Print This Page

Artemisia species

ARTEMISIA SPECIES:

Artemisia is een tamelijk grote familie van de Asteraceae (Compositae) en Artemisia kent ongeveer 350 species: aromatische struikjes, kruiden, St. Jacobskuiskruid, stimulerend, vermifuge, keukenkruiden, gecultiveerde ornamentale planten, enz., die vooral voorkomen in droge gebieden. Meestal bevatten ze essentiële olie, gebruikt in medicijnen en de parfumindustrie, terwijl de bladeren gedroogd of vers dikwijls worden gebruikt als kruiderij. Ook als tuinplant is Artemisia populair.

In Artemisia zijn vijf subgenera, waarvan vier vertegenwoordigd in de flora area. Etymologie van de namen geeft enigszins het gebruik en waarde van de soort aan en de rijke diversiteit van de genus. De gewone naam: “mugwort” komt uit het Oud Engels mucgwyrt, waarbij mucg betekent mug, hetgeen refereert aan species in de Oude Wereld die vliegen, muggen, en in het algemeen insecten bestrijden. Artemisia werd Motherwort genoemd in de negentiende eeuw. Ook al in de Herbal van R. Banckes uit 1525.

De vroege kolonisten in Noord Amerika namen planten mee uit Europa voor hun kruidentuinen, als kruiderij en voor medicinaal gebruik: Artemisia dracunculus – vulgaris – absinthium – abrotanum. Ook leerden zij hoe de autochtonen Artemisia species gebruikten die inheems waren in Noord Amerika, vruchtbaarheidsriten (sagebrush in westelijk Noord Amerika), anthelmintisch gebruik (wormwoods van de graslanden en berggebieden). Immigranten gebruikten Artemisia annua (sweet Annie) in potpourri’s en later als anti-malaria medicijn. Bulwand is de lokale naam in Schotland voor kruidige wormwoods en green-ginger en Sailor’s tobacco zijn lokale namen in Engeland. (T. Coffey 1993). Het gebruik van de namen sagewort en sagebrush in Noord Amerika komt van het familiaire aroma van de keuken salie de Salvia officinalis (Lamiaceae). De echte salie (Salvia) en de sagewort/sagebrush (Artemisia) zijn uit verschillende families, de chemische overeenkomsten zijn een voorbeeld van evolutionele convergentie. (Het zich richten op één punt). Het intense aroma en de bittere smaak van de planten door terpenoiden en sesquiterpene lactonen ontmoedigt de herbivoren en ook dit heeft geleid tot hun evolutionaire succes van het aantal soorten in de genus, overvloedig en zeer divers. De leden van Artemisia worden door de wind bestoven en hoofdjes en bloempjes zijn uitzonderlijk klein en moeilijk te bestuderen, beschrijven en vast te stellen. Het aantal taxa varieert tussen de 250 en 500.
(Bron: K. Bremer, C.J.Humphries 1993; H.M.Hall en F.E.Clements 1923; Y.R.Ling 1982, 1995; P.P.Poljakov 1961; M.Torrel et al.1999)

Artemisia heeft de reputatie taxonomisch een moeilijke soort te zijn.

Enige soorten:
A. abrotanum L.: medicinaal gebruikt, ook voor thee, bloeit zelden. Het kruid is digestief, anthelmintisch, emmenagoog. Verondersteld toxisch.

Artemisia absinthium L.: wormwood, absinth. Bevat azuleen. De e.o. is anthelmintisch, insecticide, digestief, stimulant, tonisch. Europa een keton(thujon) medicinale plant bekend sinds Plinius 77 voor Christus, bekend van absint.

A. afra Jacquin: tropisch Afrika, in de Oost Kaap lokaal medicinaal gebruikt. In Afrika Wilde als genoemd. Mogelijk irritant en toxisch.

Artemisia annua L.: Eurazië, genaturaliseerd in Noord Amerika, effectief antimalaria middel (huanghuahaosu) in China dankzij artemisine; phytotoxisch, de bladeren gebruikt bij verbandingen. De e.o.is anthelmintisch, antispasmodisch, caqrminatief, mucolytisch.

Artemisia arborescens: laag gedoseerd: niet giftig. De e.o. is anti-ontsteking, antihistamine, anticatarre, choleretisch, mucolytisch. Komt voor in Marokko, USA en in de Pacific. Wordt gebruikt als heggeplant in Nieuw Zeeland. Boomalsem is half winterhard, half groenblijvend en heeft insektenbestrijdende eigenschappen.

Artemisia apiacea: is tweejarig en wordt in China beschouwd als voedings- schoonheidsmiddel, aangezien het gifstoffen opruimt. Het wordt ook ingenomen om malaria te voorkomen.

Artemisia cina Berg ex Polj. In Turkestan, medicinaal, anthelmintisch (santonine) bekend als santonica.  Is een ontwormingsmiddel dat ringworm en draadworm kan bestrijden, maar in hoge doseringen erg giftig is.

Artenisia campestris subs. borealis: een sterke vaste plant met half groenblijvend blad en gele of roodachtige bloemetjes.

Artemisia dracunculus: tarragon, estragon, Eurazië, bladeren als smaakmakers vooral terpineol azijn voor bij de vis. Mutagenisch, laag gedoseerd: niet giftig, niet irritant, De e.o. is anthelmintisch – antibacterieel – antispasmodisch – carminatief.

Artemisia glacialis L. en Artemisia umbelliformis Lam. Fritsch. Gebruikt voor genepi likeur.

Artemisia herba-alba asso: wormwood van de bijbel. Twee ct.’s davanon 55% en thujon 71% a-thujon en camphor. Wordt als erg giftig beschouwd. De e.o. is anti-infectueus, antibacterieel, emmenagoog, lipolytic, mucolytisch, cholagoog, parasiticide, viricide.

Artemisia lactiflora Wallich in China, een gecultiveerde, overblijvend kruid als ornamentale plant.
Artemisia maritima L. Is een bron van santonine. Is een antifertility drug, vermifuge, decongestant, tonisch, stonachisch, laxatief. Wordt als zeer giftig beschouwd.

Artemisia pallens Wall: Davana groeit dikwijls in de nabijheid van sandelhout bomen. Belangrijk ingrediënt in India in guirlandes en boeketten. Lage giftigheid. De e.o. wordt gebruikt als smaakmaker in voedingsmiddelen en tabak. Verder: nervinum, mucolytisch, anticatarre, cicatrisant, anti-anxiety in  een lage doses.

Artemisia pontica L. Roman wormwood, ZuidOost Europa,voor het bereiden van vermouth, Romeinse alsem, heeft heel fijne aromatische bladeren. Is een groenblijvende winterharde vaste plant die flink kan woekeren. Hoog 60 cm, omvang 30 cm. Zeer aromatisch blad met donzig uiterlijk. Smalle pluimen met vaalgele bloemen. Staat graag beschut.

Artemisia pedemontana: een polvormende groenblijver met diep ingesneden, zilverachtig blad met pikante geur.

Artemisia silversiana Ehrh ex Willd.: de e.o. is een bron voor chamazuleen. Het kruid wordt gebruikt als veevoeder, is antiseptisch, anthelmintisch, tonisch, febrifuge.

Artemisia tilesii Ledeb. (Arctisch), medicinaal gebruikt door de Eskimo’s, met eigenschappen zoals codeïne.

Artemisia tridentata Nutt: In Noord Amerika, levert veel hooikoortsproblemen op door wind pollinatie. Het kruid wordt gedronken als thee.

Artemisia vulgaris L. Eurazië, bladeren  gebruikt als kruiderij, tevens als magische plant in Engeland tot de negentiende eeuw. Oraal toxisch. Lage dosis op de huid: niet irritant, niet sensitief. De e.o. is anthelmintisch, antispasmodisch, stimulerend, tonisch, vermifuge.

©®Copyright en registratie notaris. André Gielen. Lith oktober 2006.


Previous page: Arnica montana
Next page: Artemisia abrotanum