Print This Page

Onderzoek - nieuws:

ONDERZOEK – NIEUWS:
*Kankeronderzoek:
Farmakologische in vivo-activiteiten van terpenen met uitzondering van tetraterpenen en polyterpenen.

R-(+)-Limoneen remt het ontstaan van kanker af. Primaire tumoren worden afgeremd, experimenteel geïnduceerde tumoren in longen en magen van ratten en muizen worden in geringe mate teruggedrongen, Limoneen doet het aantal experimentele borsttumoren bij dieren afnemen en remt de groei van tumoren en metastase van maagkanker af.
Carvon werkt bij muizen anticarcinogeen op de longen en maag.
Carveol en menthon remmen borstkanker cellen bij ratten af.
Farnesol en perillaalalcohol tonen chemotherapeutische activiteiten in dierexperimenten.
Perillaalalcohol is werkzaam tegen een aantal orgaanspecifieke tumoren bij knaagdieren werkzaam. Tumoren verschrompelen, bijvoorbeeld bij pancreastumor bij hamsters. In een dosis van 500 µM heeft perillealcohol een zytostatisch effect. In een dosis van 75 mg/kg onderdrukte de substantie bij de naaktmuis de groei van tumoren en de lymfeklier metastase.
Perillaalalcohol heeft behalve chemopreventieve en chemotherapeutische werking ook antiangiogene werkingen. Wordt onderzocht als antitumor-agens.
Fumagilline uit Aspergillus fumigatus werkt antcarcinogeen, remt de groei af van Lewis-longkanker en B16 melanomen in de muis en heeft antiangiogene eigenschappen. Twee derivaten van Fumagilline, CDK-732 en PPI-2458 die ook antiangiogeen werken zijn in  studie in Fase I en fase II. PPI-2458 wordt onderzocht bij het Non-Hodgkin-lymphom en ook bij chronische polyarthritis. De groei van het melanoom bij de muis wordt door PPI-2458 geremd.
Farnesylthiosalicylzuur reduceert afhankelijk van de concentratie tumorgroei in door de mens getransplanteerde xenoptransplantaat in muizen. Farnesol en zijn ester farnesylanthranilaat tonen in vivo antitumorwerkingen.
Farnesyl-O-acetylhydrochinon onderdrukt de proliferatie van bepaalde melanoomvormen bij ratten en muizen.
De resultaten van farnesylderivaten als chemotherapeutische agens bij kankercellen bij de mens zijn aan de orde bij melanomen – prostaatkanker – long- en darmkanrker zowel als bij leukemie.
Irofulveen is een semisynthetisch derivaat van het paddenstoelgif Illudin S heeft in préklinische en klinische studies zijn werkzaamheid tegen verschillende tumorsoorten bewezen. De stof werd beproefd in fase II studies tegen prostaatkanker en ovariaalkanker. Ook kwam giftigheid aan de ogen van deze stof aan het licht.
Zerumbon uit gembersoorten werkt anticarcinogeen in experimentele darmkankermodellen. Het remt de werking van NF-kB (nucleair factor-kappa B)
Parthenolide, sesquiterpeenlacton, bekend als anti-ontstekings agens, werkt in vivo antitumorgeen en antiangiogeen (UV-B geïndiceerd huidkankermodel van muizen). Parthenolide is een NF-kB remmer en kon in de preventie van UV-B geïndiceerde huidveroudering een nuttige rol vervullen. In een klinische fase I studie werd 4 mg/per dag gegeven aan tumorpatiënten.
Ook sommige diterpenen hebben antitumorale werkingen.
Retinoide, natuurlijk voorkomende substanties met vitamine A activiteiten en synthetische derivaten van retinols, beïnvloeden de groei en de differentiëring van normale maligne (kwaadaardige) cellen, vooral van epitheelcellen. In diermodellen onderdrukken ze de ontwikkeling van orgaanspecifieke tumoren. In klinische studies konden verschillende retinoiden pre-kankerachtige laesies onderdrukken en de groei van primaire tumoren afremmen.
Taxanen komen voor in taxus (Taxus brevifolia). Paclitaxel is een van de meest potente stoffen die in de laatste jaren ingevoerd werden in de chemotherapie tegen tumoren. Het werkt tegen leukemie en talrijke solide tumoren, vooral ovariaal – borst- en niet kleincellige bronchiaalcarcinomen, maar ook tegen het Kaposi-sarkom. De stof is ook bij maligne ziekten werkzaam, waar een conventionele chemotherapie niet meer aanslaat. Ze remt de mitose af (celdeling). Docetaxel is een semisynthetisch derivaat van Paclitaxel met eenzelfde werkspectrum.
De diterpeenalcoholen cafestol en kahweol leveren in dierexperimenten gustige anticarcinogene effecten op, vooral in de darmen. In epidemiologische studies werden de betrekkingen tussen koffiegebruik en bepaalde kankersoorten zoals darmcarcinomen bekeken. Cafestol en kahweol reduceren de gentoxiciteit van verschillende carcinogenen, bijvoorbeeld: DMBA, aflatoxine B en Benzo(a)pyreen.
Antineoplastisch (gaat de vorming van kankergezwellen tegen) werkzaam zijn Ingol en 3-ingenylangelaat, een diterpeenester. De laatste werkt préklinisch tegen huidkanker en wordt in klinische studies ingezet bij aktinische keratose (basaalcelcarcinomen), niet melanome huidkanker en leukemie ingezet.
Triptolide (Chinese geneeskrachtige plant Tripterygium wilfordii)  werkt antileukemisch bij muizen en honden. Een semisynthetisch derivaat P6490-88Na, bewerkte bij menselijke darm- en prostaattumoren, die in muizen waren geïmplanteerd, een duidelijke regressie. Verdere studies toonden aan dat de stof een breed werkspectrum heeft tegen menselijke tumorcellen. Moet nog verder onderzocht worden.
Door de intraperitoneale verstrekking (met korte naald) van het triterpeen betulinezuur kon de groei van een melanoom bij muizen afgeremd worden. Dezelfde behandeling verlengde significant de overlevingstijd bij muizen met ovariaalkanker, zonder dat toxische werkingen of gewichtsverlies optraden.
Betulinezuur stapelt zich vooral op in melanomen die bij de muizen geïmplanteerd waren. Betulinezuur komt vooral voor in Platanen (Platanus acerifolia), in de schors van berken (Betula alba) en in Viscum album L. Een crème met extract van berkenschors (87% triterpenen, waarvan 80% betuline) werd in een pilotstudie succesvol ingezet bij mensen met een aktinische keratose.
Ursolzuur (in de schil van appels en peren) en oleanolzuur ( in olijfbladeren en de mistel) zijn triterpeenzuren en die remmen in dierenmodellen het ontstaan en de groei van tumoren en werken ook op de celdeling. Ze beletten de angiogenese, induceren apoptose (geprogrammeerde celdood) en zijn relatief niet toxisch. De oplosbaarheid moet worden verbeterd om het potentieel te verhogen en nuttig te maken. Beide natuurlijke stoffen verhogen de afscheiding van interferon-y, de natuurlijke immunologische tumorafweer. De behandeling van een met aflatoxine geïndiceerde tumor in de lever van een rat met een oleanolzuur-derivaat werd als beter ervaren dan een behandeling met Oltipraz.
Ratten met een glioom overleefden, afhankelijk van de dosis, langer indien ze een Boswellinezuur extract uit gummihars kregen toegediend.
Bij patiënten met een glioblastoom (tumoren van het centrale zenuwstelsel, hersenen en ruggemerg) kon een peritumoraal oedeem door dergelijke extracten, afhankelijk van de dosis, worden gereduceerd.
Squaleen kan chemisch geïnduceerde tumoren in dieren afremmen, als de werkstof voor of tijdens het in/aanbrengen van de tumoren wordt toegediend.

*Goede ontstekingsremmers:
1,8-cineol (Eucalyptol) remt het arachidonzuur metabolisme en de synthese van cytokinen in menselijke monocyten af. In dierexperimenten bewees het de anti-ontstekings werking. In een studie met zware astmapatiënten met corticoide therapie werkte de stof ontstekingsremmend en corticoide besparend. De mucolytische werking bij ziekten aan de bovenste en onderste luchtwegen is bewezen, evenals de werking van cineol bij acute, niet etterige rhinosinusitis.
Kamfer werkt o.a. antireumatisch.
De werkzaamheid van myrtol (is een geneesmiddel, geen bestanddeel van etherische olie, ter reductie van intensiteit en voorkomen van exacerbaties) bij chronische bronchitis werd in klinische studies bewezen.
Lamiide uit de subklasse der Iridoïde hebben in een lage concentratie een duidelijke afremmende werking op de phospholipide-peroxidatie van rattenhersens en hebben anti-ontstekings activiteiten bij oedeem in de poten van ratten geïndiceerd met carrageenin.
Linalol en zijn ester linalylacetaat werken anti-oedeemateus bij ratten.
De sesquiterpenen in Kamille, Arnica, artisjokken en curcuma hebben een anti-ontstekings werking.
Bisabolol in kamilleolie werkt anti-ontsteking, evenals helenaline uit de bloeiende arnica. Enige bisabolanen zijn anti-inflammatoir in het dermatitismodel van muizen.
In een acuut colitis model van muizen verlaagde het voeren van zeumbon duidelijk de spiegel van IL-1beta, TNF-alpha en PGE2 en onderdrukte de colitis.
Polygodial heeft antiallergene werkingen evenals anti-inflammatoire.
Azulenen hebben medicinaal een zekere betekenis als ontstekingsremmende middelen.
Bij onderzoek naar NF- kB dat bij ontstekings- en immunologische processen een belangrijke rol speelt is gebleken dat enige terpenen, zoals de diterpeen kauran en sesquiterpeenlactonen NF- kB inhibitoren zijn
Het diterpeen kamebakaurin werkt in vivo bij artritis anti-oedeemateus en anti-ontsteking.
Zerumbon (sesquiterpeen) werkt in experimentele studies anti-inflammatoir.
Triptolide (diterpeen) werkt in dierexperimenten positief bij chronische polyartritis.
Met de triterpenen lupaan, oleanaan en dammaraan kon bij proefdieren de door chemicaliën geprovoceerde, opgewekte ontstekingen effectief afgeremd worden.
Bij huidziekten wordt in de volksgeneeskunde berkenschorsolie ingezet. Deze olie bevat grote hoeveelheden betuline (20%) en andere pentacyclische triterpenen waarvan bij pre-klinische onderzoeken de anti-inflammatoire werking bewezen is.
Preparaten uit Salai guggal, de hars van de Indische wierook, worden gebruikt bij ontstekingen. Boswellinezuren, bv. 11-keto-beta-boswellinezuur werkt anti-ontsteking. De werkzaamheid werd geconstateerd bij klinische studies bij patiënten met chronische polyarthritis, colitis ulcerosa, morbus Crohn, bronchiale astma en peritumorale hersenoedeem.

*Werkzaam tegen pijn – pijnstillend:
Veel terpenen hebben invloed op de beleving van de pijn, bv. 1,8-cineol bij dierproeven op nociceptieve pijn (pijn veroorzaakt door weefselbeschadiging, vaak het gevolg van botmetastasen of infiltratie van weke delen of viscera (ingewanden)).
Menthol, op de huid gebruikt werkt analgetisch, plaatselijk anaesthetisch en antipruritisch.
Kamfer, lange tijd als alleen analgetisch beschouwd, beïnvloedt enige TRP (transient receptor potential) kanalen, bijvoorbeeld de hitte sensitieve vanilloide-receptor.
De sesquiterpenen viscomzuur, viscoazucine en viscoazulon uit Polygonum vicosum verminderen in dierproeven de pijn.
Parthenolide is verantwoordelijk voor een antimigraine effect.
Het sesterterpeen Nmanoalid werkt anti-inflammatoir en analgetisch.
De nociception bij muizen kon door de intraperitoneale dosis van de triterpeen Ursolzuur en 23-hydroxyursolzuur afgeremd worden.
Oeanolzuur vermindert de door mosterdolie geïnduceerde pijn in de muizendarmen.

*Afweer van insecten en parasieten:
Tea tree wordt o.a. ingezet tegen pediculose (ontwikkeling van een groot aantal luizen). De insecticide activiteiten zijn te danken aan de anti-acetylcholinesterase-activiteiten.
Thymol is sterk toxisch voor de varroamijt, een op bijen parasiterende mijt.
Ascaridol in Chenopodium olie is een anthelminticum vooral tegen ascaris of spoelwormen.
De sesquiterpeen santonine van de Artemisia soorten zijn anthelmintisch, maar momenteel alleen historisch of nog veterinair, niet gebruikt bij de mens.
Fumagilline van Aspergillus fumigatus en Penicillium nigrans werken sterk tegen amoeben.
Artemether, een derivaat van artemisinine, werd bij klinische studies succesvol ingezet tegen schistosomiasis, het vroegere bilharzia. (Bij niet behandelen worden longen, lever, milt, blaas en darmen aangetast.)
Parthenolide is een potentieel therapeuticum tegen leishmaniasis een parasitaire ziekte in Zuid Europa, overgebracht door de zandvlieg.
Zie verder: insecticide – luizen, enz., in Practicum aromatherapie.

*Terpenen tegen malaria:
De sesquiterpenen lactucine en Lactucopicrine hebben antimalaria activiteiten.
Artemisinine (Qinghaosu in China) en zijn derivaat dihydroartemisinine en artemisiten in de vorm van haar esters en ethers (artemether) worden tegen malaria ingezet.
Artemisinine, een sesquiterpeenlacton, is een inhoudstof van Artemisia annua. Al meer dan 2000 jaar werden delen van de plant in de volksgeneeskunde gebruikt om de koorts te verlagen en zo’n 400 jaar na Christus werd de werkzaamheid tegen malaria gemeld. De substantie werkt tegen multiresistente stammen van Plasmodium falciparum (mosquito parasiet). Ze beschadigt het membraam van de parasiet  en grijpt in het nucleinzuur-metbolisme in. De substantie en haar derivaten werken gametocite (een agens die de gametocyten van een malaria parasiet vernietigen) grijpen in , in het seksueel gedifferentieerde stadium van de parasitaire ontwikkelingscyclus en verhinderen zo de transmissie.
Stabieler als artemisinine zijn de door reductie van het lacton verkregen dihydroartemisinine en daarvan afgeleide derivaten. Die werkstoffen worden door de Wereld gezondheids organisatie aanbevolen voor de therapie van chloroquin- en mefloquin resistente malaria.
Artemether (in combinatie met Lumefantrin in Riamet) is in Duitsland toegelaten voor de behandeling van acute, ongecompliceerde malaria door Plasmodium falciparum.
Een belangrijke strategie om de resistentie toename te vertragen is het gebruik van combinatietherapiën, bijvoorbeeld met artemisinine, die wereldwijd geaccepteerd  en toegepast worden. Tot nu toe zijn er geen resistenties waargenomen. De combintietherapie met artemisinine-derivaten reduceert het mislukken van de behandeling en de mate van overdracht.
Bij muizen die het triterpeen iridal uit Arnica germanica L. intaperitoneaal kregen toegediend werd het Plasmodium vincei petteri voor 50% afgeremd.

*Het centrale zenuwstelsel en sederende werkingen:
De  monoterpenen citral, myrceen enn limoneen geven sedatieve en spierontspannende effecten. In hoge dosis verlengen ze de door phenobarbital geïnduceerde slaaptijd van de muis, evenals 1,8-cineol.
De wortels van de Valerianaceae en aanverwante soorten zoals Nardostachys jatamansi worden in veel culturen ingezet in de traditionele medicijnen als milde sedatieve middelen en tranquillizers als slaapindicatie.            
Valepotriaten zoals valtraat en isovaltraat in het kruid van verschillende Valerianaceae werken bij opwinding sederend en bij vermoeidheid activerend.
De etherische olie van Valeriana officinalis bevat naast het monoterpeen bornylacetaat vooral valeriaanzuur en andere sesquiterpenen zoals valeranon. Enige van deze substanties hebben een directe werking op de amygdala.
Valeriaanzuur remt de enzymatische afbouw van Gaba (gamma-aminoboterzuur, aminozuur dat fungeert als neurotransmitter)  en werkt daarom sederend.

*Neurobeschermende eigenschappen:
De monoterpeenaldehyde safranal, de reukstof van safraan heeft een anticonvulsieve werking bij muizen en werkt protectief bij oxidatieve beschadiging van de hippocampus bij ratten.
De diterpeen ginkgolide B is een PAF-antagonist. Ginkgolide A en B werke cerobro-beschermend. Deze diterpenen uit Ginkgo biloba bevorderen de stofwisseling van de hersenen en activeren cognitieve functies zoals concentratie, denken.
De sesterpenen 12-O-decacetylfuroscalarol en 12-O-desacetylscalarine zijn belangrijke basisstoffen voor de ontwikkeling van pharmaceutica voor de behandeling van storingen van het centraal zenuwstelsel bijvoorbeeld Alzheimer.

*Afweer van micro-organismen:
Een aantal terpenen hebben antimicrobe activiteiten. Terpenen zijn actief tegen bacteriën, zwammen of schimmels, virussen en protozoën. Ongeveer 60% van de uit etherische olie verkregen terpenen remmen de zwam- en schimmelgroei, 30% de groei van bacteriën. Waarschijnlijk storen de lipophile stoffen de membraamstructuur. Terpenen in etherische olie kunnen de groei van Listeria monocytogenes afremmen. Met basilicum olie in selchte geringe concentratie kan men slabladeren ontsmetten.
Aframodial heeft een breed antymycotisch spectrum.
Tegen bacteriën:
o.a. de monoterpenen: 1,8-cineol – menthol – a-pineen. Sesquiterpenen: merulidial – hirsutumzuur. Diterpenen: bolegrevilol – agelasine B,C,E. – tihydroxy-16-kauren-15-on. Sesterterpenen: ircinine I – neomanoalid. Triterpenen: betuline – betulinezuur (gramnegatieve bacteriën).
Tegen zwammen/schimmels:
Sesquiterpenen: armillarine – merulidial. Diterpenen: aframodial.
Tegen mycobacterium tuberculosis:
Sesquiterpeen: puupehenon. Diterpeen: ergoriaen.
Tegen helicobacter pylori: diterpeen: trichorabdal A.

*Antiviraal actieve terpenen:
Terpenen uit planten met anti HIVirus-activiteit stammen ui de klasse der diterpeenlactonen – van de phenolische diterpenen, Kauran- en Phorbol diterpenen – de triterpeen-gycoside en uit verschillende triterpeen subklassen.
Prostratin een diterpeen (Phorbolester) uit Pimela prostrata verminderd mogelijkerwijs het HIVirus-1-Reservoir. Sommige ophioboline, sesterterpenen, remmen eveneens Hi-virussen af.
Het sesterterpeen variabiline van de zeezwam familie Dictyoceratida werkt goed tegen herpes simplex maar is sterk cytotoxisch, waardoor het niet bij mensen te gebruken is.
In 1994 werd voor het eerst de antivirale werking van betulinezuur tegen HIV aangetoond. Ondertussen zijn er betere halfsynthetische derivaten van de triterpenen ontwikkeld die het virus beletten in  de gastcel binnen te dringen of de rijping tot het infectueuse stadium blokkeren, bewezen door preklinische studies met orale dosis van de werkzame stoffen.
In een fase I studie bij HIV positieve vrijwilligers werd aangetoond dat het betulinezuur derivaat de virusdruk binnen tien dagen reduceert.
In vitro kon de anti HI-Virus activiteit van oleanolzuur tegen de geïnfecteerde menselijke cellen bewezen worden.

*Bescherming van de lever:
NF- kB (is van belang voor de regulatie van immuunreactie, celproliferatie en celdood. Speelt een belangrijke rol bij iedere ontsteking), speelt een belangrijke rol in de pathogenese (ontwikkeling van een aandoening), van leverbeschadiging bij ratten met zware acute pancreatitis (alvleesklier ontsteking).
Het diterpeen triptolide reduceert door activiteitsremmende werking van NF- kB deze leverbeschadiging.
De beschermende werking tegen leververgiftigingen zoals ethanol en cadmium neemt door triterpenen af. (afhankelijk van hun structuur: van betuline tot betulinezuur tot oleanolzuur)
De cadmium geïndiceerde apoptose (belangrijk in alle levende cellen; doet overbodige, niet noodzakelijk cellen verdwijnen; georganiseerde of geprogrameerde celdood) van levercellen kon door betuline experimenteel afgeremd worden, wat de beschermende factor verklaard. De lever van chronisch door ethanol beschadigde ratten kon door Ursolzuur evengoed beschermd worden dan door sylmarin, waardoor de antioxidatieve activiteiten van de triterpenen duidelijk werd aangegeven
De triterpeenglycoside glycyrrhizinzuur kan, oraal toegediend, de lever van ratten voor de beschadiging door loodacetaat beschermen.
In China wordt oleanolzuur ter behandeling van hepatitis ingezet.

*Monoterpenen en botten:
Etherische olie van Salvia officinalis – Rosmarinus officinalis – Thymus vulgaris en Eucalyptus oliën en de monoterpenen hieruit activeren in vitro en in diermodellen de botstofwisseling.
In in-vivo osteoporose modellen beschermen borneol, thymol en kamfer tegen botverlies of remmen na metabolisering (zoals a-pineen en cis-verbenol) in vitro de osteoklasten (botafbrekende cellen) af.
Monoterpenen zoals eucalyptol, kamfer, borneol, bornylacetaat, thymol, a- en b-pineen, menthol enz., zijn effectieve inhibitoren van botresorptie (oplossing, de opname van vocht of  fijn verdeelde substanties in de lichaamsvochten), bij ratten.

*Hart- en bloedsomloop werkingen:
Het monoterpeen terpinen-4-ol toont, afhankelijk van de dosis, een hypotensief effect bij ratten met desoxycorticosteronacetaat (DOCA)-zout-hypertensief.
De vaatverwijdende  (-)-kamfer activeert door bloedsomloopreflexen het ademcentrum.
Het diterpeen forkoline uit de Indische Coleus forskolii werkt cardiac, positief inotroop (hart contractiebevorderend), vaatverwijdend en bloeddrukverlagend.
Forskoline stimuleert de adenylcyclase (anti-inflammatoir agens) en werd experimenteel ingezet bij cardiomyopathie (hartfalen)- glaucoom en astma.
Colforsine, een wateroplosbaar forskoline derivaat, werkt positief inotroop, vasodilatorisch (vaatverwijdend). De stof wordt potentieel aanbevolen in de therapie betreffende cerebrale vasospasmen (vaatkrampen).
Ginkgolide A en B hebben dierexperimenteel een cardiac beschermend effect.
De triterpeenfractie bestaande uit asiatinezuur en madecassinezuur verlagen afhankelijk van de dosis de bloeddruk bij patiënten met veneuse hoge bloeddruk.
Ursolzuur beschermd de door ethanol beschadigde harten van ratten, o.a. door toename van antioxidatieve capaciteiten.

*Invloed op de bloedglucose:
Het op 1% corosolzuur (2a-hydroxyursolzuur) ingestelde methanolische extract van de bladeren van Lagerstroemia speciosa werd 15 dagen lang aan patiënten met type-2 diabetes toegediend. Bij dagdosis van 48 mg zonk de bloedglucosespiegel 30%. Deze waarden konden met zuiver corosolzuur aan muizen en mensen bevestigd worden.
Oleanolzuur en diens derivaten kunnen de a-glucosidase en glycogeenphosphorylase afremmen.
In diermodellen werd aangetoond, dat dehydrotrametenolzuur uit Poria cocos Wolf de insulinewerking versterkt.
*Gastrobeschermende effecten:
De monoterpenen linalol en zijn ester linalylacetaat tonen bij acute ethanol geïndiceerde maagzweren bij knaagdieren een gastroprotectie.
Terpinen-4-ol heeft in dierenxperimenten een duidellijk afremmende werking op de geïndiceerde maagzweervorming, omdat het de maagzuursecretie en de pepsine activiteiten afremt.
Elemol in de eherische olie van Cedrus atlantica heeft in experimentele modellen een antiulcer werking.
Polygodial remt experimentele maaglaesies af.
*Afrodisiacum:
In Arabische landen wordt ambrein, het hoofdbestanddeel van de grijze amber, als middel gebruikt ter opwekking van het libido. In dierstudies kon aangetoond worden dat de tricyclische triterpeenalcohol de concentratie van hormonen en de testosteronspiegel verhogen.
De etherische oliën kennen veel afrodisiaca, zie Practicum.

Bron: Sebastian Jäger, Armin Scheffer, Niefern-Öschelbronn, Herbert Schmellenkamp, Blaustein.
Samenstelling: Dr. Armin Scheffler. Carl-Gustav-Carus-Institut.
  pharmazeutische-zeitung.de

Carnosolzuur:
Onderzoekingen hebben uitgewezen dat bij grote droogte het carnosolzuur in Salvia officinalis afneemt en de oxidatieproducten isorosmanol en rosmanol toenemen.
Phenolische diterpenen in Salvia officinalis en Rosmarinus officinalis hebben een hoge oxidantwerking, vooral carnosolzuur. Klimatologisch moet bij de aanplant grote droogte vermeden worden.
Bron: Universiteit Kiel. M. Müller – S. Munné-Bosch – L. Alegre – K. Schwarz.

Rozemarijnbladeren:
P. Derbersac, INRA, Frankrijk.
Verstrekking van een apolair extract van rozemarijnbladeren geeft een monofunctionele inductie van fase II-enzymen in de lever van ratten.
De sterke anti-oxidante werking kan toegeschreven worden aan apolaire verbindingen, de fenolische diterpenen zoals carnosol en carnosolzuur.
In studies stonden de effecten centraal van rozemarijnbladeren die rijk zijn aan een mengsel van diterpenen. Deze diterpenen moduleren fase I en fase II-enzymen in de levers van ratten. Gevonden werd dat de verstrekking van een extract (0.5%) gedurende twee weken de activiteiten van de P450-enzymen (1A1, 1A2, 2B1, 2, 3A, 2E1) niet veranderde. Wl werden de activiteiten van glutathion-S-transferase sdterk verhoogd. Hieruit blijkt dat een extract van rozemarijnbladeren een nuttig effect kan hebben bij de preventie van kanker.
Bron: De Orthomoleculaire Koerier 81.

               Onderzoek van Nigella sativa:
Amerika: Cancer research Laboratory, Hilton Head Island, South Carolina, USA: een succes in tumor therapie. Zij constateerden een groei van beenmergcellen met 250% en afremming van tumorgroei met 50%. De olie stimuleert de groei van immuuncellen, verhoogt de interferon productie dat cellen beschermt tegen het vernietigende effect op cellen van virussen, verstoort de groei van tumorcellen en verhoogt het aantal anti-oxidant producerende b-cellen. Verder bevestigt het onderzoek een sterke antibacteriële werking en een verlaging van het bloedsuiker nivo bij diabetes.

               Duitsland: Mũnchen, Dr. Peter Schleicher, immuunoloog zegt over zijn onderzoekingen: met de olie komen waardevolle meervoudig onverzadigde vetzuren, zoals linol en gammalinoleenzuur in het organisme, die de synthese mogelijk maken van belangrijke substanties die het immuunsysteem kunnen beïnvlioeden, bv. Prostaglandine E1. Linolzuur stabiliseert het celmembraam en prostaglandine werkt sterk ontstekingsremmend, waardoor ziekmakende immuunreactie worden voorkomen. Hij heeft 600 patiënten getest. 70% van de patiënten genas van stof- en pollenallergie, huidziekten, acne, astma en aanverwante ziekten. Vooral mensen die waren verzwakt door een verminderde afweer. Hij beveelt de olie vooral aan bij verkoudheidsziekten en griep. Langdurig gebruik.

                PubMed: Pharmacological and toxicological properties of Nigella sativa.
De zaden bevatten vette en etherische olie, proteïne, saponinen, alkaloiden, met als hoofdbestanddeel thymoquinon. De pharmacologische activiteiten omvatten bescherming tegen nephrotoxiciteit, hepatotoxiciteit veroorzaakt door ziekten of chemicaliën. De zaden en olie bezitten anti-inflammatoire, analgetisch, antipyretisch, antimicrobe en antineoplastische activiteiten. De olie verlaagt de bloeddruk en bevordert de ademhaling. Behandeling van ratten gedurende 12 weken gaven veranderingen in het haemogram met een toename van cel volume (PCV) en haemoglobine en afname van plasma concentraties van cholesterol, triglycerides en glucose. De zaden hebben een zeer lage gradatie van giftigheid. Uitwendig gebruik gavcen gtwee gevallen van dermatitis. Het gebruik van het zaad noch van de olie gaf een verandering aan in de lever- en/of nierfuncties. De gunstige effecten van het zaad en de olie worden toegeschreven aan de antioxidanten, antiontstekings- en cytoprotectieve werking.

                 : Antimicrobial activity of Nigella sativa oil against Staf. Aureus obtained from clinical specimens.
54 kweken van pus, bloed, oorsmeer, uitstrijkjes, urine, enz. werden getest met N. Sativa olie in een 1:1; 1:10 en 1:50 verdunning samen met 20 andere antibiotica.
11 waren resistent tegen 1-3 antibiotica; 16 tegen 4-6 antibiotica; 3 tegen 10-12 antibiotica; 16 tegen 7-9 antibiotica;  5 tegen 13-15 antibiotica; 1 tegen 16 antibiotica. Hoogste resistentie was respectievelijk tegen: amikacin, tetraclycline, cotrimaxazole, ciprofloxacin, ampicillin, ceftriaxone, tobramycin, gentamicin en erythromicin. De olie was actief tegen 50 kweken in een oplossing 1:50 tegen 22 kweken; 1:10 tegen 14 en onverdund in 14 kweken.
Conclusie: de olie van N. Sativa is actief tegen gevoelige zowel als tegen drugs resistente kweken van Staf. aureus.

                : Antimicrobial activity of Nigella sativa oil against multi-drug resistant Pseudomonas erugenosa from clinical specimens.
22 klinische kweken van Pseudomonas van bloed, oorsmeer, pus, uitstrijken van bindweefsel, enz. Waren er 3 resistent tegen 2-4 antibiotica; 6 tegen 5-7 antibiotica; 8 tegen 8-10 antibiotica; en 5 tegen 11-13 antibiotica. De resistentie was het hoogste bij Ampiciliin, Gentamicin, Ciprofloxacin, Amikacin, Ceftazidime,Cefotaxime, Oflaxacin en Ceftriaxone. De olie belemmerde de groei van P. Aerugenosa ATCC 27853 en NTC 10662 tot een verdunning van 1”50 en 1:100 respectievelijk. Actief tot 1:50 oplossing tegen 1 kweek die resistent was tegen 6 antibiotica; tot 1:10 oplossing tegen 5 kweken resistent tegen 2-11 antibiotica en in onverdunde vorm tegen 6 kweken die resistent waren tegen 6-11 antibiotica.
Conclusie: de olie van N. Sativa is actief tegen zowel standaard als multidrug resistente kweken van P. Aerugenosa.

                 Online articles: Nigella sativa, commonly known as “Love in the mist” Dr. Michael Tierra L. AC., O.M.D.:
De zaden geven energie en een specerij. Werkzaam op het gebied van de longen, maag en milt.
Biochemische bestanddelen: alanine – arginine – ascorbic acid – asparagine – kampesterol – carvon – cymeen – cystine – dehydroascorbic acid – eicosadienoic acid – glucos – glutamic acid – glycine – ijzer – isoleucine – methionine – myristic acid – nigelline – nigellon – oleic acid – palmitic acid – phenylalanine – phytosterols – potassium – beta-sitosterol – alpha-spinasterol – stearic acid – stigmasterol – tanninen – threonine – thymohydroquinon – thymoquinon – tryptofaan – tyrosine.
Werkzaamheid: ademhalingsziekten, allergiën, aromatisch, astma, bronchitis, carminatief, digestief, diuretisch, emfyseem, emmenagoog, excitant, galactogoog, griep, hoesten, koorts, purgatief, resolvent, stimulant, stomachisch, sudorifisch, tonisch, verkoudheid, vermifuge. De zaden hebben veel sterolen, vooral beta-sitosterol met anticarcinogene activiteiten bij tumoren van de ogen, lever, buik.
Contraindicatie: niet gebruiken bij zwangerschap.

                JEOR: Essential oils of Nigella sativa L. And Nigella damascena L. Seeds:
De zaden van Nigella sativa waren van een markt in Rabat in Marokko, olieopbrengst 0.4%. De zaden van de Nigella damascena uit Italië, olieopbrengst 0.4%.
Hoofdbestanddelen van Nigella sativa waren vooral monoterpenen: p-cymeen 33.8%  - thymol 26.8% - thymoquinon 3.8%.
Hoofdbestanddelen Nigella damascena L.: bijna 100% sesquiterpenen met b-elemeen 73.2% als voornaamste en a-selineen, b-elemeen, germacreen A, 7-epi-alpha-selineen.

Bron: : antimicrobial activity of Nigella sativa oil against multi-drug resistent
          Pseudomonas aerugenosa from clinical specimens. Salman, Mohd Tariq; Khan, Rahat Ali
          and Shukla, Indu (2005)
          : qantimicrobial activity of Nigella sativa oil against Staphylococcus aureus
          obtained from clinical specimens. Salman Mohd Tariq; Khan, Rahat Ali and Shukla Indu
          (2005)
          PubMed Pharmacological and toxicological properties of Nigella sativa. Ali BH; Blunden G.
          King Saud University Saudi Arabia. Department of veterinary Medicine.
          Planet Herbs Online: Online articles: Dr. Michael Tierra L.AC. O.M.D.
          JEOR: Essential oils of Nigella sativa L. And Nigella damascena L Seed. May/june 2004
          Moretti A.; D’Antuono.; L. Filippo; Elementi S.

©®Copyright en registratie notaris. André Gielen 2001 –  2008

 Onderzoek: MATRICARIA CHAMOMILLA
Werking van Chamomilla extracten en etherische olie:
Spasmolytische of ontkrampende eigenschappen hebben: apigenine, luteoline, alfa-bisabol, azuleen, chamazuleen, a-bisabololoxide A en B, matricine, en-yn-dicyclo-ether, quercetine en umbelliferon. En-yn-dicyclo-ether relaxeert de skeletspieren, a-bisabolol de gladde spieren van bijvoorbeeld het spijsverteringskanaal. Bisabolol en bisabololoxide A en B zijn ontkrampend zoals papavarine.
Lipofiele ontstekingsremmende bestanddelen zijn: a-bisabolol – azuleen – chamazuleen – matricine – en-yn-dicyclo-ether. Hydrofiele bestanddelen zijn de flavonoïden apigenine en luteoline die ontstekingsremmend zijn. De chamomilla bestanddelen remmen de enzymen 5-lipoxygenase (a-bisabolol / bisabololoxide)  en cyclooxygenase, waardoor de productie van prostaglandinen en leucotrienen (chamazuleen) worden geremd; ook hebben ze een sterke antioxidant werking. A-bisabolol gaat de vorming van stress gerelateerde maagzweren tegen en remt de maagzuursecretie.
Chamazuleen – azuleen en en-yn-dicyclo-ether zijn anti-allergeen. Ze remmen de vrijzetting van histamine en blokkeren het effect van serotonine.
Apigenine is anxiolitisch (angst verminderend) en kalmerend door de competitieve binding aan GABA-receptoren in de hersenen.
De etherische olie heeft antibacteriële, fungicide en antivirale eigenschappen. A-bisabolol en chamazuleen tegen grampositieve (St. aureus, Bacillus subtilis) en gramnegatieve bacteriën (E. coli, Pseudomonas aeruginosa). Chamazuleen, a-bisabolol, umbelliferon en flavonoïden bestrijden Candida albicans en de schimmel Trichophyton. Apigenine is sterk antiviraal. Ook inactiveert de e.o. bacteriële toxines.

Bron: Van Nature, fytotherapie Chamomilla recutita.

©®Copyright en registratie notaris. André Gielen 2001 – 2008


Previous page: Schimmels en zwammen
Next page: Nieuws