Curcuma longa
CURCUMA LONGA L. – GEELWORTEL / YU-CHIN / BESAR / KURKUMA / KOENJIT / GELE GEMBER / INDISCHE SAFFRAAN.
Synoniem: Curcuma domestica Valeton
Amomum curcuma
Familie: Zingiberaceae
De etherische olie 3,5% wordt gewonnen door stoomdestillatie van de gekookte en gedroogde wortelstok. De olie is geel-oranje met een frisse houtachtige geur.
Er wordt ook een oleoresin, een absolue en een concrète geproduceerd door middel van oplosextractie. Koenjit is de Maleise naam en het is een vast bestanddeel van kerriepoeder of curry. Ook wel Indische saffraan genoemd in verband met de kleur. Curcuma wordt ook gebruikt als kleurstof voor inkt, textiel en bodypainting. Men kan het als reagens gebruiken om de aanwezigheid van base (alkali) aan te tonen. Daartoe drenkt men papier in een oplossing van curcuma, dat bij aanwezigheid van alkalische stoffen bruinrood kleurt.
Het grootste gedeelte van curcuma komt uit India, 80% van de wereldhandel, waar het al 4000 jaar bekend is en in de volksgeneeskunde wordt gebruikt. Ongeveer 70.000 hectare is gecultiveerd in India. Curcuma heeft ook een betekenis in religieuze rituelen van de Hindoe cultuur: de gele kleur symboliseert de zon. Heilige gewaden worden met curcuma geverfd. Hier wordt het traditioneel gebruikt voor de behandeling van wonden en schrammen. Medicinaal wordt het in Azië ook gebruikt bij trombose, hersenaandoeningen zoals Alzheimer en Parkinson. Gecultiveerd in Zuid en Oost China, Australië, Indonesië, Taiwan, Java, Haïti, Jamaica, Peru.
Voor mensen met interesse: honderden studies zijn de laatste jaren gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Zie internet bv. isodisnatura.nl/publicaties
De plant wordt een meter hoog, lijkt op gember en is meerjarig. De wortel bestaat uit een bolvormig rizoom, geel van binnen. Uit de wortelstok ontspringt een bundel bladeren, lang en gesteeld en een bloemsteel met een 20 cm lange bloeiwijze. De schutbladeren van de bloemtrossen zijn groen-wit en de bovenste zijn wit en roze. De bloem is momenteel erg geliefd als sierbloem. De bloemen zijn matgeel tot roze en de wortelstok is dik en vlezig. Segmenten van de wortels worden in de grond geplant en 10 maanden later na het afsterven van het blad worden de knollen en wortelstokken uitgegraven in december – januari. Een hectare brengt ongeveer 8000 kilo op, die door de bewerkingen echter driekwart van zijn gewicht verliezen. De wortels worden gekookt en gedroogd in de zon en worden hierdoor geel van kleur. De wortel moet donker en niet te lang opgeslagen worden anders gaat hij verkleuren en verliest aroma. Als poeder moet het eveneens luchtdicht en donker bewaard worden, omdat het gevoelig isvoor inwerking van licht.
Curkuma bevat veel vitaminen en mineralen en is nauw verwant aan de gewone Zingiber officinale.
Oost Indië wordt gehouden als het vaderland van de geelwortel. Hij wordt sinds oeroude tijden gekweekt in Indië, Zuid China en andere tropische en sub-tropische gebieden. Oliedestillatie in India, China en Japan en in geringe mate wat wortelinvoer voor destillatie in de USA en Europa.
In China gebruikt voor de behandeling van kneuzingen, wonden, ringworm, kiespijn en menstruatieproblemen. Marco Polo schreef op zijn reis door China over de curcuma in 1280: “ Er bestaat hier een groente met alle eigenschappen van echte saffraan, zowel de reuk als de kleur, en toch is het geen saffraan”. Dioscorides beschreef de curcuma al in zijn “Materia medica” en hij werd vermeld in een Assyrisch herbarium van 600 voor Christus.
De gele kleurstof bevordert de lediging van de galblaas en de etherische olie bevordert de galproductie. Er bestaat ook een homeopaticum “curcuma” ter vergroting van de galproductie. Als specerij wordt curcuma gevonden in kerrie en in Worcestersaus. Deze bevorderen de spijsvertering. In Thailand zijn de jonge scheuten en bloeiwijzen in gebruik als groente. Ook wordt het in Thailand gebuikt tegen cobragif. Het sap van de verse wortel is sterk laxerend. Curcuma bezit ook bacteriedodende eigenschappen.
In veel talen betekent curcuma eenvoudigweg: gele wortel. In India waar de wereldproductie vandaan komt, is het een belangrijk kruid, en 80% wordt in het land zelf gebruikt. Wordt dikwijls vergeleken met saffraan, vanwege de kleur, maar heeft hier niets mee te maken.
In het westen wordt curcuma bijna niet zelfstandig gebruikt, maar komt veel voor in kruidenmengsels en sauzen. Als geneeskruid gebruikt in thee, tegen diarree, zwellingen van de lever of milt en tegen witte vloed. In de keuken gebruikt in kerrie, mosterdsoorten, voor de kleur, in tafelzuur, komkommers, piccallily.
De verfkracht van curcuma kan soms een ergernis zijn bij vervuild keuken gereedschap. De verfstof is niet lichtvast, dus de eenvoudigste oplossing is om het aan direct zonlicht bloot te stellen. Na een uur is de kleur verbleekt.
Een andere soort is Curcuma zedoaria. Deze plant heeft roze en gele bloemen met groene en rode schutblaadjes en een lichtgele wortelstok met kamfergeur, die een etherische olie geeft. Deze Curcuma heeft baarmoederhalskanker verminderd in proeven.
Curcuma zedoaria: aromatisch, bitter, niet aangenaam. Zie beschrijving.
Curcuma aromatica: heeft een honingkleurige wortelstok en wordt in China gebruikt om epileptische aanvallen te behandelen.
Werkzame bestanddelen:
Bevat maximaal 3,5 – 5% etherische olie. 60% Sesquiterpenen.
Terpenen: a-curcumeen – b-bisaboleen – b-sesquiphellandreen – bisaboleen – campesterol – car-3-ene – caryophylleen – guaiacol – iso-borneol – p-cymeen – stigmasterol – terpinoleen – atlanton – curcumol – curlon – aryl-turmeron 25% – tumeron 30% – zingiberen 25%- a-fellandreen – a-terpineen – a-en b-pineen – a-terpineol – azuleen – b-sitosterol – borneol – kamfer – cineol – eugenol – g-terpineen – limoneen – linalool en verder p-tolymethyl-carbinol, bitterstoffen vitaminen, mineralen, beta caroteen, resin, zuren en de gele kleurstof curcumine, curcuminoïden 3-5% – waaronder curcumine, mono- en didesmethoxycurcumine. Voor het aroma zijn belangrijk: turmeron – ar-turmeron – zingibereen en voor de kleur en smaak zijn bepalend: diarylheptanopiden: 1,7-diaryl-hepta-1,6-diene-3,5-diones.
Werkzame bestanddelen in de hele plant:
1,8-cineol – 2-bornanol – 2-hydroxy-methyl-anthraquinone – 4-hydroxy-cinnamoyl-(Feruloyl)-methaan – a-atlanton – a-pineen – a-terpineol – ar-turmeron – arabinose – ascorbic-acid – as – azuleen – b-caroteen – b-pineen – b-sesquiphellandreen – bis(Para-hydroxy-cinnamoyl)-methaan – bis-desmethoxycurcumine – bisaboleen – borneol – boron – caffeic acid – calcium – caprilyc acid – caryophylleen – chroom – cineol – cinnamic acid – kobalt – koper – cuminylalcohol – curcumeen – curcumenol – curzerenon-c – cycloisoprenemyrceen – d-alpha-phellandreen – d-campheen – d-camphor – d-sabineen – dehydrotumeron – desmethoxycurcumine – di-p-coumaroyl-methaan – diccinamoylmethaan – didesmethoxycurcumine – diferuloylmethaan – dihydrocurcumine – EO – eugenol – feruloyl-p-coumaroyl-methaan – gamma-atlanton – guaiacol – isoborneol – l-alpha-curcumeen – l-beta-curcumeen – limoneen – mangaan – monodesmethoxycurcumine – niacine – nikkel – o-coumaric acid – p-coumaric acid – p-cmeen – p-methoxycinnamic acid – p-tolylmethylcarbinol – fosfor – protocatechuic acid – resin – riboflavin – syringic acid – terpineen – terpineol – thiamine – turmeron – ukonan-a – ukonan-b – ukonan-c – ukonan-d – vanillic acid – zingibereen. Bron: Raintree nutrition.
Specifiek werkzaam:
analgetisch – anorexia – anthelmintisch – antibacterieel – antifungal – antioxidant – antiparasitisch – antiviral – aperitief – artritis – bactericide – bloedcirculatiebevorderend – cholagoog – depuratief, bloedzuiverend – digestief – diureticum – galinsufficiëntie – geelzucht – hypotensief – insecticide – kiespijn – kanker – kneuzingen – laxerend – leverziekten, leverbeschermend – kneuzingen – menstruatieproblemen – ontstekingsremmend – reumatische aandoeningen – ringworm – spierpijn – stimuleren – tonisch, lever en gal – waterzucht – wonden – bij zwakte.
De olie kan inwendig en uitwendig gebruikt worden. Maximale inname doses is 5 druppels opgelost in honing en thee, of anderszins. Onderzoek heeft uitgewezen dat curcumine kankerremmende, antioxidante- en ontstekingsremmende werkingen heeft. Er is onderzoek naar darmkanker, pancreaskanker, Alzheimer, Parkinson, in de U.S. National Institutes of Health. Er is verder dierenonderzoek naar borstkanker, psoriasis, multiple scleroses, artritis ontstekingen enz. Curcumine geeft bescherming tegen lipide peroxidatie-processen, hydroxyradicalen en superoxide-radicalen. ((Ruby A.J. et al, 1995; Selvam M. 1995) Onderzoekers van de Universiteit van Los Angeles hebben aangetoond dat in India het aantal Alzheimer patiënten het laagste ter wereld is: 1% van alle personen boven de 65 jaar. In Amerika is dat 10%. Proeven bij muizen hebben aangetoond dat curcumine de gevolgen van Alzheimer kan verminderen.
Combinaties:
cananga, cassie, Florentijnse lis, gember, labdanum, mimosa, scharlei.
Contra indicatie:
Geelwortel kan irriterend zijn en mag niet over een langere periode gebruikt worden. Ook hoge doseringen zijn gevaarlijk voor de lever, galstenen, geelzucht en kolieken.
Kan overgevoeligheidsproblemen geven. De aanwezige tumeron is matig toxisch en in hoge concentraties irriterend. Niet voor zwangere en zogende; ook niet voor kinderen beneden de zes jaar.
Toepassingen:
*bij menstruatieproblemen
*bij artritis.
Bron: Zie algemene bibliografie.
Wikipedia nl., de., eng.
The epicentre: Ecyclopedia of spices: Turmeric: Curcuma domestica, syn. Curcuma longa.
uni-graz.at/katzer. Turmeric (Curcuma longa L.)
A pinch of…. All about turmeric, by Sandra Bowens.
Deutsche Apothekerzeitung 141, Nr. 32. 2001.
anthemis.nl/aroma/kurkuma
Kruidengeneeskunde.
Science in Africa: Pass the curry please – it may be good for you, by Sheril Daniel.
Raintree nutrition. Tropical plant database. Turmeric, Curcuma longa.
Spices: Exotic flavours & medicines. UCLA. Louise M. Darling Biomedical Library.
paradijsvogel.nl/geelwortel.
Ilkas und Ullis Kräuterecke: Curcuma (Curcuma longa).
Isodis Natuur,be.: Curcuma longa. Curcumin.
Foto: nl.wikipedia .org
de.wikipedia.org
healthy.net
concise.britannica.com
gingersrus.com
pacificbulbsociety.org
©®Copyright en registratie notaris. André Gielen. Lith 2001 – maart 2007.
Onderzoek: Curcuma longa: medicinale plant met anti-oxidatieve, anti-inflammatoire en anticarcinogene eigenschappen.
drs. Elisabeth de Boer. Arts.
Curcumine, het gele pigment in de wortelstokken bezit alle drie deze functies. In de orthomoleculaire geneeskunde wordt gewerkt met gestandaardiseerde Curcuma longa extracten, met hoge percentages curcumine-bestanddelen die bovendien hypo-allergeen zijn. Deze extracten worden ingezet bij ontstekingsprocessen, bij aandoeningen waarbij een hoge vrije radicalen-productie een rol speelt en bij niet toxische tumortherapieën.
In de Chinese geneeskunde al eeuwenlang oraal en uitwendig gebruikt bij ontstekingen, menstruatieklachten, geelzucht, flatulentie, leveraandoeningen, darmklachten, huidaandoeningen, kiespijn. Verder gebruik: verven van textiel, voedingsmiddelenindustrie (toevoegingen in kaas, boter, margarine, mosterd, enz.) en voedselbereiding. Curcuma is een van de belangrijkste bestanddelen van kerriepoeder. De etherische olie wordt ook gebruikt in de parfumindustrie.
Wetenschappelijke studies hebben belangrijke anti-oxidatieve eigenschappen aangetoond en dat curcumine beter is staat is hydroxyl-radicalen te bestrijden dan vitamine E.
*Anti-oxidant werking:
In curcumine zijn meerdere werkzame stoffen, curcuminoïden, vastgesteld. Kwantitatief is de belangrijkste curcumine I, diferuloyl-methaan. Curcumine II en III zijn in relatief kleine hoeveelheden aanwezig, respectievelijk met 6% en 0.3%. Onderzoek wijst echter uit dat ondanks de kleine hoeveelheid van curcumine III, de biologische activiteit van de stof groot is. Een in-vitro experiment geeft aan dat om 50% remming van lipide peroxidatie-processen te bereiken de benodigde hoeveelheid curcumine III slechts ongeveer 55% bedroeg van de hoeveelheid curcumine I.
In een studie bij muizen werd aangetoond dat de dieren die gedurende één maand voorafgaand aan het peritoneaal toedienen van een nierbeschadigende oxidant een met curcumine aangevulde voeding hadden gebruikt de oxidatieve stress in de spieren duidelijk minder was dan bij de dieren die niet met curcumine waren behandeld. De resultaten van het onderzoek wijzen er verder op dat curcumine in het lichaam wordt gemetaboliseerd tot tetrahydrocurcumine en dat deze metaboliet in- vivo een nog krachtiger antioxidant is dan curcumine zelf.
*Anti-kanker eigenschappen:
Studie heeft aangetoond dat curcuma en curcumine zowel in de initiatie- als in de promotie- en progressie-fase van de carcinogenese een remmende werking hebben.
Ook remmen curcuma en curcumine de mutagene werking van bepaalde schadelijke substanties. Bijvoorbeeld oraal gebruik van curcuma bij rokers bleek de hoeveelheid mutagene stoffen in de urine te verminderen.
Curcumine heeft een inhiberende invloed op het arachidonzuurmetabolisme, een effect dat ook bij de anti-inflammatoire werking van de stof een rol speelt.
Bij uiteenlopende soorten kwaadaardige cellen, waaronder menselijke colonkankercellen en diverse typen borstkankercellen, is bij in-vitro onderzoek een remmende werking van curcumine op de celproliferatie geconstateerd. Verder bleek bij een onderzoek bij muizen die intraperitoneaal ascites-tumorcellen kregen toegediend dat verschillende intraperitoneaal geïnjecteerde curcuminoïden de levensduur belangrijk deden toenemen.
Onderzoekers van de New Yorkse Columbia Universiteit implanteerde bij drie groepen muizen subcutaan androgeen-sensitieve prostaatkankercellen van het type LNCaP. De controlegroep bestond uit muizen die voer kregen zonder curcumine. De muizen in de zogenaamde preventiegroep gebruikten vanaf de toediening van de kankercellen zes weken lang een voeding met 2% curcumine. De derde groep, de zogenaamde treatment-groep kregen de eerste twee weken voeding zonder curcumine om de tumoren tot ontwikkeling te laten komen en vervolgens na te gaan of curcumine een therapeutische werking uitoefende. De laatste vier weken werd de voeding verrijkt met 2% curcumine. Na zes weken bleken de tumoren in de preventie- zowel als in de treatment-groep significant verminderd. Ook bleek dat bij de behandelde dieren de proliferatie van de maligne cellen in vergelijking met de controlegroep significant was geremd. Ook werd bij de met curcumine gesuppleerde dieren een hoge mate van apoptose berustende celdood vastgesteld.
*Remming van angiogenese:
Bij de dieren die curcumine kregen werd tevens remming van de bloedvatontwikkeling in het tumorweefsel waargenomen. Deze antiangiogenetische eigenschap van curcumine kan bij niet-toxische tumortherapieën bijzonder waardevol zijn, omdat de vorming van nieuwe bloedvaten een belangrijke rol speelt bij de uitbreiding van maligne gezwellen.
Bevindingen van dit onderzoek ondersteunen de hypothese dat, naast de regelmatige consumptie van
sojaproducten ook het hoge gebruik van curcumine in Aziatische landen bijdraagt aan het verschijnsel dat het percentage klinisch significante vormen van prostaatkanker daar relatief klein is. Uit autopsiegegevens is bekend dat latente en klinisch niet-relevante vormen van prostaatkanker in die landen ongeveer even vaak voorkomen als in de Verenigde Staten. Wat betreft klinisch relevante prostaatkanker zijn de cijfers in Amerika veel hoger. Als verklaring geldt het hoge curcumine gebruik, dat voorkomt dat prostaatkankers die nog in een latente of micorscopische fase verkeren zicht tot klinisch significante en metastatische vormen van de aandoening ontwikkelen.
*Inductie van apoptose:
Een met apoptose samenhangende antikanker werking van curcumine werd ook gevonden tegen een ander soort kwaadaardige cellen: EAC-cellen (Ehrlich’s ascites carcinoma). Een onderzoek met muizen die intraperitoneaal werden geïnjecteerd met EAC-cellen, waarna het effect van orale curcumine-suppletie werd bestudeerd. Het aantal cellen bleek aanzienlijk te verminderen. Ook werden in de tumorcellen diverse morfologische kenmerken van apoptose, waaronder DNA-fragmentatie,
waargenomen.
Bekend is dat bij de regulering van het proces van apoptotische celdood de balans tussen pro- en anti-apoptotische eiwitten een belangrijke rol speelt. Zo wordt bijvoorbeeld door de toename van de concentratie van het pro-apoptotische eiwit Bax de overgang van cytochroom c vanuit de mitochondriën naar de cytosol gestimuleerd. Onder invloed van cytochroom c worden in de cytosol vervolgens bepaalde enzymen uit de zogenaamde caspase-familie, die ondermeer betrokken zijn bij de bij apoptose optredende DNA-fragmentatie, geactiveerd. Curcumine bleek de Bax-concentratie in de EAC-cellen te vermeerderen. Ook bevorderde de curcumine-behandeling het vrijkomen van cytochroom c uit de mitochondriën en het deed de activiteit van caspase 3, het zogenaamde death protease in de maligne cellen toenemen.
*Celdifferentiatie:
Inductie van celdifferentiatie speelt eveneens een rol bij het remmen van maligne cellen. Bij cellen die zich gaan differentiëren stopt de celdeling. Dat curcuma hier eveneens een rol bij kan spelen is vastgesteld bij een onderzoek van Bath et al.
Daarbij werd gewerkt met van muizen afkomstige embryonale carcinoomcellen die als PCC4 worden aangeduid. De onderzoekers constateerden dat toevoeging van curcumine aan deze cellen resulteerde in remming van de celproliferatie, doordat de delingscyclus van de cellen in de G1 fase tot stilstand kwam en in de cellen kwamen vervolgens differentiatieprocessen op gang. Dat differentiatie plaats vond bleek ondermeer uit het feit dat bij vergelijking met PCC4 cellen waaraan geen curcumine was toegevoegd, in de met curcumine behandelde cellen duidelijke morfologische veranderingen werden waargenomen. Ook werd vastgesteld dat in de met curcumine behandelde maligne cellen op differentiatie wijzende veranderingen in de expressie van bepaalde eiwitten waren opgetreden. Een andere belangrijke eigenschap van curcumine is remming van de door kwaadaardige aandoeningen veroorzaakte immuunsuppressie. Door Pal et al werd vastgesteld dat intraperitoneale toediening van maligne cellen leidde tot een vermindering van het aantal mononucleaire cellen in de milt en dat deze vorm van immuunsuppressie werd tegengegaan als de dieren via de voeding bepaalde doseringen curcumine (25/50 mg/kg) kregen toegediend.
*Gunstige cardiovasculaire effecten:
Curcuma en curcumine hebben in deze de belangrijke en waardevolle eigenschap de remming van de trombocyten-aggregatie, een effect dat kan helpen trombose te voorkomen. Verder heeft curcumine een cholesterolverlagende werking. Dierexperimenteel onderzoek geeft aan dat reeds betrekkelijk kleine dosis curcumine tot daling van het cholesterol kan leiden en de verlaging komt via verschillende mechanismen tot stand: o.a. door vermindering van cholesterolopname uit de darmen en vermeerdering van de omzetting van cholesterol in galzuren. Het feit dat curcumine de oplosbaarheid van de gal kan verbeteren, maakt aannemelijk dat curcuma ook bij de preventie en behandeling van galstenen van nut kan zijn. Ook heeft onderzoek een leverbeschermende werking aangetoond, onder meer tegen leverbeschadigingen als gevolg van tetrachloorkoolstof. Deze bevindingen ondersteunen het traditionele gebruik van curcuma longa bij leveraandoeningen.
Een andere medicinale toepassing met gunstig effect is de toepasssing van curcumine bij reumatoïde artritis.
*Alzheimer-onderzoek:
De ontstekingremmende en anti-oxidatieve eigenschappen van curcumine hebben ook geleid tot een onderzoek naar mogelijkheden voor de bestrijding van de ziekte van Alzheimer, een aandoening waarbij zowel oxidatieve als inflammatoire processen betrokken zijn. Omdat curcumine door het NCI (National Cancer Institute)
In de categorie GRAS (Generally recognised as safe) is ingedeeld, zou deze plantaardige stof een veilig en waardevol alternatief voor conventionele NSAID’s kunnen zijn. Uit epidemiologisch onderzoek is bekend dat langdurig gebruik van NSAID’s (nonsteroidal anti-inflammatory drugs) leidt tot vermindering van het Alzheimer-risico, maar wegens de bijwerkingen van deze farmaca is langdurig gebruik van NSAID’s geen geschikte methode om Alzheimer te voorkomen.
In India met een hoog curcuma gebruik, is de Alzheimer prevalentie op oudere leeftijd lager dan in de V.S.
Onderzoekers van de Universiteit van Los Angeles hebben in een diermodel voor Alzheimer het effect van curcumine bestudeerd.
Gewerkt werd met transgene muizen met een gen voor een familiair bij mensen voorkomende vorm van Alzheimer. Aangetoond werd dat in het hersenweefsel van dieren, die gedurende zes maanden een met curcumine verrijkte voeding hadden gebruikt de expressie van interleukine-1beta significant was verminderd. Interleukine-1beta is een pro-inflammatoire cytokine die in de hersenen van deze Alzheimer-dieren in een verhoogde concentratie aanwezig is. Verder was de hoeveelheid geoxideerde eiwitten in het hersenweefsel bij de met curcumine behandelde dieren veel lager dan bij de transgene muizen die voer zonder curcumine hadden gekregen.
Andere gunstige effecten waren een vermindering van zowel de oplosbare als de onoplosbare vorm van het bij Alzheimer aangetroffen bèta-amyloïd, alsmede een duidelijke daling van het gemiddelde aantal Alzheimer – plaques en van de omvang van het door plaquevorming aangetaste weefsel. Bij een andere onderzoek werd aan ratten, waarbij intraventriculair bèta-amyloïd werd in gebracht, via de voeding curcumine toegediend. De curcumine-behandeling resulteerde niet alleen in vermindering van de oxidatieve schade en van de hoeveelheid plaqueweefsel, maar ook in een gunstig effect op het geheugen.
Previous page: Nepata cataria
Next page: Piper longum