Dianthus caryophyllus
DIANTHUS CARYOPHYLLUS L. – ANJER/ANJELIER/CARNATION
Familie: Caryophyllaceae. Er wordt een e.o. geproduceerd uit de bloemen die wordt gebruikt in de parfumindustrie. 500 kg bloemen geeft 100 gram olie. De bloemen worden geplukt als ze helemaal open zijn, dus nadat ze ’s morgens enige tijd zon hebben gehad. De verse bloemen hebben een kruidnagelachtige geur. De tuinanjer, bemint bij goden en lekkerbekken. Inheems in Arabië en door de Kruisvaarders naar Europa gebracht. De anjer kent 300 soorten, variëteiten en hybriden. De Chabaud-anjer, de Dianthus caryophyllus, is afkomstig uit West en Zuid Frankrijk. Dit is de voorzaat van de borderanjers en de Amerikaanse anjers.
Dianthus is afgeleid van dios, dat God – en anthos, dat bloem betekent. Theophrastus 370-285 voor Christus, de Griekse plantenkenner schijnt de naam bedacht te hebben. De kleur van de anjers wordt veroorzaakt door twee pigment typen: carotenoïde en flavonoïden. Het eerste type is verantwoordelijk voor de kleurschakeringen van geel tot oranje. Aangezien veel anjers geen carotenoïde pigment hebben maar flavonoïde wateroplosbare pigmenten zoals anthocyaniden hebben we hiervan drie groepen: delphinidine die een blauwe tot purperen kleur geven; cyanidinen rood tot magenta en pelargonidinen die een
roze, oranje, of steenrode kleur aan de bloemen geven.
De bloemengeur wordt veroorzaakt door eugenol, b-caryophylleen en benzoic acid derivaten. (Zuker et al 2002).
In de heuvels tussen San Remo en Grasse zijn enorme anjer kwekerijen, aangelegd door René van Anjou die in 1434 de heerschappij kreeg over de Provence. Toen liet hij in de heuvels in die regio anjervelden aanleggen zover het oog reikte en maakte de Provence tot het centrum van de anjerteelt. Het
zijn kruidachtige planten met verdikte stengelknopen, vijftallige bloemen en een
buisvormige kelk. Groeit het liefst op zanderige, droge grond, in de zon. Bloeien al sinds de oudheid in de Alpen en in het Middellandse Zeegebied. Bij de Grieken was het een godenbloem en ze tierden welig in de heuvels rondom de tempels. Niemand waagde het de bloem te plukken, alleen een enkele tempeldienaar, die het altaar versierde en er bloemkransen van maakte voor bruidsparen.
De Romeinse soldaten ontdekten de aromatische smaak van het bovenste deel van de bloemblaadjes. Het onderste deel was erg bitter. Ze weekten de bovenste blaadjes een nacht in een fles wijn. De drank die ze zo maakten leek
op hun favoriete harswijn. Dankzij de veroveringszucht van de Romeinen belandde deze drank in Gallië en Albion, het huidige Engeland, waar de “anjerwijn” tot ver in de Middeleeuwen een populaire drank was. Verder werden de bloemen gezouten en gesuikerd, als aroma aan gelei toegevoegd en er werd een saus gemaakt die bij schapenvlees werd gegeten tot en met de 18e eeuw. Erg speciaal is een anjerboter van fijngewreven bloemblaadjes met boter op vers geroosterd brood.
In Frankrijk werden de blaadjes gebruikt om azijn en sauzen te aromatiseren en hede ten dagen wordt de top van de bloemblaadjes verwerkt in desserts en
gebak.
In de parfumerie wordt de anjer veel toegevoegd aan mannengeuren omdat hij niet zo sterk geurt. Habit rouge van Guerlain was de eerste anjergeur in 1965.
Ook voor de bereiding van potpourri’s wordt de anjer veelvuldig gebruikt: rode anjer, damascener roos, sinaasappelbloesem, marjolein, mirre, tijm, lavendel, rozemarijn, en een dosis zeezout.
Symboliek:
Een gele anjer staat voor woede, een witte voor zuiverheid, de bloem van de bruidegom en zijn getuigen. De bontgekleurde symboliseert weigering en de roze vriendschap. De rode anjer, symboliseert het bloed van Christus en staat voor eerlijkheid. Italiaanse edelen met een anjer in de hand symboliseerden
trouw aan hun heer. Franse edelen die werden onthoofd door de guillotine hadden een anjer in de hand en gaven hiermee aan dat ze stierven voor de monarchie. In latere tijden was de anjer het symbool van het socialisme. Met de groene anjer geeft men aan dat men homoseksueel is, ingevoerd door Oscar Wilde, die een groene anjer in zijn knoopsgat droeg.
Andere soorten:
Dianthus deltoides, de steenanjer, is eigenlijk een wilde anjer, die in de 19e
eeuw werd gebruikt voor potpourri’s en bloemstukjes. Heeft alleen rode en roze kleurvarianten. Dit is de heide anjer en vormt zoden van dicht groen blad. De Dianthus carthusianorum vormt pollen met grasachtig blad. Dianthus plumarius, de grasanjer, is de ouder van vele ouderwetse anjelieren.
Dianthus armeria: groenblijvende zodenvormende vaste plant, winterhard, 30-50 cm hoog met een omvang van 45 cm en smalle, donkergroene bladeren. Fraai in border en rots tuintjes. In de zomer lange stelen met aan elk daarvan enkele kersrode of roze, niet geurende anjertjes. Op donkere dagen blijven de bloemen
gesloten.
Dianthus deltoïdes: steenanjer. Redelijk winterhard, groenblijvend, 15 cm hoog, 30 cm omvang, smal, donkergroen blad met een paarsrood waas. Geschikt voor rotstuin en muurspleten. Overvloedige bloei van juni tot de herfst, met grote rode, roze of witte bloemen.
In Bilbao hebben IM. Sanchez-Guerrero, AL Escuder, B. Bartolom en R. Palacios in samenwerking met het ziekenhuis Rafael Mendez Lorca in Murcia in juli 1999 de
invloed van carnation op het welzijn van de werkers in deze industrie onderzocht en gevonden dat carnation duidelijk een allergene werking heeft op luchtwegen (rhinitis, astma) door blootstelling aan de anjelier in gesloten werkruimten gedurende de winter van de arbeiders in deze tak van industrie.
Werkzamen bestanddelen in de hele plant o.a.:
Etherische olie – saponinen – saccharose – raffinose – pectine – methylsalicylaat – benzylbenzoaat – anthocyaninen – eugenol – phenylethylalcohol –
cyanidine-3-glucoside – cyanidine-3,5-glucoside – benzylsalicylaat – stachyose – cyanidine – dianthine – cis-hexenylbenzoaat – pelargonidine-3,5-glucoside – pelargonidine-3-glucoside – lychnose – heptacosane.
Werkzaamheid van de plant:
Anticonvulsant – antipyretisch – cardiac (hartversterkend) – stimulerend, algemeen-zenuwsterkend – zweetdrijvend.
Wordt gebruikt in de keuken en in zeep.
Contra indicatie:
Wordt in de aromatherapie niet gebruikt, wel in de parfumindustrie. Kan bij een langdurig arbeidsproces contact dermatitis, rhinitis en astma veroorzaken, bij een blootstelling van gemiddeld 13 jaar (Lamminpaqa et al. 1996)
Bron: USDA. Classification Dianthus caryophyllus L.
The biology and ecology of Dianthus caryophyllus L. Australian Government. Department
of health and ageing.
Plants for a future: Dianthus caryophyllus L.
Wikipedia de., eng.
Liber herbarum II Erik GotfredsenDianthus caryophyllus L.
Plants for a future: Database search results: Dianthus caryophyllus L.
PubMed: Occupational allergy caused by carnation. Sanchez-Guerrero IM; Escudero AI;
Bartolom B; Palacios R.
Foto: hortifair.nl
arboretum.unl.edu
www3.kcn.ne.jp
tuinclub.be
rakuten.co.jp
flowerkind.com
Previous page: Pinus sylvestris
Next page: Boswellia carterii