de fantasie en creativiteit.
*bij spierverhardingen: 5 druppels kaneel in een eetlepel basisolie mengen en hiermee de pijnlijke plaatsen inwrijven.
*bij koude onderbenen: 2 dr. kaneelschors en 2 dr. helicryse mengen in 10 ml. basisolie. Met dit mengsel dagelijks masseren. Zorgt voor een betere doorbloeding.
Bron: Multilingual Multiscript plant name database: Sorting Cinnamomum names.
Food-info. Univcersiteit Wageningen. Kaneel.
Wikipedia de., eng. Nl., Cinnamomum zeylanicum.
Encyclopedia of spices: the epicentre: Cinnamomum zeylanicum.
University of Connecticut. EEB Plant growth facilities: Cinnamomum zeylanicum Blume.
www,reference.com/browse/wiki/Cinnamon: Cinnamomum zeylanicum.
Liber Herbarum II. Cinnamomum zeylanicum/verum
Aromatherapy for Health Professionals by Shirley and Len Price p. 399.
Ilkas und Ullis Kräuterecke: Zimt, Cinnamomum zeylanicum – Cinnamomum cassia.
Dr. Duke’s Phytochemical and ethnobotanical databases.
essential7.com/essential_oils: Cinnamomum zeylanicum
Meyers Konversationslexikon: Band 4 von China bis Distanz seite 136 cinis bis
Cinnamomum.
home.tiscali.be/jantje/olie Kaneel – Cinnamomum zeylanicum.
fao.org/docrep/V5350 Chapter 2: Cinnamomum oils.
Natürlich Hexal. Heilpflanzen – Lexikon. Cinnamomum verum J. S. Presl.
Gernot Katzers Gewürszeiten: Ceylonesischer Zimt. Cinnamomum zeylanicum Blume
Foto: uni-graz.de
tradewindsfruit.com
knjigasjenki.com
alibaba.com
motosogardens.com
herbalsafety.utep.edu
Previous page: Artemisia annua
Next page: Cedrus atlantica