Print This Page

Enige grootheden

 

 

   Aristoteles 384-322 v. Chr.    Claudius Galenus    Hermann Boerhaave 1668-1738    Pedanius Dioscorides   Samuel Hahnemann



 

Enige grote geleerden van belang in de ontwikkeling van de Aromatherapie:
ARISTOTELES:
Grieks filosoof, geboren in Stagira en gestorven te Chalkis 384-322 v. Christus. Hij was de zoon van de lijfarts van Amyntas II van Macedonië. Hij was naast filosoof en geleerde ook nog botanicus. Het boek De Plantis wordt aan hem toegeschreven, maar waarschijnlijk is hij daar niet de schrijver van.
AVICENNA (Ibn Sina)
Beroemd Arabisch filosoof en geneesheer, bijgenaamd de “Prins van de geneesheren”. Hij werd geboren te Afshana en stierf te Hamadan 980-1037. Hij was een groot geleerde, zeer geesdriftig en de schrijver van o.a. Canon van de geneeskunst. In Spanje heeft hij universiteiten opgericht en daar ook les gegeven.
BOERHAAVE (Herman)
Een Hollandse geneeskundige, botanicus, scheikundige, geboren in Voorhout, gestorven in Leiden 1668-1738. Hij was hoogleraar aan de universiteit van Leiden en introduceerde een nieuwe geneeskunde die vooral werd gepraktiseerd in het Cecila Gasthuis, in Leiden, een klein ziekenhuis met slechts 12 bedden
DIOSCORIDES (bijnaam Pedanios).
Hij was een Grieks geneesheer uit de eerste eeuw en werkte in de legers van Nero. Hij reisde daardoor veel en kwam in Klein Azië, Griekenland, Gallië, Italië en Spanje. Overal verzamelde hij gegevens en rangschikte als eerste zijn plantengegevens systematisch. Zijn grote werk De materia medica werd algemeen gebruikt tot de Renaissance en gaf toen aanleiding tot de belangrijke Commentaren van Matthiolus.
GALENUS.
Was een Grieks geneesheer, geboren te Pergamum en gestorven in Pergamum of Rome 131 – 201. Samen met de werken van Aristoteles beheersten zijn werken de medische wetenschap tot in het midden van de zeventiende eeuw. Hij heeft een honderdtal werken nagelaten die veelvuldig zijn herdrukt. Zijn denkbeelden zijn vaak tegengesteld aan die van Hippokrates, dus twee tegengestelde leerstelsels. Galenus heeft zijn naam gegeven aan de galenische receptuur, die gebruik maakt van gedroogde planten. Hij was geneesheer bij de verzorging van de talrijke wonden van de gladiatoren. Door dit beroep had hij een goede kijk op en kon hij de menselijke anatomie goed waarnemen. Hij was tot de Middeleeuwen de enigste leermeester in de anatomie.
HAHNEMANN (Samuel, Friedrich, Christiaan).
Geboren te Meissen, gestorven te Parijs 1755 – 1843. Hij was een Duitse geneeskundige, de grondlegger van de homeopathie. Hoogleraar aan de universtieit van Leipzig voor 9 jaren. Hij stelde het gelijksoortigheidsprincipe op. Zijn belangrijkste werk is: Organon der rationellen Heilkunde.
HILDEGARD (von Bingen)
Was een heilige geboren in een plaatsje dicht bij Mayence, abdis in het Benedictinessenklooster van Rupertsberg dicht bij Bingen, waar zij stierf. 1098-1179. Zij was zeer geleerd en bracht haar medische kennis in praktijk. Zij werd vaak de “Heilige genezeres” genoemd. Zij liet vier boeken na onder de naam: “Physica”. Drie behandelen ziekten en geneeskrachtige planten. Zij vormen een aanvulling op de werken van Theofrastos, Dioscorides, Galenus en Plinius en onthullen de eigenschappen van 250 planten. Verschillende werden door haar voor het eerst genoemd, zoals: wolverlei, muizenoor. Het vierde boek is een receptenboek voor huiselijk gebruik, waarvan sommige recepten nog steeds goed bruikbaar zijn.
HIPPOCRATES.
De grootste geneesheer uit de Oudheid. Hij werd geboren op het eiland Kos en behoorde tot de Asklepiaden, die de god Asklepios als hun vader zagen. 460 – 377 voor Christus. Van zijn vaderszijde was hij de zeventiende afstammeling van Asklepios, van moederszijde de twintigste van Herakles. Hij werd genoemd: “Meester van Kos” en “Vader van de geneeskunde”. Hij was het die de basis legde voor klinische observatie en maakte de geneeskunde los van tovenarij, mythen en fabeltjes. Hij had een verheven opvatting van de taak van de medicus in sociaal, menselijk en moreel opzicht: de ambtseed die geneeskundigen in de ontwikkelde landen moeten afleggen is gegrondvest op de eed die Hippokrates de nieuwe leerlingen van zijn school liet afleggen. Het Corpus hippocraticum dat voor een deel aan hem wordt toegeschreven bevat een geschrift dat handelt over de genezing met behulp van planten, waarbij diëten op basis van fruit of vruchten en aromatische baden als ondersteunend middel dienen. Hij beschrijft hierin 230 geneeskrachtige planten.
KAREL DE GROTE.
Schreef: Capitulare de villis et curtis imperialibus in 802. Hierin  gaf hij voorschriften voor kasteelheren en monniken van de door hem onderworpen kastelen en kloosters. Hij legde daarin vast welke kruiden en planten moesten worden geteeld. Dit moesten voor de mens nuttige planten zijn, om te voeden, te kruiden, te genezen, houdbaar te maken en planten en kruiden om ongedierte te verjagen.
KNEIPP (Sebastian).
Geboren te Stefansried, gestorven in Woerishofen 1821 – 1897, was genezer en priester. Hij werd bekend door de methode afgeleid van de watertherapie, die hij met succes toepaste in een inrichting die hijzelf had gesticht. De volgende behandelingen kwamen aan de orde: ochtendwandelingen in bedauwd gras, baden en koude begietingen. De zieken kwamen uit alle delen van de wereld en zelf de toenmalige paus kwam op bezoek bij abt Kneipp.

 

    Hildegard von Bingen 1098-1179    Hippocrates    Kerel de Grote en Paus Adriaan    Sebastiaan Kneipp   Pietro Andres Mattioli (Matthiolus)

 

LINNAEUS (Carl).
Beroemd Zweeds natuuronderzoeker, geboren te Rashult en gestorven in Upsalla 1707-1778. Hij is vooral bekend geworden door zijn plantkundige werken. Hij promoveerde te Harderwijk in de medicijnen en werd hoogleraar medicijnen en plantkunte te Upsalla. Zijn grootste verdienste is dat hij de binaire nomenclatuur invoerde: elk levend wezen kreeg een geslachtsnaam, gevolgd door een soortnaam. Zijn systeem legde de grondslag voor een wetenschappelijke beschrijving van de verschillende soorten planten en dieren. Zijn studenten zwierven over de hele wereld en bezochten zo o.a. met James Cook Australië.
MATTHIOLUS (Petrus Andreas).
Italiaans geneesheer, geboren te Sienna en gestorven te Trente 1500-1577. Hij was een van de beroemdste botanici van zijn tijd en was directeur van de botanische tuin van Florence die in 1543 door Cosimo de Medici was gesticht. Hij schreef werken over de geneeskunde en vooral danken wij aan hem zijn zeer bekende Commentaren op het werk van Dioscorides, dat hij geheel opnieuw behandelde en er zijn persoonlijke studies over onder andere de paardekastanje, de adderwortel, het lelietje-van-dalen en sarsaparille aan toevoegde.
PARACELSUS (Philippus, Aureolus).
Theophrastus Bombastus von Hohenheim.
Hij was een Zwitsers geneesheer en alchemist, geboren te Einsiedeln en gestorven te Salzburg 1493-1541. Hij hield zich met occulte zaken bezig en hing de signatuurleer aan, die planten geneeskrachtige eigenschappen toe kent op grond van hun vorm en kleur. Hij werd mede onsterfelijk door het pijnstillend middel: anodynum specificum, dat de voorloper werd van het laudanum.
PLINIUS (Gaius P. Secundus, bijgenaamd Maior).
Geboren te Como en gestorven bij een uitbarsting van de Vesuvius 32-79. Hij heeft vele werken geschreven, maar alleen Naturalis historia is bewaard gebleven. Het is een compilatie van meer dan tweeduizend werken. Af en toe wordt hem verweten een ruime fantasie te bezitten en men zegt dan ook dat hij meer een verteller was dan een goed wetenschapper.
SALERNO (school van - ) en SALERNO Roger van –
Een school waar geneesheren werden opgeleid en die in de Middeleeuwen een aanzienlijke naam had. Het oudste werk van deze school was het Passionarum, geschreven door een zekere Warbod Gariopontus, het eerste medische boek sinds de Oudheid. Hierin werden voor het eerst gelatiniseerde namen gebruikt in plaats van de Griekse terminologie. De eerste die Salerno tot grote roem bracht was Constantijn de Afrikaan, de “Meester van het Oosten en het Westen”, geboren tegen 1020 te Carthago en gestorven in 1087. Hij kende uitstekend Arabisch en Latijn.
Door zijn toedoen werd door zijn vertalingen uit het Grieks (hij werd geholpen door de Arabische vertalers van kalief Mamoun) de Westerse geneeskunst voor het eerst beïnvloed door de Arabische geneeskunst. Aan het eind van de elfde eeuw kende Salerno de volgende beroemdheden: Platearius, Trotula, vrouwelijke geneesheren zoals Abella, Calenda en Rebecca de Jodin en verder:  Cophon, Barthelomeus, Afflacius, Ferrarius, enz.  Beroemd was het Regimen sanitatis Salernitanum, een voortdurend bewerkt collectief geschrift, dat gedurende 5 eeuwen de bijbel van de medici is gebleven (Arnaud de Villeneuve, 13e eeuw professor te Montpellier was de bekendste schrijver over dit werk).
Roger van Salerno was de vader van de chirurgie in de Middeleeuwen.Tot in de veertiende eeuw blijft de naam van de school gevestigd en dan neemt de invloed geleidelijk af. Tot de negentiende eeuw wist de school zich staande te houden maar kreeg de genadeslag van Napoleon die haar in 1811 verbood.
THEOFRASTUS.
Grieks filosoof, geboren te Eresos op het eiland Lesbos, gestorven te Athene 372 – 287 v. Christus. Hij schreef over de plantkunde en wordt wel de “Vader van de plantkunde” genoemd. Hij behandelt een 500 planten in zijn Onderzoekingen aan planten, die hij rangschikt aan de hand van verschillen in hun morfologie: wortel, stengel, blad, bloem, vrucht. Hij was een leerling van Aristoteles en volgde deze op als hoofd van de Peripatetische school. Hij legde de eerst botanische tuin aan, verzorgde die zelf en deed daar ook zijn waarnemingen.
In 1928 publiceerde René Maurice Gattefosse, een chemicus, een boek : Aromatherapie, nadat hij ontdekt had dat vele etherische oliën die werden gebruikt in de producten van zijn parfum firma, betere antiseptica waren dan vele chemische producten.
RENE GATTEFOSSE:
wordt wel de vader van de Aromatherapie genoemd. Hij werd in 1881 geboren in de buurt van Lyon. Zijn vader en broer werkten in de parfumerie en hij later ook. Zijn vader stierf in 1910. Twee broers sneuvelden in de eerste wereldoorlog en René-Maurice ging met zijn jongere broer naar Marokko, waar ze een destillatie-industrie opzetten. Hij bestudeerde geneeskrachtige kruiden en etherische oliën, speciaal lavendel. Bij een explosie in zijn laboratorium verbrandde hij zijn hand en doopte die in een vat lavendel. De genezing verliep zeer voorspoedig. In de eerste wereldoorlog behandelde men reeds met etherische oliën. René maakte zeep met e.o. en eau de toilette. Hij bestudeerde de medische eigenschappen van de e.o.’s, vooral lavendel en bergamot, werkte samen met artsen en ziekenhuizen, ontwikkelde schoonheidsproducten en publiceerde. In 1937 verschenen: “Aromatherapie” en “Essentiële antiseptica”. Hij stierf in 1950 in Casablanca.
Andere Franse artsen en wetenschappers zetten zijn werk voort, o.a. dr. Jean Valnet. Dit was een legerchirurg en die gebruikte de oliën om ernstige brandwonden van oorlogsslachtoffers te behandelen. Zijn boek Aromatherapie (1964) is het klassieke handboek voor de aromatherapie praktijk.
JEAN VALNET:
Werd in 1920 geboren en geldt als een groot specialist op het gebied van de plantheelkunde. Zijn grootmoeder was vroedvrouw en onder diens invloed ging hij medicijnen studeren in Lyon. Hij werd legerarts in 1945. Hij was gediplomeerd in gerechtsmedicijnen, psychiatrie, microbiologie, hygiëne en tropenmedicijnen. Tijdens de oorlog in Indochina 1950-1952 werkte hij als chirurg met e.o. In 1959 verliet hij het leger en in 1964 publiceerde hij: “Aromatherapie: les Huiles Essentielles Hormones Végétales”, het eerste medische boek over e.o.’s. Hij stierf 29 mei 1995.
Vanuit Frankrijk introduceerde de leerlingen van Jean Valnet, Marguerite Maury en Micheline Arcier de aromatherapie in Engeland en die is daar zeer populair.
MARGUERITE MAURY:
Werd geboren als M. König in Oostenrijk in 1895 en groeide op in Wenen. Haar grote hartstocht was muziek en ze wilde biochemie en plantkunde studeren, echter, ze trouwde al op zeventienjarige leeftijd, verloor haar tweejarig zoontje aan meningitis, haar man stierf tijdens de eerste wereldoorlog, en haar vader pleegde zelfmoord. Ze schoolde zich daarna om tot verpleegster. In de dertiger jaren ontmoette ze Dr. Maury een homeopathische arts. Samen deelden ze muziek, kunst, homeopathie, acupunctuur en Zen. Ze schreven samen boeken. Ze gaf door heel Europa seminars over e.o. en hun werking op het centrale zenuwstelsel en opende Aromatherapie klinieken in Parijs, Zwitserland en Engeland. In 1961 publiceert ze “Le Capital Jeunesse”. (The secret of life and youth 1964). In 1968 op 25 september sterft ze aan een herseninfarct en wordt in Zwitserland begraven.
In Italië publiceerden Dr. Renato Cayola en Dr. Giovanni Gatti in 1922 een artikel over de werking van de essences op het zenuwstelsel. Zij onderzochten de stimulerende en/of rustgevende kracht en de kiemdodende werking van etherische oliën.
In Australië en Nieuw Zeeland is er veel onderzoek gedaan naar de Melaleuca familie: treatree, niaouli, cajeput en manuka en kanuka olie op universiteits niveau.

 

    Carolus Linnaeus   Paracelsus   Gaius Plinius   Jean Valnet    Rene Maurice Gattefosse

 

Bronnen: 
Zeep en geurtjes. Catherine Bardey. Fotografie Zeva Oelbaum ISBN 3 8290 4327 9  
Parfum: alle informatie voor de liefhebber. Nigel Groom ISBN 90 5764 076 7
Wikipedia eng. de, nl.
De fascinerende wereld van de parfum: DeAgostini BV. Amsterdam.
Satura Lanx Marc Knecht. atura-lanx.telenet.be:  ontstaan en ontwikkeling van Rome – Het dagelijks leven in het oude Rome – De afbraak van het oude Rome – de thermen – de geneeskunde.
Frankincense & Myrrh. Martin Watt & Wanda Sellar. ISBN0 85207306 2
Stephan Arctander: Perfumes and Flavourings of Natural Origin.
Alles over parfum. Fabienne Pavia. ISBN 90 366 1130 X
Robert Tisserand: Een wereld van geuren. ISBN 90 202 5190 2
Perfume. The art and Science of Scent. Cathy Newman ISBN 0 7922 7378 8
Afbeeldingen: Wikipedia nl., eng., de.  - Parfummuseum Grasse. - ethesis.net/aalst - schoen en ledermuseum Waalwijk.


André Gielen. ©®Copyright en registratie notaris. Lith 2001-2008

 


Previous page: het jaar 1000
Next page: gebruikte plantdelen