Print This Page

Anethum graveolens/Sowa

 

ANETHUM GRAVEOLENS              DILLE/ANETO
Familie:
apiaceae (umbelliferae). Gebruikt deel: zaad of kruid (vers of gedeeltelijk gedroogd). Bij drogen verliest het kruid veel aroma. Stoomdestillatie. Frankrijk. Komt voor van Zuid Europa tot India. Een olie uit vruchten of zaden is een kleurloze tot lichtgele olie, fris, warm-pikant. Een andere olie uit het kruid en/of onkruid met dezelfde kleur en geur. Topnoot in kruidige parfums. Smaakmaker in de voedingsindustrie. De beste kwaliteit komt uit India en grote exporteurs zijn Egypte en Californië.Anethum graveolens
Gehalte aan etherische olie 4%, voor 1 kg essence 25 kg gedroogd zaad, 0,4% olie uit het kruid. Dille wordt verbouwd voor het zaad en voor het blad.

Dille is een tweejarig kruid met een hoogte van 90 cm en een lange holle stengel. Bloeit in de zomer met gele bloemschermen gevolgd door ovale, platte, aromatische  zaden. Het heeft fijne geveerde blaadjes die aan aparte steeltjes groeien en de grote platte bloemschermen bloeien van juni tot augustus, met kleine gele bloemetjes. Dille houdt van zon op een beschutte plek en heeft een teer wortelstelsel. Daarom kan dille moeilijk verpoot worden. Bij verstoring gaat dille voortijdig bloeien. Zet dille niet in de buurt van venkel, want dan bestaat de kans op kruisbestuiving. Zaai een rij dille tussen de tuinbonen en de luizen zullen verstek laten gaan. Dille wordt ook wel naast koolsoorten geplant, maar niet naast wortelen, want die zullen dan slecht groeien. De fijnste smaak van de dille zit in de verse, groene onrijpe zaadhoofdjes.

Dille heeft een lange geschiedenis als keukenkruid, vooral in de Scandinavische keuken en als medicinaal kruid, tegen maag-, darmklachten en winderigheid. In de keuken vers gebruiken. Drogen is moeilijk, invriezen gaat beter. Hele zaden kan men gebruiken bij kool, zuurkool, wortelgroenten, salades, zure sauzen. Gemalen zaden bij vis en schaaldieren. De bladeren hebben een fijner aroma en zijn minder bitter. Vers gebruiken, want met koken verliezen ze hun smaak.
Dille komt uit Voor Azië en het Zuiden van Europa en was al bij de oude Egyptenaren en de Joden een bekend geneeskrachtig gewas. Vermoedelijk hebben de  monniken het kruid naar Europa gebracht, over de Alpen, waar het thans overal wordt verbouwd en zelfs hier en daar verwilderd is. In de 17e en 18e eeuw werden dille zaden tijdens kerkdiensten gekauwd om het luisteren naar te lange saaie preken te verzachten en de honger te stillen.
De naam is afgeleid van het Noorse “dilla” wat dommelen betekent, dit omdat dille een mild slaapverwekkende werking heeft. In vroeger dagen geloofde men dat het slapeloosheid kon genezen en werd het aan baby’s gegeven om ze in slaap te krijgen. Ook in Noordoost Europa en Rusland is dille erg geliefd bij ingemaakte groenten, die een grote rol spelen in deze streken met lange koude winters. In Duitsland en de Skandinavische landen veel gebruikt bij vis- en schaaldiergerechten.

Al 3000 jaar voor Christus bekend in het Tweestromenland, tussen de Eufraat en de Tigris, oftewel Mesopotamië. Ook reeds rond dezelfde tijd bij paalwoning nederzettingen in Zwitserland ten noorden van de Alpen. In Egypte was het een cultuurplant, 1500 voor Christus. De apostel Mattheus schreef in het Heilige Land reeds over munt, dille en kummel. De oude Grieken stelden zeer veel prijs op de specerij en legden het kruid op de ogen om het inslapen te bevorderen. De Romeinen zaaiden dille dun uit in de herfst of in het voorjaar. De zaden hoefden niet afgedekt te worden omdat ze giftige stoffen zouden bevatten voor vogels. Gevogelte en wijn werden door de Romeinen met dille op smaak gebracht. Plinius, de schrijver waarschuwde tegen te overvloedig gebruik want hij dacht dat dille slecht was voor de ogen. Romeinse soldaten legden geroosterde zaden op hun wonden om genezing te bespoedigen. Benediktijnermonniken verspreidden dille naar het Noorden en Oosten van Europa. Volgens Dioscorides helpt de plant bij de aanmaak van borstvoeding en werkt als kompres uitstekend bij aambeien. In de tijd van Karel de Grote was het een verplicht kruid in de kloostertuinen. In de middeleeuwen werd dille gebruikt in liefdesdranken en als bescherming tegen duivels, boze geesten en heksen. Een zakje met gedroogde dillekruid werd op het hart gedragen ter Anethum graveolensbescherming.
De etherische olie wordt gewonnen door waterdampdestillatie van het kruid of door stoomdestillatie van de zaden. Zaad olie wordt hoofdzakelijk geproduceerd in Europa, kruid olie hoofdzakelijk in de USA. Dille is uitgesproken scherp aromatisch met een zoete ondertoon. Het is kalmerend, krampstillend en werkt sterk in op het spijsverteringsstelsel. Wordt in grote hoeveelheden gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie, vooral in alcoholische – en frisdrankenindustrie en bij ingemaakte producten. De etherische olie wordt verdund met aardolie of olijfolie in de buikhuid van baby’s gemasseerd als gasdrijvend middel.
Het helpt om gedachten beter onder woorden te brengen. Het wordt, opgelost in olijfolie gebruikt in sauzen en dressings.
Een andere soort is Anethum sowa, met smalle diep geribbelde zaden met een bijzondere smaak. De olie verlicht spijsverteringspijnen.

Werkzame bestanddelen:
Veel vitaminen van de B soort, vitamine K - P. Veel mineralen en zuren.
Zaadolie: Monoterpenen: limoneen 25-40%, a en b-fellandreen 25%, paracymeen 1.48%, a-pineen. Monoterpenonen: carvon 28-40%, iso-carvon, dihydrocarvon. Coumarines: omnibelliferon, omnibelliprenine. Sporen: eugenol, anethol, thymol.
Carvon gehalte in de zaadolie is 30-60%. Verder nog: 5-methoxypsoraleen – aesculetine – a-thujeen – b-elemeen – cis-carveol – decanal – nonanal – p-cymeen – phenylalanine – terpinen-4-ol – trans-anethol – trans-carveol – trans-dihydrocarvon – apiol – arginine – bergapteen – b-sitosterol – b-terpineol – g-sitosterol – geraniol – histidine – coumarine – kaempferol – leucine – linalylacetaat – palmitinezuur – piperine -  quercitrine -  salicylaat.
      Ter vergelijk: bestanddelen van een zaadolie van Shirley and Len Price:
Hydrocarbons: monoterpenen 25-50%: (+)-limoneen 25-40% - a-phellandreen 1-25% - b-phellandreen 0.2% - a-pineen 0.1% - b-myrceen 0.2%.
Sesquiterpenen: b-caryophylleen. Aromatisch: p-cymeen 0.2-0.3% - a-p-dimethyl-styreen 0.1%.
Aldehyden: anderen: anisic aldehyde, sporen.
Phenols: carveol 2% - eugenol.
Methylethers: anethol – dillapiol.
Benzodioxoles: myristicine.
Ketonen: 40-60-%. (+)-carvon 28-60% - cis-dihydrocarvon 3.7% - trans-dihydrocarvn 1.8%.
Coumarinen <4%: umbelliferon – umbelliprenine – dille furan 0.4%.

Werkzaamheid zaadolie:
Anticatarraal, ademhalingswegen – anticoagulant (infarct, hemogliase) – bactericidal – bronchitis - carminatief – cholagoog – choleretisch – constipatie - digestief – dyspepsie – hypotensor, hypotensie – mucolytisch – sedatief – slapeloosheid, slaapstoornissen – spasmolytisch, spasmen van de gladde spieren (koliek, hik).
De zaadolie is neurotoxisch en abortief en niet voor baby’s, kinderen en zwangere. (Franchomme & Penoel 2001 p.351).
De chemische samenstelling van de olie lijkt veel op die van karwei (carvon + limoneen).

Kruid/bladolie:  carvon 30-40% - limoneen 30-40% - fellandreen 10-20% e.a. monoterpenen. Monoterpeenether: dillether.Anethum graveolens
Verder: sabinol – rutine – myristicine -  - myrceen – limoneen – g-terpineen – eugenol – carveol – carvacrol -  a en b-pineen – a-tocopherol – apigenine – a-terpineol – a-terpineen -  a-fellandreen – trans-dihydrocarvon – trans-beta-ocimeen – terpinoleen – terpinen-4-ol – sabineen – p-cymeen – p-coumarinezuur – germacreen-D – fenchon – dihydrocarvon – dihydrocarveol – d-cadineen – delta-3-careen – cis-dihydrocarvon – cis-3-hexen-1-ol – calameneen – a-thujeen – a-cadineen.

Wortelolie: in blad – zaad en wortel zit 66% etherische olie.
Dihydrocarvon – octanol – scopoletine – stigmasterol – b-fellandreen – b-sitosterol – kamfer -  apiol  – carvon – myristicine – umbelliferon en het mineraal uranium.
Er zijn verschillende chemotypen, bijvoorbeeld fellandreen komt voor in Spaanse en Engelse olie, maar niet in Duitse.
De Indiase dille bevat een hoog gehalte aan apiol.

Werkingsgebied en therapeutische werking:
anticoagulans+ - antiseptisch – bloeddrukverlagend -  bronchitis, catarale -  carminatief -     cholagogum+++    -   digestief   -    diuretisch (licht) - galactogogum  -  gebrek aan eetlust -  halitose (zaden kauwen) - hemogliase+,infarctus risico verminderend  - hik -  koliek  -  krampstillend  -  leverinsufficiëntie - maag- en darmstoornissen - menstruatiestoornissen - ontstekingwerend, slijmvliezen+++ -  oorpijn  -   sedatief -  slapeloosheid - slijmoplossend+++-spijsverteringbevorderend+ - stimulerend  -  stomachisch  -  tonisch, voor de spijsvertering - wormdrijvend.
De zaden bevatten een olie die een kalmerend effect heeft op spieren die digestief werkzaam zijn. Thee heeft een slaapverwekkend effect en dille bevat veel  mineralen, flavonoïden en vitamine C.

Inwendig:
indicatie: dyspepsie, flatulentie, longaandoeningen: 3 maal daags 2 druppels na de maaltijd. Thee van dille helpt bij de spijsvertering en winderigheid. Werkt kalmerend, urinezuiverend. Werkt zogdrijvend.

Geestelijk:
helpt om gedachten beter onder woorden te brengen.
Dille heeft een vriendelijke en beschermende werking. Geeft een tevreden gevoel bij verdamping.

Combinaties:
elemi, karwij, munt, nootmuskaat, foelie,  wierook, specerijen- en citrusoliën.
Contra indicatie: niet gebruiken bij baby’s, kinderen en zwangere vrouwen. Bij een overdosis: neurotoxisch en abortief. Verder niet toxisch, niet irritant. Fotosensibiliserend, kan dermatitis veroorzaken, maar niet bij een normale dosering (Tisserand & Ballacs 1995b p.204). Blaartrekkend.

Contraindicatie:
Neurotoxisch en abortief, niet voor zwangere, kinderen, zogende. Niet overdoseren en niet langdurig gebruiken zonder deskundige leiding.
Bij een overdosis: neurotoxisch en abortief. Verder niet toxisch, niet irritant. Fotosensibiliserend, kan dermatitis veroorzaken, maar niet bij een normale dosering (Tisserand & Ballacs 1995b p.204). Blaartrekkend.

Veiligheid: MSDS
Cas no. 8006-75-5. Vlampunt: 53,3 graden C. Vormt bij verbranding carbon monoxide en dioxide. Soortelijk gewicht: 0.884-0.90
Xi-Xn-N: irritant voor ogen en huid; schadelijk bij ingestie; niet in het milieu afvloeien: grondwater, water, grond. Oogcontact: 15 minuten spoelen met overvloedig water, evenals de huid. Bij ingestie de mond spoelen en een arts waarschuwen, etiket/verpakking tonen. Verwerken met beschermende kleding.
Oplosbaar in alcohol, vette olie, niet in water.

Toepassingen:

*verdampen: 6-8 dr. dille in de aromalamp helpen om gedachten beter onder woorden te brengen.
*kompres bij leverklachten: voeg 4 dr. helicryse, 2 dr. citroen, 2 dr. peen, 2 dr. basilicum en 2 dr. dille toe aan 2 liter heet water, doop hierin een klein handdoekje, wring het licht uit en leg het zo heet mogelijk op de leverstreek. De warmtewerking kan versterkt worden door een warmwaterzak op het kompres te leggen.


Bron: plantaardigheden.nl
          kruidjes.be
          kfunigraz.ac.at/
          Ilkas und Ullis Krauterecke
          A Pinch of dill
          Aromatherapy for Health Professionals. Shirley and Len Price p. 385.
          Medicinal spice Exhibit: dill
          The epicentre: Dill.
Foto: ruhr-uni-bochum.de
         bbc.ok.uk.
         Kurt Stübers Online Library 1999. (Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé).
         home-hiroschima-u.ac.jp

 

ANETHUM SOWA DC.      DILLE, Indische.
Gebruikt deel: zaad. Wordt in Indië verbouwd, heeft grotere vruchten dan de gewone dille maar is minder aromatisch.
De Indische dille heeft een hoger soortelijk gewicht dan de Anethum graveolens, 0.945-0.972 en ee lagere optische rotatie (+48 tot +57). Bevat dillapiol en dat is abortief en toxisch voor de lever en de nieren. Bevat minder carvon.

Werkzame bestanddelen:Anethum sowa
Monoterpenen: diapiol 52%, carvon 21%, dihydrocarvon 17%
Fenol-methyl-ethers: dillapiol 52% (6-allyl-4,4-dimethoxy-1,3-benzodioxol)

Specifieke werkzaamheid:
Asthenia+++ -  asthenie+++  -  catarrale bronchitis+ -  slijmoplossend+++   -     ontstekingwerend+++ (vooral slijmvliezen)  -  stimulans  -   tonisch.

Contra indicatie:
Baby’s, kinderen, zwangere vrouwen.
Bij overdosering: abortief en neurotoxisch.

Foto: dkimages.com


André Gielen.  ©®Copyright en registratie notaris. Lith 2001- mrt 2007.

 

 

 


Previous page: Amyris balsamifera
Next page: Angelica archangelica