Print This Page

Virussen - bacteriën - schimmels

 

Omdat veel etherische oliën werkzaam zijn tegen virussen, bacteriën en schimmels zal ik hierover een klein stukje elementaire gegevens in voeren. Wanneer de interesse verdergaat, men kan op Wikipedia en bij de Universiteit pagina’s alles hierover vinden.
 

VIRUSSEN:
Definitie:
Een ziekteverwekkend micro-organisme bij mens en dier, plant en bacterie, met afmetingen van 5 tot 250 miljoenste deel van een millimeter. Het is het kleinste organisme en kan alleen met een elektronenmicroscoop worden waargenomen. Het zijn strikte parasieten omdat zij voor hun vermenigvuldiging levende cellen nodig hebben. Virussen bestaan uit stukjes kernzuren (DNA of RNA), omgeven door een eiwitmantel. Ze worden naar hun erfelijk materiaal ingedeeld in DNA- en RNA-virussen en naar hun gastheer in bacteriofagen, fagen van schimmels, virussen van plant en dier. Virussen bezitten een aantal eigenschappen waardoor zij verschillen van andere micro-organismen. Zij zijn uitermate goed bestand tegen ongunstige omstandigheden. Het virus van de mozaïekziekte blijft jarenlang in gedroogde tabak zijn levenskracht behouden. Het mond en klauwzeer virus kan lange tijd actief blijven in melkpoeder. Dit betekent overigens niet dat deze producten daarom ook besmettelijk voor de mens zijn. De weerstand tegen vochtige hitte is echter van de meeste virussen niet bijzonder groot. De sterkste virussen verdragen een temperatuur tot ongeveer 90 graden C, terwijl verschillende soorten bacteriën temperaturen tot over de 100 graden C kunnen verdragen.
De merkwaardigste eigenschap van virussen is dat men ze over het algemeen niet kan kweken op voedingsbodems, zoals bacteriën. Alleen in levende cellen van zijn gastheer of een andere gastheer kan het virus blijkbaar leven. Een andere eigenschap, meer scheikundig, betreft de mogelijkheid dat men oplossingen van virussen kan neerslaan na toevoeging van bepaalde scheikundige stoffen, waardoor kristallen ontstaan. Ieder virus heeft een karakteristieke vorm en grootte. Als parasieten veranderen virussen de stofwisseling van hun gastheercel op een dusdanige wijze dat deze cel de stoffen maakt die het virus nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Wanneer er voldoende rijpe virusdeeltjes zijn gevormd, verlaten deze de cel, waarna een andere cel geïnfecteerd kan worden. Het is ook mogelijk dat het virus de cel niet vernietigt, maar dat zijn erfelijk materiaal wordt opgenomen in het erfelijk materiaal van de geïnfecteerde cel, waardoor deze wordt aangezet haar eigenschappen te veranderen.
De door het lichaam gemaakte stof interferon kan de voortplanting van de virussen tegengaan. Ook maakt het lichaam antilichamen die voorkomen dat nieuwe virusdeeltjes andere cellen bereiken. Voorkomen van virusinfecties kan door inenting.
Virussen schijnen ook een rol te spelen bij bepaalde vormen van kanker. Het gaat hierbij om de retrovirussen (HTLV-virus dat leukemie veroorzaakt, Epstein-Barr-virus dat Pfeiffer veroorzaakt en het humaan pappilomavirus dat genitale wratten en baarmoederhalskanker kan veroorzaken).

We hebben virussen met een korte incubatietijd  en een lange-, de zgn. slow viruses.
Latente virussen maken de gastheer eerst ziek en blijven daarna latent aanwezig.
Virussen zijn  door de reguliere geneeskunde moeilijk of niet te bestrijden. Etherische oliën met name monoterpenolen en monoterpenals zijn effectief in de bestrijding van virussen van het ademhalingssysteem, vooral cineol, voorkomend in de familie Myrtaceae, evenals linalooloxide en linalool (hysop var. decumbens). Ketonen vooral crypton, aldehyden en ethers bestrijden virussen.

De toppers in de bestrijding van virussen zijn: kruidnagel, oregano compactum, ravensara, kaneelolie, peperolie.
Andere antiviraal werkzame oliën zijn:
Cisteroos – citroen – bergamot – palmarosa – eucalyptus species globulus, radiata, smithii – hysop – lavendel – melaleuca species – melisse (hydrolaat) – oregano – pimenta – tijm ct. thujanol – kaneel – laurier.

Virussen zijn verantwoordelijk voor ziekten als: mazelen, griep, kinderverlamming, pokken, waterpokken, hepatitis, gastro-enteritis, gordelroos, herpes genitales, roodvonk, oorontstekingen, encefalitis, aids, bof, rode hond, verkoudheid, griep, infecties van de luchtwegen, enz.
Ook weet men nu dat virussen deel uitmaken van het ontstaan van bepaalde kankersoorten.

Werkzame bestanddelen tegen virussen in etherische olie zijn o.a. de aldehyden.
De antivirale werking van etherische olie schijnt gelegen in de rH-waarde van 15-24. Hierin ligt tevens de antidegeneratieve werking van de oliën. Als de rH-waarde van het bloed die normaal 22 is, te hoog is, kan het bloed bij de waarde van 28 geen zuurstof meer binden en dat kan tot trombose leiden.

Melisse, tea tree, ravensara en lavendel werken goed bij herpes labialis, 1% in alcohol. Ook herpes zoster verloopt minder ernstig. Een aftreksel van melisse in water helpt ook bij lokaal gebruik tegen herpeszoster en –simplex, evenals aftreksels van pepermunt, tijm en marjolein. De effecten van griep, waterpokken en oorontstekingen zijn minder ernstig en de duur van de ziekte is korter door het gebruik van olie. Adenovirussen of verkoudheidsvirussen worden geremd door kruidnagel-, peper- en kaneelolie. Deze drie verminderen de virusconcentratie zonder de cellen van ons lichaam te beschadigen. Tevens wordt dikwijls een duidelijke toename van immunoglobuline geconstateerd, wat wijst op een stimulering van het lichaamseigen afweerapparaat.

Let wel: de e.o.’s hebben geen virusdodende, wel een virusremmende werking.

©®Copyright en registratie notaris. André Gielen 2001 – augustus 2007


Previous page: Neurotransmitters
Next page: Bacteriën: