Print This Page

Callitris columellaris

 

CALLITRIS COLUMELLARIS F. MUELL           -            CYPRESS, COASTAL / WHITE CYPRESS-PINE.
(Coastal Cypress pine).
Basionym:
Frenela robusta var. Microcarpa Benth. 1873
Nomenclaturaal synoniem: Frenela columellaris (F.Muell.) Parl.
Synoniem:            Callitris arenosa A. Cunn. Ex R.T.Baker & H.G. Sm.
                             Callitris columellarisCallitris glauca R.T.Baker & H.G.Sm.
      Callitris glaucophylla J.Thompson & L.Johnson
      Callitris hugelii auct.non (Carr.) Franco (misapplied).
      Frenela moorii Parl.
De Callitris intratropica wordt soms gezien als een variatie van de Callitris arenosa.

Familie Cupressaceae. Stoomdestillatie van het kernhout. De olie heeft een prachtige groene emerald kleur, viskeus met een fruitige, houtige, bloemige geur met een intensiteit van 5-6 op de schaal van 10. De smaak is bitter. De boom houdt van lichte gronden, af en toe langs de kust, maar meestal in het droge binnenland tot in bergachtig gebied. De boom houdt van goed gedraineerde gronden maar hij kan tegen droogte, als de boom eenmaal gesetteld is. Hij groeit niet in de schaduw. De bloemen zijn mannelijk of vrouwelijk, beide sexen kan men in dezelfde boom vinden. Gevelde stammen scheiden een resin af dat gebruikt wordt om pillen te coaten. De schors bevat 11-23% gedroogde tannine.
Het hout is erg duurzaam, resinoïde, aromatisch, erg brandbaar, breekbaar, hard, met een fijne structuur. Wordt gebruikt in de bouw, om meubels te maken, voor schuttingen, in de scheepsbouw, enz.

De boom is een sterke, harde groenblijvende conifeer tot 20 meter in het kustgebied van Noordelijk NSW. en Queensland, Victoria met gespreide takken, niet piramidaal. De stam is dominant aanwezig. De bladeren zijn helder donkergroen de kegels klein.
De boom is erg brandbaar en meestal gaan ze dood na een bushfire. Gelukkig slaan ze gedurende enkele jaren hun zaad op in ongeopende kegels of denappels en die zaden komen Callitris columellarisvrij na een brand, waardoor ze weer vrij ontkiemen. Ze ontkiemen het hele jaar door als ze vochtig worden. Zaaien in de kas, daarna in potten planten, de eerste winter in de kas laten overwinteren en in de late herfst of vroege zomer op hun definitieve plaats zetten.

Werkzame bestanddelen:
Houtolie:
20% guaiol – verschillende alcoholen tot 15% - en ongeveer 13% terpenen – 24% citroen zuur – geranic acid – methylgeranaat – cryptomeridol – a-b- en y-eusdesmol – callitrine – callitrisine – dihydrocallitrisine – columellarine – dihydrocolumellarine – germacranolide – methyl(E,E)-3,7-diinethyl-2,4,6octatrieonaat  - azuleen – costols – en y-lactonen.
Soortelijk gewicht 15°C 0.871 – 0.910. Refractieve index: 1.4680-1.4960. Oplosbaar in ethanol. 1 Deel olie in 8 delen ethanol.

Onderzoek van de bladeren/naalden van C. columellaris F.Muell. naar aanleiding van de sterke geur van de naalden uit Ibadan ((zuidwest) en Kaduna (Noord Centraal) Nigeria. Analyse GC en GC/MS.
Naalden uit Ibadan: olieopbrengst: 1,4% te weten: limoneen 37.2% - monoterpenoïde 79,2% - monoterpeen hydrocarbons 73.2% - limoneen 37% - a-pinneen 17.2% - d-3-careen 13.4% - myrceen 3.6% - bicyclogermacreen 3.6% - germacreen D 3.5% - trerpinylacetaat 3.2% - spathulenol 2.4%.
Naalden uit Kaduna: olieopbrengst: 2,9% te weten: bornylacetaat 27.1% - monoterpenoïde 91.3% - Monoterpeen hydrocarbons 48.6% - limoneen 17.7% - a-pineen 13.9% - a-fenchylacetaat 5.7% - myrceen 5.5% - camphor 3.4% a-fencheen 2.5%

Werkzaamheid:
Analgetisch – spierpijn – pijnstillend –
Callitris columellarisGebruikt in de parfumindustrie, cosmetica, spierverzorgende middelen.

Contra indicatie: kan mogelijk ogen en slijmvliezen irriteren, verder niet bekend.


Bron: Callitris columellaris – Plants for a future database report.
          Plants profile for Callitris columellaris (white cypress-pine) USDA Plants
          Journal of essential oil research: JEOR, jan/feb 2005 by Ogunwande, Isiaka
                               A., Olawore, Nureni O., Adeleke, Kasali A., König,  Wilfred A.


Foto: conifers.org


©®Copyright en registratie notaris. André Gielen. Lith 2001 – maart 2007.


Previous page: Callitris species
Next page: Callitris glaucophylla