Print This Page

Citrusvruchten - Hesperiden

 

                            CITRUSVRUCHTEN               -                        HESPERIDEN.


Familie Rutaceae.

Citrus aurantium
Onder gouden of oranje appels verstaan we citrusvruchten, ook hesperiden genoemd, naar de vier dochters van Atlas, die woonden voorbij de Okeanos in het westen, waar zij met de hulp van een wakkere draak een tuin bewaakten met een boom met gouden appels. Onder hesperiden worden verstaan: sinaasappels, citroenen, mandarijnen, pompelmoezen, pomeransen, grapefruits en limoenen. Deze vruchten bevatten hersperidine, een glucoside die voorkomt in
           Citrus aurantiifolia           de onrijpe schil van de vruchten en die in de geneeskunde wordt gebruikt.

De citrus kent een lange geschiedenis. In geschriften uit China werd reeds in 2200 voor onze jaartelling gesproken over de Kumquat, de mandarijn en de pumelo (pompelmoes). Uit India zijn geschriften bekend waaruit blijkt dat Boeddha’s Hand hier waarschijnlijk vandaan komt. Zaden werden gevonden bij opgravingen 4000 jaar voor Christus in Mesopotamië. Ook Japan kent geschriften over mandarijnen. In de Griekse mythologie moet Heracles van de Heerser van 
                 Citrus paradisi      Mycene vruchten stelen van de boom met de gouden appels. Reeds duizenden jaren is het geslacht citrus in cultuur. De citrusgewassen zijn afkomstig uit China, Birma, India en Azië. De citron werd genoemd door Theofrastus in 310 voor Christus.

In de tijd van Alexander de Grote werden ze vanuit Griekenland verspreid over het hele Middellandse Zeegebied en rond 800 ontving Karel de Grote ze als een geschenk van een Kalief uit Bagdad en kwamen ze in Duitsland terecht.
Over het water bereiken ze Spanje en Portugal. De zeelui leren ze kennen
                        tegenCitrus aurantium scheurbuik en brengen ze uiteindelijk naar de Nieuwe Wereld als Columbus de kant van Hispaniola op gaat. De eerste plantage komt in Haïti in 1493 met Columbus. Door de Indianen werden de planten snel verspreid en bereikten het vasteland. In 1565 waren de eerste citrussen in de US. In St. Agustine.

In de 17e en 18e eeuw beginnen de adellijke families de orangeriën op te richten, zodat ze zowel in de zomer als in de winter konden genieten van deze prachtige planten. Ze waren in gebruik tot de tweede wereldoorlog en daarna 
            Citrus medica             zijn er veel niet meer in gebruik genomen, maar hebben een andere bestemming gekregen, mede omdat tijdens de oorlog zowat alle planten waren gestorven.

De citrussen, met de citroen voorop zijn een bron van gezondheid  en zijn de meest aangebouwde of geteelde oogst van de wereld, misschien overtroffen door de druif. De wereldhandel bedroeg in 2001 van de Citrus sinensis ongeveer 61.000 ton per jaar, met een leeuwenaandeel voor Noord en Zuid Amerika en Azië op de derde plaats. De Citrus reticulata had een
                       werelCitrus reticulatadproductie in 2001 van 16.500 ton; de grapefruit, Citrus paradisi met vier variëteiten 4.800 ton; Citroen en limoen, Citrus limon en Citrus aurantifolia 10.800 ton. Overige citrussen 5.500 ton.
In 1894 en 1895 werd in Florida de plant bijna uitgeroeid door strenge vorst. Ook in Europa, Spanje, Turkije, Israël, Marokko, Italië hebben ze hier soms mee te maken. In het midden van de twintigste eeuw leden de bomen in Spanje en Zuid Afrika zware verliezen door het Citrus tristeza virus.

De naamgeving alleen is al een groot probleem, dat gelegen
                        is in het feitCitrus aurantium dat de citrusvruchten al honderden tot duizenden jaren geteeld zijn over de gehele wereld en bestaan uit honderden cultivars.
Beschrijvingen uit oude tijden missen precisie waardoor nu onzekerheden bestaan.
Er zijn twee stromingen, die van de Japanner Tanaka met 159 species en die
van de Amerikaan Swingle met 16 species.
In totaal lopen de citrus species, hybriden, cultivars, enz. en aanverwanten in de duizenden en daarom zal ik me beperken tot de voornaamste species
die zich ondertussen bewezen hebben.
                         OnderzoekeCitrus medicars hebben genetische vergelijkingen getrokken en concluderen dat er slechts drie of vier moedersoorten aan de basis staan van de gewone citrusvruchten, nl. Citrus medica, inheems in India verspreid naar China en
het Nabije Oosten; in 300 voor Christus bekend in Griekenland en rond het begin van de jaartelling in Italië; gebruikt bij Joodse feesten en Boeddhistische ceremonies  – Citrus reticulata, inheems in Zuidoost Azië;
500 voor Christus bekend in China; de belangrijkste species in China; al vroeg geïntroduceerd in Japan en kwam pas in 1800 naar Europa, Noord Afrika, West
                         Indië, NoCitrus limonord en Zuid Amerika en Australië – Citrus maxima/grandis, inheems in Zuidoost Azië; reeds 300 voor Christus
commercieel verbouwd in China; rond het jaar 1200 verspreid naar India, Noord Afrika, Spanje – Citrus aurantiifolia, inheems in tropisch Zuidoost Azië, waar de plant nog steeds in het wild voorkomt. Heeft in veelvoudige toepassing in de keuken, dranken, parfumindustrie, enz.
Citrsusoorten zijn heel gemakkelijk te kruisen en meestal blijven de gekruiste planten ook vruchtbaar, met als doel de soort te verbeteren, te veredelen.

        Citrus limetta                Waar we ons o.a. vooral mee gaan bezighouden zijn de volgende soorten:
          Pomerans: Citrus aurantium, naamgegeven in 1753, afkomstig uit China, kruising tussen Citrus reticulata en Citrus maxima/grandis. Ook bergamot behoort tot deze soort en geeft neroli uit de bloemen en bergamot olie.
          Boeddha’s hand: Citrus medica, 1753, uit China, zuivere soort.
          Sinaasappel: Citrus sinensis, 1757, uit China, kruising tussen Citrus
 reticulata en Citrus maxima/grandis.
          Pompelmoes: Citrus maxima/grandis, 1765, uit China, zuivere soort.
          Citroen: Citrus limon, 1766, uit India, trihybride als Citrus aurantifolia: microcitrus, C. medica en C. maxima. De etherische olie staat bekend als cedro olie, gebruikt in voedingsmiddelen, cosmetica, parfum, aromatherapie.
          Mandarijn: Citrus reticulata, 1837, uit China, zuivere soort.
          Grapefruit: Citrus paradisi, 1930, onbekend waar vandaan, kruising Citrus paradisi
Citrus maxima x Citrus sinensis.  Men denkt dat die afstamt van het eiland Barbados rond 1750. Variëteiten zijn ontwikkeld in Florida en Texas, USA.
          Limoen: Citrus aurantifolia, naamgegeven in 1913, afkomstig uit Maleisië, trihybride van Citrus medica, Citrus maxima en microcitrus.
Twee verwante soorten die eerst onder de citrussen geclassificeerd waren, hebben een eigen klasse gekregen: Fortunella, de Kumquats en de Poncirus trifoliata, de winterharde citrus, die voorkomt als sierboom in noordelijke streken.
Citrus reticulata

Citrusbomen omvatten zo’n 16 soorten groenblijvende kleine bomen en struiken van 3-15 meter met zeer hard hout, geurende bloemen en gesegmenteerde zeer aromatische vruchten. In de oksels van de bladstelen kunnen harde doornen staan. In alle organen van de boom komen zeer veel klierholten voor waarin de geurige olie zit. De bloemen zijn wit en meestal vijftallig, alleen of in kleine groepjes. Citrusbomen kunnen bijna in elke bodemsoort groeieCitrus aurantiumn, als hij maar goed gedraineerd is en er voldoende voedingsstoffen aanwezig zijn. De vrucht is een hesperidium, genoemd naar de mythologische dochters van Atlas, de Hesperiden. Die hadden een tuin waar gouden appels groeiden. Sinaasappels die aan de boom rijpen zijn en blijven groen. Ze worden goudgeel door de koele omstandigheden van het transport. De buitenste schil bevat veel etherische brandbare olie. De middelste vruchtlaag is wit en vezelig. De binnenste vruchtlaag kan men eten. Hierin zitten sapzakjes met Citrus limetta
veel suikers, organische zuren en vitamine C. Tussen de sapzakjes liggen zaden. De vruchten ontwikkelen zich zonder bevruchting, ze zijn parthenocarp.
De vruchten worden rauw gegeten en bezitten veel vitamine C. Ze worden ook gekweekt voor het sap. Resten worden gebruikt als veevoeder. De schil wordt gekonfijt en gebruikt als snoepgoed, ook wordt er pectine uit gewonnen voor de aanmaak van confituren. Uit alle onderdelen van de plantCitrus sinensis
kunnen etherische oliën gewonnen worden: de schil, de bloemen, de bladeren. De olie van de citrussen (citroen, sinaasappel, enz.) bestaat voor het grootste gedeelte tot 90% uit bittere brandbare terpenen, die beschermen tegen vraat. Deze monoterpenen, vooral limoneen, hebben een antiseptische werking, versterken het immuunsysteem en hebben een gunstige werking op de luchtwegen. De toepassingen van de citrussen zijn talrijk: nervositeit, hartklachten, bronchitis, verkoudheid, hoest, nerveuze hoest, constipatie, spasmen, griep, hartkloppingen, slapeloosheid, onrust, Citrus sinensis
depressies, enz. Zie de desbetreffende citrussen verderop. Wereldproductie was in 1992 77 miljoen ton. Vroeger werden ze geteeld in verwarmde ruimten, waar de planten konden overwinteren en in de zomer werden ze op beschutte plaatsen gezet. Vroegere zeelieden plantten overal waar ze aanlegden sinaasappelbomen tegen scheurbuik.

Ze zijn goed te kweken, veredeld op een onderstam. Om ze ’s winters binnenCitrus aurantiifolia
te kunnen zetten worden ze in kuipen gekweekt. Ze moeten vorstvrij geplaatst kunnen worden. In de winter moeten ze weinig water krijgen en geen voedsel. Ze houden van klei houdende, humusachtige, doorlatende, altijd vochtige grond en kunnen absoluut niet tegen kalk, dus geen hard water geven. De plant moet regelmatig gesnoeid worden om een mooie vorm te behouden.
Andere familieleden zijn de wijnruit, Ruta graveolens en tenslotte de Skimmia, een populaire tuinplant.


Bron: Tahiti Lime Citrus latifolia Tan. Morton J. 1987
          Uit de bibliotheca Oosterhouwensis Hesperiden Citrusvruchten
          Das Citrus online Buch. Steffen Reichel.
          Iziko: Museums of Cape Town. museums.org.za/bio/plants/rutaceae
          Ecoport: Cirus arantifolia, medicinal plant.
          Sweet Lime Citrus limettioides Tan. Morton J. 1987
          users.telenet.be/jan.dewachter Citruspagina.
          hort.purdue.edu/newcrop/tropical. Lecture 32 Citrus.


©®Copyright en registratie notaris. André Gielen. Lith 2001 – maart 2007.


Previous page: Cistus ladaniferus
Next page: Citrus aurantiifolia