Print This Page

Pogostemon cablin

POGOSTEMON CABLIN (Blanco) Bentham     –       PATCHOULI / PUCHA-PUT / KABLIN.

Pogostemon cablin

Synoniem: Pogostemon patchouly Pellet.
Pogostemon patchouli Hook. var. suavis Hook. F.
Pogostemon patchouli Hook.
Mentha cablin Blanco.
Mentha curicularia Blanco.
Familie: lamiaceae (labiatae). Lamiaceae heeft 76 genera en 1 species Pogostemon cablin (Blanco) Bentham in de genus Pogostemon Desf. Eerste publicaties: A.L.P.P. de Candolle 1848.
Gebruikt deel: gedroogde, gegiste bladeren en jonge scheuten, door stoomdestillatie. India, Indonesië, China. Er wordt ook een oleoresin geproduceerd als fixatief. De olie is een donkere oranje tot rode, viskeuze vloeistof met een rijke kruidige, zoete, aardeachtige geur. De geur wordt beter naarmate hij ouder wordt.
Gehalte aan etherische olie 3%, voor 1 kg essence 30-50 kg gedroogde bladeren. De olie is laevorotatory (links draaiend), soortelijk gewicht 0.970-0.990 bij 15°C.
Basis- of middennoot in de parfumindustrie.
Er wordt ook een absolue gemaakt door oplosextractie van de gedroogde bladeren en een resinoïde. De wortels en stengels leveren ook een etherische olie, echter van inferieure kwaliteit. Gecultiveerd in India met een goede kwaliteit olie.
De gedroogde gefermenteerde bladeren worden gedestilleerd. Evenals wijn, moet patchouli enige maanden rijpen anders is de geur maar matig evenals de kwaliteit

Er zijn 8 species Pogostemon in Zuidoost Azië. In het Westen werd patchouli populair rond 1844, toen de eerste gedroogde bladeren in Londen aankwamen. Indiase textiel kwam daar toen in de mode en kledingstukken en dergelijke hadden de geur van patchouli, mede om de desinfecterende werking van de olie. De zijdehandelaren in de 18 en 19e eeuw verpakten hun zijde kleren samen met gedroogde patchouli bladeren zodat de motten geen eiren zouden leggen in hun kleren. Sinds de  19e eeuw worden patchouli blaadjes tussen kleren en linnengoed gelegd om de motten te weren. (en zilvervisjes)
Daarvoor was het in Europa een bekende geur in Indiase textiel. Het wordt gebruikt als insecticide en in de parfum-, voedingsmiddelen- en cosmetica industrie en aromatherapie. Patchouli is goedgekeurd door de FDA voor gebruik in voedingsmiddelen, wordt gebruikt in TCM (Traditionel Chinese medicine), de natuurgeneeskunde en heeft een GRAS status. In China was het al 2000 jaar in gebruik als een parfum voor inkt. Tegenwoordig gebruikt in sigaretten om de smaak van de vermindering van teer te compenseren.
We moeten een onderscheid maken in de Pogostemon cablin en de Pogostemon heyeanus. De P. cablin groeit in China en India en hieruit wint men een geurige rode of zwarte inkt. Deze wordt zelden gebruikt in de parfumindustrie.
De Pogostemon heyeanus, de Maleisische patchouli, wordt gebruikt om een medicinale olie te vervaardigen, in anti-rimpelcrèmes en in de parfumerie.
In India wordt de patchouli gebruikt binnen de Ayurvedische geneeskunde, tegen hoofdpijn, darmklachten, als anti-braakmiddel. In de Aromatherapie gebruikt men patchouli bij acne, eczeem, huidschimmels, tegen angst, nek- en schoudermassages en ter bevordering van celvernieuwing. In alle oosterse landen wordt patchouli gebruikt als tegengif bij slangenbeten, muggensteken en om motten te verjagen.
In Maleisië is het traditie om een bruid en bruidegom op hun trouwdag een zinnenprikkelende drank aan te bieden van alcohol met geweekte patchouli blaadjes. Bruid en bruidegom moeten slechts doen alsof ze er van drinken, omdat ze de drank, die als een afrodisiacum wordt beschouwd, uiteraard niet nodig hebben.
De geur is hetzelfde als van cederhout, maar blijft langer bestaan. In 1917 mengde Coty patchouli met bergamot en laudanum in het parfum Chypre. Halverwege de jaren zestig gebruikt door hippies in Goa of Puna in India. De geconcentreerde geur  die werd gesnoven, zou zinnenprikkelend zijn. Enkele jaren later was patchouli geliefd bij de elitaire universiteiten van Harvard en Berkeley

Patchouli is een aromatische bossige plant, met zachte bladeren, fluweelachtig, een aarvormige bloeiwijze met wit-paarse bloemen en groeit in heel Azië, met name in Maleisië, de Filippijnen, China en India. Hij wordt daar pucha-put genoemd. Deze struik van ongeveer een meter hoog, met een harige stengel en grote aromatische, driehoekige, donzige bladeren heeft zijn oorsprong in tropisch Azië en wordt daar op grote schaal gecultiveerd, evenals in India, Sri Lanka, Taiwan, Indonesië, Zuid China, Paraguay, Dominicaanse Republiek, Mauritius, Madagaskar, Florida, Brazilië, Maleisië, Zuid-Amerika en vele landen in Zuidoost Azië. Hij heeft wit tot licht paarse eindstandige bloemen. De bladeren worden twee tot drie keer per jaar geoogst. De beste kwaliteit valt in het regenseizoen. Het plukken van de sterk aromatische bladeren gaat met de hand. De bladeren worden drie dagen gedroogd voor ze gedestilleerd worden. De grootste voorraad olie komt uit Indonesië. Standplaats halfschaduw of schaduw, met een voedselrijke bodem en tropische temperaturen.
Vermeerdering door zaad en stekken. Hij bloeit niet dikwijls en maakt daarom weinig zaad. Vermeerdering door stekken is gebruikelijk, maar de stekken wortelen zeer langzaam.

In de landen van herkomst werd de olie gebruikt bij slangenbeten en giftige insectensteken. Hier wordt de olie voornamelijk gewonnen om zijn antiseptische werking. Hiertoe wordt de olie over stoffen en kleding gesprenkeld. Eveneens kent men de olie mystieke krachten toe.
De naam patchouli komt uit het Tamil, patchai en dat betekent: groen blad. Tamil is een taal die door 70 miljoen mensen wordt gesproken in India, Sri Lanka en Singapore.
De olie wordt in Maleisië, India, China en Japan eeuwenlang gebruikt tegen misselijkheid, hoofdpijn, verkoudheid, braken, diarree, buikpijn en slechte adem. De olie heeft ontsmettende en bacteriedodende eigenschappen die helpen bij het voorkomen en verspreiden van ziekten en infecties.
Wordt vermeerderd via stekken die geplant worden in plantages of onder kokosnoot-, rubber-, citrusvruchten of koffieplantages. De eerste oogst is na 4-6 maanden. De meeste olie en de beste kwaliteit zit in de 3-5 bovenste bladeren. Er mag niet geoogst worden na regen of ’s morgens vroeg als de dauw nog aanwezig is. Na het oogsten moeten de bladeren gedroogd worden in dunne lagen op een harde droge ondergrond, liefst in de schaduw. Tijdens het drogen moet het materiaal zorgvuldig gekeerd worden. Na het drogen worden de bladeren van de stengels gestript en in manden gedaan van 15 kg om te fermenteren. Het destilleren is een vak apart, afhankelijk van het aangeboden materiaal. De destilleertijd kan variëren van 6-24 uur. Afwisselend moet hoge en lage druk stoomdestillatie worden toegepast. Bij het ouder worden, zelfs tot enige jaren ouder, verbetert en ontwikkelt de olie zich tot vol, rijk, fruitig.
Behoort tot dezelfde familie als basilicum, hysop, lavendel, marjolein, melisse, pepermunt, rozemarijn, tijm, enz., echter met heel andere eigenschappen.
Een interessante eigenschap is dat de olie bij geringe hoeveelheden een stimulerende werking heeft en bij een hoge dosering een kalmerende werking. De kwaliteit van de olie wordt door bewaring verbeterd, is ontstekingwerend en bevordert de huiddoorbloeding. Patchouli heeft een schimmeldodende werking, vooral bij huidschimmels, is een celvernieuwer en bevordert de genezing van wonden. De olie is ook belangrijk als middel tegen depressiviteit en heeft een goede reputatie als seksuele stimulans. Brengt het endocriene systeem in balans en versterkt het immuunsysteem.
De olie wordt gedestilleerd uit de (gedroogde, meestal gegiste) bladeren en bloeiende toppen. Hij is stroperig met een geelbruine kleur en heeft een sterke zware geur. De geur herinnert aan de Flowerpower tijd, de parfum van Patchouli werd in die tijd veelvuldig gebruikt, mede om de geur van cannabis te verdoezelen.
De geur wordt als erg persoonlijk ervaren en het heeft geen zin patchouli te gebruiken als iemand de geur afschuwelijk vindt. Dit geldt eigenlijk voor alle oliën.
Wordt veel gebruikt in cosmetische preparaten en als fixatief in zepen en parfums. Verder in voedingsmiddelen, alcoholische- en frisdranken.
In combinatie met cipres en geranium als adercongestivum en samentrekkend middel tegen aderontsteking, kan het gebruikt worden tegen spataderen en aambeien. Therapeutisch gezien ligt de meest waardevolle werking in het energetische en psychologische vlak, bij aandoeningen als gevolg van zwakke immuniteit, waardoor men door oververmoeidheid en chronische spanningen gevoelig is voor infecties.
Patchouli wordt nogal eens vervalst met Gurjun balsem gedurende de destillatie (C. McMahon). Ook wordt dikwijls P. heyneanus voor patchouli verkocht, die van inferieure kwaliteit is. Ook vervalsingen met cubebe en ceder olie.

Werkzame bestanddelen: gecultiveerde plant, Madagascar, stoomdestillatie:
Monoterpenen: a-pineen, beta-pineen, limoneen. Sesquiterpenen: a-gaieen 6+13%, beta-gaieen, a-bulneseen 10-12%, beta-bulneseen 14.5%, alfa, beta en y-patchouleen tot 30%, g-patchouleen, beta-elemeen 0.7%, seychelleen 5-7%, cyclosechelleen 0.2%, azuleen, a-humuleen, beta-caryophylleen 2.7% cadineen 1.1%. Sesquiterpenolen: patchoulol 35-40%, pachypodol, norpatchoulenol , guaiacol, pogostol 2.4%, bulnesol, guaiol 0.5%. Epoxysesquiterpenen: epoxy-1 B, 5B alfa-gaieneen 0.1%, epoxy-caryophylleen 0.04-0.2%, epoxy-1, 10 alfa bulneseen 0.3%. Sesquiterpenonen: patchoulenon 1%, a-bulneson, pyranonen, pogoston. Phenolen: dimethylphenol, phenol, eugenol. Zuren: carboxy-2-pentyl cyclopropaniique zuur, tanninezuur, a-guaieenoxide, a-bulneseenxide, caryophylleenoxide.  Sesquiterpenische alkaloïden: patchouli-piridrine, guaiapiridrine.
Aldehyden: benzaldehyde, cinnamaldehyde,
Ter vergelijk: analyse David Stewart p. 545.
Stoomdestillatie bloemen en bladeren:
Sesquiterpenen: 44-63%. A-bulneseen 10-20% – b-bulneseen 8-16% – aromadendreen 7-15% – a-guaieen 6-14% – seychelleen 5-12% – b-patchouleen 2-7% – a-patchouleen 3-5% – b-caryophylleen 2-4% – d-cadineen 1-3% –
Sesquiterpenols 26-38%. Patchoulol 25-35% – pogostol 1-3% – bulnesol 0-1% – patchoulenol 0-1% – guaiol 0-1%.
Oxiden 3-5% – bulneseenoxide 3-4% – caryophylleenoxide 0-1% – guaieenoxide 1%.
Ketonen 2-3%. Patchoulenon 2-3%.
Monoterpenen: 1-2%. A-pineen 0-1% – b-pineen 0-1% – l-limoneen 0-1%.

Bestanddelen in de hele plant:
In de bladeren:
2-methyl-butyric acid – 4-methyl-pentanoic acid – guaiacol – heptanoic acid – nonanoic acid – O-cresol – octanoic acid – pentanoic acid – P-venyl-phenol – phenol.
In de hele plant:
a-bulneseen – a-guaieen – a-patchouleen – apigenine-7-o-beta-glucoside – b-elemeen – b-patchouleen – bulnesol – caryophylleenoxide – cinnamaldehyde – epoxycaryophylleen – gamma-patchouleen – humuleen – pachypodol – patchouli-alcohol – rhamnetine – seychelleen – a-pineen – apigenine – azuleen – benzaldehyde – b-pineen – cadineen – caryophylleen – eugenol – tanninen – camphene – limonene – etherische olie.
Bron Liber Herbarum II.

Specifiek werkzaam:
Aambeien+++, extern en intern – abcessen –  acne/jeugdpuistjes ++ –  ademhaling, versnelde- –  aderwandversterkend – adstringent – afrodisiacum – analgetisch  – angst –  anti-emetisch – antifungal –  antimicrobisch, breed spectrum  – anti-ontsteking – antidepressief – antidotsich –antiseptisch – antiviraal –  apathie – atleetvoet –  bactericide – bloedcirculatiebevorderend – bloedstelpend – carminatief – cellulitis – celregenererend – cicatrisant – colitis, infectueus – cytophylactisch – decongestief+++, op het veneuze systeem  – deodorant – digestief/ maagmiddel  – depressies –  dermatitis –  diuretisch –  dyspepsie – doorligwonden – eczeem++, nat – enterocolitis, infectueuze – febrifugum – frigiditeit – fungicide – haarverzorging, vet haar – hoofdpijn  –  huidaandoeningen – huidverzorging, versterkend, gebarsten, droge huid, kloven, wondjes, snijwondjes – immuunsysteem, zwakte, bevorderend –   impetigo – impotentie – insecticide, motten, zilvervisje, wandluis, vliegende insecten – jeuk – koortswerend – krampwerend (aderen) –  lethargie – littekens – lymfetonisch+++ – nervinum – opvliegers, menopauze –  parasieten – profilactisch – rimpels – roos, in de shampoo – schimmelhuidziekten –  slaapstoornissen –  spataderen+++ – sedatief  –  stimulerend, aders, prostaat –  stomachisch  –  stress  –  tonisch, digestief, aders  –  uitputting, nerveuze   –voetschimmel –  wierook –  wonden – zwemmerseczeem – zweren.
Verdampen bij bronchitis, catarre, sinusitis. Pijnstillend: reuma, artritis, jicht, spierpijn.
Olie voor urinewegen, lymfe, aders, aderontsteking, blaasontsteking.
Interessant is, dat patchoeleen nauw verwant is aan azuleen, bestanddeel van kamille, en dezelfde eigenschappen heeft.
Werkt aderwandversterkend en is celherstellend, erotiserend.
Geringe dosering   :    stimulerende werking.
Hoge dosering       :    kalmerende werking.

Inwendig:
indicatie: ontstekingen en koorts, jeuk, jeugdpuistjes, vette huid: 3 maal daags 3 druppels na de maaltijd.

Combinaties:
Heeft het vermogen andere geuren goed vast te houden. Een heerlijke spray kan men maken met alcohol en citrussen.
bergamot, cassie, cederhout, cipres, cisteroos, citroengras, den, eikenmos, gember, geranium, kaneel, kruidnagel, labdanum, lavendel, mekkabalsem, mirre, neroli, opopanax, pomerol, pomerans, roos, rozemarijn, sandelhout, scharlei, sinaasappel zoet/bitter, vetiver en oriëntaalse bases.

Geestelijk:
de olie heeft een versterkende en aardende werking op de wortelchakra en werkt ook op de tweede chakra, afrodisiacum en diuretisch. Patchouli helpt om onze energie te aarden en te integreren en zorgt ervoor dat we voeling houden met ons fysieke zijn. Stimulerend, zwaar, versterkend en zinnenprikkelend. De olie werkt opbouwend tegen stress. Verlaagt de ademhaling bij verdamping. Gebruiken in kleine hoeveelheden en mengen met andere olie, bijvoorbeeld citrussen, geeft een fris effect. Goed te gebruiken als spray.
Wierook gebruik bij meditatie. Ook is de wierook van patchouli gericht op liefde en helderziendheid. Mystiek gebruik, bij rituelen om de vruchtbaarheid te bevorderen, voorspoed en financieel gewin.

Contra indicatie:
Veroorzaakt geen overgevoeligheid, niet toxisch, niet irriterend.
Bij matig gebruik stimulering en versterking van het zenuwstelsel, bij hoge doses werkt het verdovend. Niet in de eerste drie maanden van de zwangerschap. Niet bij baby’s en kinderen.
Kan huidirriterend werken. Verse olie gebruiken, aangezien er veel monoterpenen in zitten oxideert de olie snel. Dominante geur, blijft lang hangen en men is er gek op of juist niet. Over het algemeen bij een juiste dosering een goed te verdragen olie.

Veiligheid: MSDS
Cas no. 8014-09-3 en Cas no. 84238-39-1
Vlampunt 47 graden Celcius. Opgesloten: 91,6 graden C. Soortelijk gewicht bij 20 graden C.: 0.9673.
Xn-Xi: schadelijk – irritant voor ogen en huid. Niet carcinogeen.
Stabiele vloeistof, niet explosief, niet brandgevaarlijk. Niet bij open vuur.
Bij ingestie melk of water drinken, arts waarschuwen. Ogen 15 minuten spoelen met overvloedig water. Huid wassen met ruim water, besmette kleding verwijderen. Verwerken met beschermende kleding. Oplosbaar in alcohol, vette olie, niet in water.

Toepassingen:
*bij aambeien: 5-8 druppels in een eetlepel amandelolie of 50 druppels in 50 ml. St. Janskruid olie en hiermee de pijnlijke plaatsen deppen.
*bij onzuivere huid, eczeem, jeugdpuistjes, jeuk, kloofjes, wondjes en zweertjes: 15-20 druppels in een glas gekookt afgekoeld water en hiermee de huid 1 maal per dag deppen of afspoelen.
*bij littekens: meng 3-5 druppels in een eetlepel tarwekiemolie en masseer hiermee elke dag het litteken. Het littekenweefsel wordt zachter, soepeler en daardoor minder zichtbaar.
*bij eczeem: meng 5-10 druppels met 50 ml. basisolie en wrijf hier het eczeem dagelijks mee in.
Nat eczeem eerst behandelen met Aloë Vera gel of tea tree.
*bij vet haar met roos: 15 druppels toevoegen aan een neutraal of mild shampoo en hiermee minstens 2 keer per week de haren wassen.
*verdampen: 10 druppels in de aromalamp past bij mensen die zichzelf voorbij lopen en hun lichaam hierdoor in de kou laten staan.
*10 druppels patchouli en 5 druppels ylang ylang in de aromalamp voor een zinnenprikkelende stemming.

Bron: Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe. E. Zimmermann.
Botanical.com A Modern Herbal by Mrs. M. Grieve.: Patchouli.
Wikipedia nl., eng., de. Pogostemon cablin – Patchouli.
David Stewart The chemistry of essential oils made simple p.545.
USDA Plants profile for Pogostemon cablin (Blanco) Benth.
USDA GRIN Taxonomy for plants: Pogostemon cablin (Blanco) Benth.
Liber Herbarum II Erik Gotfredsen Pogostemon cablin (Blanco) Bentham.
Foto: commons. wikipedia.com
 tcm.health-info.org
commons.wikimedia.org
davesgarden.com
dkimages.com
triorganics.com
eoco.org.uk


Previous page:
Next page: