Print This Page

Artemisia annua

 

ARTEMISIA ANNUA                              -                            ALSEM, ZOMER /QUINGHAOSU.
Familie:
Asteraceae/Compositae. De naam A. annua refereert aan de groei als éénjarige. Braakliggend land. Zuidoost Europa, Iran, China, Noord Amerika. De etherische olie zit in de bladeren die een balsamieke geur hebben als ze worden gekneusd. De etherische olie wordt gebruikt in het maken van o.a. vermouth en in de parfumindustrie. De plant levert 0,3% Artemisia annuaetherische olie.

Het is een eenjarige, met veerachtig blad, losse pluimen van bloemhoofdjes vanaf de zomer, van augustus tot september, de zaden rijpen van september tot oktober. In de herfst rode stengels. Hij kan 3 meter hoog worden. De bloemen zijn hermaphrodiet (hebben mannelijke en vrouwelijke organen) en worden bestoven door insecten. Neemt genoegen met arme grond, leem of zand, wel goed gedraineerde grond. Het gebladerte lijkt op een varenachtige. De bladeren zijn aromatisch 2,5- 5 cm lang. Als ze gekneusd worden geven ze een verfrissende licht balsamieke geur. De bloemen zijn in het begin licht geel, later meer goudgeel. In de noordelijke hemisphere bloeien ze van augustus tot september. De pollen kunnen een sterke allergie veroorzaken. De bladeren worden geoogst in de zomer, voor de bloei en worden gedroogd voor later gebruik. De zaden zijn zeer klein, 1 mm lang, geelbruin en de zaden zijn gemakkelijk in het ontkiemen.

Ching-hao in het Chinees, is een traditioneel medicinaal kruid in China. De naam refereert aan de toppen van de Artemisia annua en aan de donkergroene kleur van de topbladeren waar de meest actieve bestanddelen van de plant inzitten. De plant heeft een zoet aroma (Sweet wormwood; Sweet Annie).
Groeit in de steppen in het noordelijk deel van Chahar en de Suiyuan provincies 1000-1500 meter boven zee nivo, tot 3600 meter. Groeit bij een temperatuur van 10-35°C. Voor de productie van artemisinine is volle zon nodig. Kan wel in de schaduw groeien. Houdt van zand en leemgronden, goed gedraineerd of droog. De plant is inheems in Azië, China. Over de gehele wereld genaturaliseerd. Het wortelssyteem is agressief en wordt gebruikt om erosie op hellingen tegen te gaan. In China en Vietnam gebruikt voor de productie van artemisinine. In Roemenië geteeld voor de olie en in de U.S. als bron van aromatische kransen en guirlandes. Het is een aromatische antibacteriële plant, die malaria parasieten bestrijd. Levert natuurlijke pesticide. Een infusie van de bladeren wordt gebruikt tegen koorts, verkoudheid, diarree, enz. Uitwendig worden de bladeren gebruikt in kompressen tegen abcessen, neusbloedingen, bulten, kneuzingen. De pharmaceutische industrie maakt nu artemisinine derivaten van het kruid, Artemisinine-based combination Therapies (ACT’s). De bestanddelen zijn effectief tegen Plasmodium falciparum en Plasmodium vivax. In Indo-China wordt het kruid gebruikt tegen geelzucht, dysenterie, huidklachten, het stelpen van bloed en het zou nieuwe spiergroei Artemisia annuakunnen bevorderen. Er wordt gewaarschuwd tegen eventuele bijwerkingen.

Chinees laboratorium onderzoek heeft een antimalaria bestanddeel geïsoleerd, QHS, quinghaosu, of artemisinine 0,05 tot 0,21% in planten van Chinese oorsprong, dat spanningen opheft die niet met verdovende middelen behandeld kunnen worden. De Zwitserse onderzoeker N. Delabays geeft aan dat een cloon van de Chinese plant 1,1% artemisinine heeft opgebracht. Onderzoek van 2000 patiënten heeft aangetoond dat het middel voor ruim 90% effectief is tegen malaria. De zaden verhelpen oogziekten, flatulentie en indigestie.
Werreldwijd zijn Universiteiten bezig met onderzoek naar de terpenoïden in de bestanddelen van de plant: Universiteit van Groningen – Bremen – York – Hanzehogeschool – GlaxoSmithKline – Sao Kim Pharma – enz.

Ching-hao was beschreven in de Shennong Bencao Jing (Yang Shouzhong, vertaler, The Divine Farmer’s Materia Medica), onder de naam caohao: met de betekenis: caohao is bitter en koud. Hoofdzakelijk voor de behandeling van huidparasieten, jeukplekken en ontstoken wonden; het doodt luizen, verkoelend voor ontstoken gewrichten en maakt de ogen helder.(Niet letterlijk, maar bij het ouder worden, kunnen de ogen een doffe kleur krijgen, dus ching-hao werkt verjongend). Een andere naam is qinghao.
Ching-hao wordt hoofdzakelijk betrokken van de A. annua, maar dat is niet de enigste bron. Ook van A. apiacea, A. scoparia en andere species die lokaal worden verzameld in verschillende delen van China. In Taiwan wordt A. capillaris (yinchenhao) als vervangingsmiddel gebruikt, waardoor de gelijkenis tussen de twee species duidelijk wordt. Professor Yu Youyou in Beijing onderzocht 200 kruiden uit 2000 traditionele beschrijvingen van kruiden die malariasymptomen zouden bestrijden. In 1971 werd een nieuw sesquiterpeenlacton geïsoleerd van A. annua: genaamd: qinghaosu. Deze vondst hielp het probleem van drug-resistente malariasoorten op te lossen. Later, na 1982 werd het bestanddeel artemisinine genoemd, gevonden in de bladeren met een opbrengst van 0.5 – 0.6%, met als hoogste opbrengst gedurende de bloei. In de bovenste bladeren zit 41.7%, in het midden 25% en in het laagste deel 22.2%. In de zijscheuten 11.1% en niets in de stengel, wortels en het zaad. De opbrengst van verschillende planten voorbeelden varieert enorm. Planten uit de U.S. hebben bv. een laag nivo van opbrengst aan werkzame stoffen. De effecten van artemisinine op de malaria parasiet, Plasmodium, (aanwezig in de rode bloedcellen) zijn uitgebreid onderzocht. De parasiet wordt blootgesteld aan cytotoxische vrije radicalen en reactieve aldehyden van artemisinine in de ijzerrijke leefomgeving van de cellen. Deze bestanddelen beschadigen de interne membramen van de Plasmodium en kan zich niet meer voeden, waarna de parasiet sterft. Bij een effectieve dosis zijn de parasieten in twee dagen verdwenen. Rond de jaren 80 hield de WHO (World Health Organization) nog vast aan de moderne middelen, bv. chloroquine. Vietnam was na de oorlog het eerste land dat artemisinine en zijn derivaten toepaste als therapeutisch agent. Hier werd het malariaprobleem, dat groot was, opgelost. In Afrika zijn jaarlijks 100 miljoen gevallen van malaria, met 2 miljoen doden per jaar. Dus inzet hier is zeer belangrijk.

Verder zijn er onderzoeken naar de inzet van artemisinine tegen schistosomiasis en clonorchiasis veroorzaakt door tremodes, een zuigworm. Artemether samen met praziquantel wordt ingezet tegen schistosomiasis. Ching-hao tegen leptospirosis een bacteriële ziekte.
Na de verwijdering van artemisinine wordt er een olie geproduceerd van het kruid met antiwerking tegen alle huidschimmels.
Artemisia annua
Werkzame bestanddelen in de olie:
Artemisia keton 66.5% - 1,8-cineol 5.4% - myrceen 3.6% - linalool 3.4% - caryophylleen 1.1% - pineen .8% - camphor 0.5% - borneol 0.2% - Een totaal van ongeveer 83% van de olie is geanalyseerd.
Werkzame bestanddelen in de hele plant:
Allo-aromadendreen – a en b-amyrine – ascaridol – astragaline - a-bergamotol - a en b-cadineen – a-cadinol – a en b-caryophyleen – a-copaen – a-fencheen – a-guaieen – a-humuleen – a-thujeen – b-elemeen – b-cubebeen – b-elemeen – b-farneseen – b-selineen – caryophyleenoxide – cuminaldehyde – d-cadineen – g-elemeen – germacreen-D – humuleen – iso-eugenol – isopinocamphon – myrtenal -  nerylacetaat – ocimeen – p-cymeen – sabineen – spathulenol – stigmasterol – terpinen-4-ol – trans-b-farneseen – trans-pinocarveol – verbenon – a-bisabolol – a en b-pineen – a-terpineen – a-terpineol – borneol – bornylacetaat – kamfer – carvacrol – carvon – g-terpineen – geraniol – camfeen – coumarine – kaempferol – limoneen – lnalool – menthol – myrceen – myrtenal - myrtenol – sabinol – thymol – ylangeen – 1,8-cineol 

Werkzaamheid:
Antibacterieel – antifungal - antiseptisch – carminatief – digestief - febrifuge.

Contra indicatie:
Wordt in de aromatherapie niet of nauwelijks gebruikt. Pollen zijn sterk allergisch. Huidcontact met de plant geeft kans op dermatitis.

Foto's: mediplant.ch
            chem.mg.edu.au
            perso.orange.fr

©®Copyright en registratie notaris. André Gielen. Lith 2001 - 2008


Previous page: Artemisia afra
Next page: Artemisia arborescens